Chapter 1 PSYCHOMETRICS AND THE
IMPORTANCE OF PSYCHOLOGICAL
MEASUREMENT
In gedragswetenschappen ontwikkelen psychologen testen als een manier
om een gedrag te testen dat onderliggend zou zijn voor een
psychologische eigenschap.
Als onze meting daadwerkelijk de onderliggende eigenschap meet,
dan is onze test valide. Hiervoor is theoretische binding nodig tussen
het gemeten gedrag en de onderliggende eigenschap.
Een onderliggende eigenschap is een hypothetisch construct of
latente variabele. Het gemeten gedrag dat dit construct zou moeten
uitleggen is de operationalisatie.
Drie componenten voor psychologische testen “een systematische
procedure voor het vergelijken van gedrag van 2 of meer mensen”
[Cronbach, 1960]
1. De test bevat iets van een gedrags samples
2. De test samples zijn systematisch verzameld
3. Het doel is om verschillen te detecteren tussen mensen (of binnen
een persoon gezien over tijd of situaties)
Testen kunnen verschillen op heel veel gebieden (content, indicatoren,
tijdsinname, etc.)
Psychologische testen zijn vaak gecategoriseerd in criterion referenced of
norm referenced.
Criterion referenced [criteriumgerelateerd]
o Je wilt iets weten over iemands skill level
o Vaak een cutoff score test: groep verdeeld in onder- en boven
presterend
o Vaak gerelateerd aan normen om cutoff score te bepalen
Norm referenced [normgerelateerd]
o Manier om iemand te vergelijken met andere / de populatie
,Ook gebruikelijke distinctie tussen speeded en power tests
Speeded tests
o Vanuit gaande dat iedereen de vragen goed heeft, tellen
hoeveel juiste antwoorden een deelnemer heeft gegeven
binnen bepaalde tijd
Power tests
o Makkelijkere en moeilijkere vragen om te discrimineren tussen
capaciteiten van mensen
Indicatoren voor scores
Reflective (or effect) indicators
o Een hypothetisch construct bepaald hoe iemand op items
antwoord/scored
o Bv. Intelligentie bepaald intelligentiescore van een test
o Meer gebruikt in de psychologie en in het boek
Formative (or causal) indicators
o De indicatoren bepalen een construct
o Bv. Iemands inkomen, education level, etc. bepaald iemands
SES score
Psychometrie: de wetenschap die zich bezighoudt met het evalueren van
de eigenschappen van psychologische tests. 3 eigenschappen van
specifiek belang
1. Type informatie (meestal scores) gegenereerd door de
psychologische tests
2. De betrouwbaarheid van de data van de psychologische testen
3. Kwesties met betrekking tot de validiteit van gegevens verkregen uit
psychologische tests
Uitdagingen in ons begrip en interpretatie van gedragsobservaties
Complexiteit van concepten [complexity of concepts]
, o Mensen niet te reduceren tot cijfer, maar scores wel te
gebruiken voor dimensionaliteit
Participanten reactiviteit [participant reactivity]
o Het feit dat deelnemers weten dat er iets gemeten wordt, kan
invloed hebben op de score. Echte psychologische
karakteristieken verborgen achter tijdelijke motivatie
o Demand characteristics: deelnemers laten gedrag zien
waarvan zij denken dat de observeerder het wil zien
o Social desirability: sociaal geaccepteerd gedrag laten zien
(indruk maken)
o Malingering: juist slechte indruk willen geven
Observer expectancy/bias
Samengestelde scores [composite scores]
o Meerdere vragen samengesteld maken een score die iets zegt
over een construct
Score sensitiviteit [score sensitivity]
o Afhankelijkheid van dat een meetapparaat kan discrimineren
tussen betekenisvolle delen in een dimensie
(Gebrek aan) bewustzijn/kennis van psychometrie [(lack of)
awareness of psychometrics]
o Veel metingen worden gedaan zonder de psychometrische
kwaliteit van de test in te zien.
Validatieproces: voordat je kan zeggen dat verschillen in scores die
gemeten zijn ook verschillen laten zien in het onderliggende construct,
moet de psycholoog bewijs vinden dat deze scores daadwerkelijk
verschillen van het construct (en niet iets anders) vertonen.
Psychometrie is de studie van de handelingen en procedures die worden
gebruikt om variabiliteit in gedrag te meten en die metingen te koppelen
aan psychologische verschijnselen. Differential psychology: de studie van
individuele verschillen.
Experimentele psychologie: focus op de gemiddelde persoon ipv
verschillen tussen personen
,
IMPORTANCE OF PSYCHOLOGICAL
MEASUREMENT
In gedragswetenschappen ontwikkelen psychologen testen als een manier
om een gedrag te testen dat onderliggend zou zijn voor een
psychologische eigenschap.
Als onze meting daadwerkelijk de onderliggende eigenschap meet,
dan is onze test valide. Hiervoor is theoretische binding nodig tussen
het gemeten gedrag en de onderliggende eigenschap.
Een onderliggende eigenschap is een hypothetisch construct of
latente variabele. Het gemeten gedrag dat dit construct zou moeten
uitleggen is de operationalisatie.
Drie componenten voor psychologische testen “een systematische
procedure voor het vergelijken van gedrag van 2 of meer mensen”
[Cronbach, 1960]
1. De test bevat iets van een gedrags samples
2. De test samples zijn systematisch verzameld
3. Het doel is om verschillen te detecteren tussen mensen (of binnen
een persoon gezien over tijd of situaties)
Testen kunnen verschillen op heel veel gebieden (content, indicatoren,
tijdsinname, etc.)
Psychologische testen zijn vaak gecategoriseerd in criterion referenced of
norm referenced.
Criterion referenced [criteriumgerelateerd]
o Je wilt iets weten over iemands skill level
o Vaak een cutoff score test: groep verdeeld in onder- en boven
presterend
o Vaak gerelateerd aan normen om cutoff score te bepalen
Norm referenced [normgerelateerd]
o Manier om iemand te vergelijken met andere / de populatie
,Ook gebruikelijke distinctie tussen speeded en power tests
Speeded tests
o Vanuit gaande dat iedereen de vragen goed heeft, tellen
hoeveel juiste antwoorden een deelnemer heeft gegeven
binnen bepaalde tijd
Power tests
o Makkelijkere en moeilijkere vragen om te discrimineren tussen
capaciteiten van mensen
Indicatoren voor scores
Reflective (or effect) indicators
o Een hypothetisch construct bepaald hoe iemand op items
antwoord/scored
o Bv. Intelligentie bepaald intelligentiescore van een test
o Meer gebruikt in de psychologie en in het boek
Formative (or causal) indicators
o De indicatoren bepalen een construct
o Bv. Iemands inkomen, education level, etc. bepaald iemands
SES score
Psychometrie: de wetenschap die zich bezighoudt met het evalueren van
de eigenschappen van psychologische tests. 3 eigenschappen van
specifiek belang
1. Type informatie (meestal scores) gegenereerd door de
psychologische tests
2. De betrouwbaarheid van de data van de psychologische testen
3. Kwesties met betrekking tot de validiteit van gegevens verkregen uit
psychologische tests
Uitdagingen in ons begrip en interpretatie van gedragsobservaties
Complexiteit van concepten [complexity of concepts]
, o Mensen niet te reduceren tot cijfer, maar scores wel te
gebruiken voor dimensionaliteit
Participanten reactiviteit [participant reactivity]
o Het feit dat deelnemers weten dat er iets gemeten wordt, kan
invloed hebben op de score. Echte psychologische
karakteristieken verborgen achter tijdelijke motivatie
o Demand characteristics: deelnemers laten gedrag zien
waarvan zij denken dat de observeerder het wil zien
o Social desirability: sociaal geaccepteerd gedrag laten zien
(indruk maken)
o Malingering: juist slechte indruk willen geven
Observer expectancy/bias
Samengestelde scores [composite scores]
o Meerdere vragen samengesteld maken een score die iets zegt
over een construct
Score sensitiviteit [score sensitivity]
o Afhankelijkheid van dat een meetapparaat kan discrimineren
tussen betekenisvolle delen in een dimensie
(Gebrek aan) bewustzijn/kennis van psychometrie [(lack of)
awareness of psychometrics]
o Veel metingen worden gedaan zonder de psychometrische
kwaliteit van de test in te zien.
Validatieproces: voordat je kan zeggen dat verschillen in scores die
gemeten zijn ook verschillen laten zien in het onderliggende construct,
moet de psycholoog bewijs vinden dat deze scores daadwerkelijk
verschillen van het construct (en niet iets anders) vertonen.
Psychometrie is de studie van de handelingen en procedures die worden
gebruikt om variabiliteit in gedrag te meten en die metingen te koppelen
aan psychologische verschijnselen. Differential psychology: de studie van
individuele verschillen.
Experimentele psychologie: focus op de gemiddelde persoon ipv
verschillen tussen personen
,