1
Cultuur: een unieke definieerde en informatief systeem gedeeld door ene
groep, overgedragen door generaties, die de groep in staat stelt om te
overleven, geluk te hebben en welzijn te beleven en betekenis van leven
te hebben.
- Cultuur is ook een bril waar we constant doorheen kijken - een
schema om ons te helpen informatie te evalueren en te ordenen
o Dit kan leiden tot etnocentrisme: de tendens om de wereld
door je eigen culturele filters te bekijken
Dit hoeft niet perse negatief te zijn, dat wordt het pas
worden als we onze informatie niet updaten, en jouw
visie het standaard wordt, en je dit projecteert op andere
groepen.
Culturele psychologie: een subdiscipline binnen de psychologie die de
culturele fundamenten van psychologische processen en menselijk gedrag
onderzoekt. Het omvat theoretische en methodologische kaders die een
belangrijke rol voor cultuur en de invloed daarvan op mentale processen,
gedrag en vice versa postuleren.
Doelen van cross-culturele psychologie:
1. Bouw een kennisbasis op over mensen.
- Breng hypothesen en bevindingen over naar andere culturele
settings en test ze daar.
- Verken culturen om culturele en psychologische overeenkomsten en
verschillen te ontdekken.
- Integreer bevindingen in een meer universele psychologie.
2. Verbeter het leven van mensen. Door mensen kennis aan te bieden
die ze in hun leven kunnen implementeren. Zoals therapeuten,
counselen, trainers ect.
Culturele onderzoek:
1. Bijna altijd gebaseerd op WEIRD people (Western, educated,
industrialized, rich, and democratic).
- Dit is vaak geen goeie representaties
Cross-cultureel onderzoek: een onderzoeksmetodologie die de
culturele parameters van psychologische kennis test. Traditioneel omvat
het onderzoek naar menselijk gedrag dat psychologische processen tussen
twee of meer culturen vergelijkt.
Studie Henrich et al:
1. Bestudeerde:
- Moderne geïndustrialiseerde versus kleinschalige samenlevingen
- Westerse versus niet-westerse geïndustrialiseerde samenlevingen
- Amerikanen versus andere westerlingen
, - Amerikanen met een universitaire opleiding versus Amerikanen
zonder universitaire opleiding
Waar gaan culturele psychologisch onderzoek naar toe:
- Er wordt steeds meer cross-cultureel onderzoek gedaan
- Er wordt steeds meer aandacht besteed aan het feit dat er betere
steekproeven moeten komen
- De vraag is of oudere werken nu nog wel representabel zijn voor e
populatie.
Oorsprong cultuur:
1. Er zijn 4 belangrijke componenten in de oorsprong van cultuur:
- Groepsleven: mensen zijn geboren groepsdieren. We hebben hierin
een goede taakverdeling, werken efficiënt samen en het verhoogt de
overleving kansen.
o Maar er kan ook chaos en conflict ontstaan
- Omgeving/environment: zoals klimaat, bevolkingsdichtheid,
vruchtbaar land, vorige culturen en contact met andere culturen.
o Deviation from temperate climate: De mate waarin de
gemiddelde temperatuur van een bepaalde regio zal
verschillen van wat wordt beschouwd als de relatief
"gemakkelijkste" temperatuur om in te leven, namelijk 22°C.
- Hulpbronnen: eten, drinken, geld
o De combinatie van hulpbronnen en klimaat is de belangrijkste
die een bepaalde cultuur veroorzaakt.
- Het ontwikkelde menselijke denken
o Benodigdheden en motieven: fysieke behoefte (eten, drinken
ect), veiligheidsbehoefte (hygiëne, huis ect). Deze zijn
universeel. Hoe je omgaat met deze behoefte en sociale
problemen die daarbij komen zijn specifiek voor elke groep
o Universele psychologische toolkit: Een set van
basispsychologische vaardigheden en mogelijkheden die
mensen kunnen gebruiken om aan hun behoeften te voldoen.
Deze omvatten complexe cognitieve vaardigheden, taal,
emoties en persoonlijkheidskenmerken.
o In vergelijking met dieren hebben mensen die capaciteiten om
intentie van elkaar te begrijpen en hebben ze het ratchet
effect: het concept dat mensen voortdurend verbeteringen op
verbeteringen aanbrengen, dat zij niet achteruit gaan of
terugkeren naar een eerdere staat. Vooruitgang vindt plaats
omdat verbeteringen zichzelf omhoog bewegen, net als een
ratchet (dit gaat op generatie op generatie).
Cumulatieve cultuur stelt menselijke culturen in staat om
te verschillen van dierlijke culturen op het gebied van
complexiteit, differentiatie en institutionalisering.
2. Het milieu stelt eisen aan aanpassing
- Klimaat
- Hulpbronnen
- Bevolkingsdichtheid
, - Klimaatstressoren (bijvoorbeeld geld)
Latitudinal psychology: een psychologisch raamwerk dat onderzoekt
hoe geografische breedtegraad - met name de noord-zuidpositie op aarde
- menselijk gedrag, mentale processen en culturele eigenschappen
beïnvloedt. Het is gebaseerd op het idee dat thermische
klimaatomstandigheden (zoals temperatuur en seizoensvariatie)
systematisch variëren met de breedtegraad en dat deze ecologische
verschillen bepalen hoe mensen leven, denken en met elkaar omgaan.
- De afstand tot de evenaar kan het niveau van psychologische
variabelen in een land voorspellen, zoals creativiteit, agressiviteit,
tevredenheid met het leven, individualisme, vertrouwen en
suïcidaliteit.
Theoretische aanpakken om cultuur verschillen/overeenkomsten te
begrijpen:
1. Absolutisme: psychologie is overal precies hetzelfde
2. Relativisme: onderliggende processen van gedrag zijn verschillend
3. Universalisme: onderliggende processen van gedrag zijn hetzelfde
maar de expressie is anders.
4. Etics: universele psychologische processen van gedrag.
5. Emics: cultuur specifieke processen of gedrag
Enculturation: Het proces waarbij individuen de manieren en gewoonten
van hun specifieke cultuur leren en overnemen.
Belangrijke termen:
1. Maatschappij is niet hetzelfde als cultuur
- Society: een systeem van inter-relaties van mensen in een groep
- Cultuur: de waarde en betekenis die we hangen aan die systemen.
2. Land is niet hetzelfde als cultuur
- Er kunnen veel verschillen zijn per regio’s in landen.
3. Rase: is meer een sociaal construct dan een biologisch.
- Raciale verschillen zijn niet bruikbaar voor wetenschappelijke of
praktische doeleinden zonder een duidelijk begrip van de
, onderliggende oorzaken van de waargenomen overeenkomsten en
verschillen.
- De definitie van ras veranderd heel erg in de jaren en is anders per
cultuur.
4. Ethnicity: groepen die worden gekenmerkt door een
gemeenschappelijke nationaliteit, geografische herkomst, cultuur of
taal
- Niet hetzelfde als ras maar wordt wel vaak door elkaar gebruikt.
Subjectieve elementen van cultuur: dingen die niet direct
observeerbaar zijn maar meer intern voor mensen.
Values (waarde): Hofstede’s cultural values:
1. Meest geciteerd algemeen kader voor het classificeren van culturele
patronen op landenniveau
2. Hofstede deed Onderzoek naar werkgerelateerde waarden bij
werknemers van IBM in de jaren 70
3. Vier (klassieke) dimensies
- Power Distance: de mate waarin culturen minder machtige leden van
groepen aanmoedigen om te accepteren dat macht ongelijk
verdeeld is.
- individualisme / collectivisme: De mate waarin groepen de
neiging van leden zullen aanmoedigen om alleen voor zichzelf en
hun naaste familie te zorgen, of om deel uit te maken van groepen
die voor hun leden zorgen in ruil voor loyaliteit.
- masculinity / femininity: gekarakteriseerd aan de ene kant door
succes, geld en dingen, en aan de andere kant door zorg voor
anderen en levenskwaliteit. Het verwijst naar de verdeling van
emotionele rollen tussen mannen en vrouwen.
- uncertainty avoidance: de mate waarin mensen zich bedreigd voelen
door het onbekende of door onduidelijke situaties, en
geloofssystemen, instellingen of rituelen hebben ontwikkeld om deze
te vermijden.
4. Nu 6 (na 2010)
- Lange termijn/korte termijn oriëntatie
- Breeding for pleasure
Cultuur: een unieke definieerde en informatief systeem gedeeld door ene
groep, overgedragen door generaties, die de groep in staat stelt om te
overleven, geluk te hebben en welzijn te beleven en betekenis van leven
te hebben.
- Cultuur is ook een bril waar we constant doorheen kijken - een
schema om ons te helpen informatie te evalueren en te ordenen
o Dit kan leiden tot etnocentrisme: de tendens om de wereld
door je eigen culturele filters te bekijken
Dit hoeft niet perse negatief te zijn, dat wordt het pas
worden als we onze informatie niet updaten, en jouw
visie het standaard wordt, en je dit projecteert op andere
groepen.
Culturele psychologie: een subdiscipline binnen de psychologie die de
culturele fundamenten van psychologische processen en menselijk gedrag
onderzoekt. Het omvat theoretische en methodologische kaders die een
belangrijke rol voor cultuur en de invloed daarvan op mentale processen,
gedrag en vice versa postuleren.
Doelen van cross-culturele psychologie:
1. Bouw een kennisbasis op over mensen.
- Breng hypothesen en bevindingen over naar andere culturele
settings en test ze daar.
- Verken culturen om culturele en psychologische overeenkomsten en
verschillen te ontdekken.
- Integreer bevindingen in een meer universele psychologie.
2. Verbeter het leven van mensen. Door mensen kennis aan te bieden
die ze in hun leven kunnen implementeren. Zoals therapeuten,
counselen, trainers ect.
Culturele onderzoek:
1. Bijna altijd gebaseerd op WEIRD people (Western, educated,
industrialized, rich, and democratic).
- Dit is vaak geen goeie representaties
Cross-cultureel onderzoek: een onderzoeksmetodologie die de
culturele parameters van psychologische kennis test. Traditioneel omvat
het onderzoek naar menselijk gedrag dat psychologische processen tussen
twee of meer culturen vergelijkt.
Studie Henrich et al:
1. Bestudeerde:
- Moderne geïndustrialiseerde versus kleinschalige samenlevingen
- Westerse versus niet-westerse geïndustrialiseerde samenlevingen
- Amerikanen versus andere westerlingen
, - Amerikanen met een universitaire opleiding versus Amerikanen
zonder universitaire opleiding
Waar gaan culturele psychologisch onderzoek naar toe:
- Er wordt steeds meer cross-cultureel onderzoek gedaan
- Er wordt steeds meer aandacht besteed aan het feit dat er betere
steekproeven moeten komen
- De vraag is of oudere werken nu nog wel representabel zijn voor e
populatie.
Oorsprong cultuur:
1. Er zijn 4 belangrijke componenten in de oorsprong van cultuur:
- Groepsleven: mensen zijn geboren groepsdieren. We hebben hierin
een goede taakverdeling, werken efficiënt samen en het verhoogt de
overleving kansen.
o Maar er kan ook chaos en conflict ontstaan
- Omgeving/environment: zoals klimaat, bevolkingsdichtheid,
vruchtbaar land, vorige culturen en contact met andere culturen.
o Deviation from temperate climate: De mate waarin de
gemiddelde temperatuur van een bepaalde regio zal
verschillen van wat wordt beschouwd als de relatief
"gemakkelijkste" temperatuur om in te leven, namelijk 22°C.
- Hulpbronnen: eten, drinken, geld
o De combinatie van hulpbronnen en klimaat is de belangrijkste
die een bepaalde cultuur veroorzaakt.
- Het ontwikkelde menselijke denken
o Benodigdheden en motieven: fysieke behoefte (eten, drinken
ect), veiligheidsbehoefte (hygiëne, huis ect). Deze zijn
universeel. Hoe je omgaat met deze behoefte en sociale
problemen die daarbij komen zijn specifiek voor elke groep
o Universele psychologische toolkit: Een set van
basispsychologische vaardigheden en mogelijkheden die
mensen kunnen gebruiken om aan hun behoeften te voldoen.
Deze omvatten complexe cognitieve vaardigheden, taal,
emoties en persoonlijkheidskenmerken.
o In vergelijking met dieren hebben mensen die capaciteiten om
intentie van elkaar te begrijpen en hebben ze het ratchet
effect: het concept dat mensen voortdurend verbeteringen op
verbeteringen aanbrengen, dat zij niet achteruit gaan of
terugkeren naar een eerdere staat. Vooruitgang vindt plaats
omdat verbeteringen zichzelf omhoog bewegen, net als een
ratchet (dit gaat op generatie op generatie).
Cumulatieve cultuur stelt menselijke culturen in staat om
te verschillen van dierlijke culturen op het gebied van
complexiteit, differentiatie en institutionalisering.
2. Het milieu stelt eisen aan aanpassing
- Klimaat
- Hulpbronnen
- Bevolkingsdichtheid
, - Klimaatstressoren (bijvoorbeeld geld)
Latitudinal psychology: een psychologisch raamwerk dat onderzoekt
hoe geografische breedtegraad - met name de noord-zuidpositie op aarde
- menselijk gedrag, mentale processen en culturele eigenschappen
beïnvloedt. Het is gebaseerd op het idee dat thermische
klimaatomstandigheden (zoals temperatuur en seizoensvariatie)
systematisch variëren met de breedtegraad en dat deze ecologische
verschillen bepalen hoe mensen leven, denken en met elkaar omgaan.
- De afstand tot de evenaar kan het niveau van psychologische
variabelen in een land voorspellen, zoals creativiteit, agressiviteit,
tevredenheid met het leven, individualisme, vertrouwen en
suïcidaliteit.
Theoretische aanpakken om cultuur verschillen/overeenkomsten te
begrijpen:
1. Absolutisme: psychologie is overal precies hetzelfde
2. Relativisme: onderliggende processen van gedrag zijn verschillend
3. Universalisme: onderliggende processen van gedrag zijn hetzelfde
maar de expressie is anders.
4. Etics: universele psychologische processen van gedrag.
5. Emics: cultuur specifieke processen of gedrag
Enculturation: Het proces waarbij individuen de manieren en gewoonten
van hun specifieke cultuur leren en overnemen.
Belangrijke termen:
1. Maatschappij is niet hetzelfde als cultuur
- Society: een systeem van inter-relaties van mensen in een groep
- Cultuur: de waarde en betekenis die we hangen aan die systemen.
2. Land is niet hetzelfde als cultuur
- Er kunnen veel verschillen zijn per regio’s in landen.
3. Rase: is meer een sociaal construct dan een biologisch.
- Raciale verschillen zijn niet bruikbaar voor wetenschappelijke of
praktische doeleinden zonder een duidelijk begrip van de
, onderliggende oorzaken van de waargenomen overeenkomsten en
verschillen.
- De definitie van ras veranderd heel erg in de jaren en is anders per
cultuur.
4. Ethnicity: groepen die worden gekenmerkt door een
gemeenschappelijke nationaliteit, geografische herkomst, cultuur of
taal
- Niet hetzelfde als ras maar wordt wel vaak door elkaar gebruikt.
Subjectieve elementen van cultuur: dingen die niet direct
observeerbaar zijn maar meer intern voor mensen.
Values (waarde): Hofstede’s cultural values:
1. Meest geciteerd algemeen kader voor het classificeren van culturele
patronen op landenniveau
2. Hofstede deed Onderzoek naar werkgerelateerde waarden bij
werknemers van IBM in de jaren 70
3. Vier (klassieke) dimensies
- Power Distance: de mate waarin culturen minder machtige leden van
groepen aanmoedigen om te accepteren dat macht ongelijk
verdeeld is.
- individualisme / collectivisme: De mate waarin groepen de
neiging van leden zullen aanmoedigen om alleen voor zichzelf en
hun naaste familie te zorgen, of om deel uit te maken van groepen
die voor hun leden zorgen in ruil voor loyaliteit.
- masculinity / femininity: gekarakteriseerd aan de ene kant door
succes, geld en dingen, en aan de andere kant door zorg voor
anderen en levenskwaliteit. Het verwijst naar de verdeling van
emotionele rollen tussen mannen en vrouwen.
- uncertainty avoidance: de mate waarin mensen zich bedreigd voelen
door het onbekende of door onduidelijke situaties, en
geloofssystemen, instellingen of rituelen hebben ontwikkeld om deze
te vermijden.
4. Nu 6 (na 2010)
- Lange termijn/korte termijn oriëntatie
- Breeding for pleasure
