Management
THEMA 1: DE ORGANISATIE (9-16 & 22-29) INORDE!!!
1. ORGANISATIES
1.1 WAT ZIJN ORGANISATIES?
Wat is een organisatie?
= Menselijke samenwerking die blijvend is
o Voorbeelden: apple, KLJ, McDonalds, …
o Herken je aan 3 kenmerken:
1. Samenwerking
o Synergie- effect: met meer mensen krijg je meer dingen gedaan, als dit op een
goede manier verloopt
o Schaaleffecten
2. Gemeenschappelijk doel
o Zie thema 2: visie, missie en doelstellingen
o 2 hoofddoelen: financiële winst – maatschappelijke winsten (profit <> social
profit)
3. Doel= voortbestaan van de organisatie
o Lange termijn <> korte termijnbeslissingen
o Streven naar het voortbestaan van de organisatie
o Voorzien in maatschappelijke behoeften
1.1.1 VERSCHILLENDE BETEKENISSEN VAN HET BEGRIP ORGANISATIE
Het begrip “organisatie” heeft 3 soorten betekenissen:
1. Functioneel: het op elkaar afstemmen van activiteiten
2. Institutioneel: de organisatie als instituut (naam, adres,…)
3. Instrumenteel: de manier van organisatie (taakverdeling, afstemming, structuur,
…)
1.1.2 ORGANISATIE, BEDRIJF EN ONDERNEMING VERSCHILLEN
Organisatie, bedrijf en onderneming
o Social profit <> (financial) profit
o Organisatie: 3 elementen, maar niet noodzakelijk bedrijf of onderneming
- = Menselijke samenwerking die blijvend is
- = Bedrijf
- 3 belangrijke kenmerken:
i. Samenwerking door mensen
ii. Aan een gemeenschappelijk doel
iii. Met de bedoeling de organisatie te laten voortbestaan
o Bedrijf: goederen of diensten maken om te verkopen op afzetmarkt (SP <> P)
o Onderneming: bedrijf met winstoogmerk
,1.2 HOE WERKEN ORGANISATIES?
Hoe werken organisaties?
o Het transformatieproces: er komt iets in de organisatie en er gaat iets uit
- Input & Output
o Organisatie =/ afgesloten systeem: omgeving heeft een grote invloed op de
organisatie
o Hiërarchische structuur
1.2.1 HET TRANSFORMATIEPROCES
Het transformatieproces
o Organisaties worden opgericht met een bepaalde doelstelling
- Doelstellingen bereiken? Input moet veranderen in Output
= Omzettingsproces/ transformatieproces
o Input: wat heb je nodig? RESOURCES
- Geld (altijd nodig)
- Grondstoffen, mensen (arbeiders), machines, gebouw, …
o Output: wat wil je bereiken? 2 soorten output
- Gewenste output: vb. goeie koekjes
- Ongewenste output: vb. slechte koekjes
o Omgeving: letterlijk
o Efficiëntie : Zo weinig mogelijk middelen en materialen gebruiken (en daarbij
zoveel mogelijk doelen bereiken)
- Wanneer ben je efficient? Wanneer je met zo weinig mogelijk middelen zoveel
mogelijk doelen bereikt.
- Nadruk op correct middelengebruik
- Door goed gebruik van middelen krijg je een goed gebruik van goederen
o Effectiviteit : Zo veel mogelijk doelen bereiken
- Wanneer ben je effectief? Wanneer je zoveel mogelijk doelen bereikt.
- Nadruk op doelgerichtheid
o Inefficiëntie: doelen bereiken op een inefficiënte manier is nadelig voor een
bedrijf. Het is verspilling of verkwisting.
- Inefficiëntie met geld: vb. teveel inkopen doen voor de productie van een
product, alles te duur aankopen voor de productie
- Inefficiëntie met arbeiders: vb. arbeiders teveel betalen, arbeiders inzetten
zonder ervaring
- …
o Een goede manager bereikt zo veel mogelijk doelen met zo weinig mogelijk
middelen en materialen
, o Vraag: geef concrete voorbeelden van inefficiëntie (middelen, materialen,
mensen,…
1.2.2 DE OMGEVINGSINVLOEDEN
Organisaties staan in rechtsreeks contact met hun omgeving
o Economie, bevolkingsopbouw en politiek klimaat in de omgeving hebben een
sterke invloed op de organisatie
o Voorbeelden: loonpeil, beschikbaarheid van werkkrachten, …
1.2.3 HIËRARCHIE EN ARBEIDSVERDELING IN EEN ORGANISATIE
Hiërarchie en arbeidsverdeling in organisaties:
o Hoe organiseren we ons? Op basis van welke factoren doen we dit? Hoe doen we
dit efficiënt?
1.2.4 WAT HEB JE AAN ORGANISATIES?
Wat heb je aan organisaties? Voorbeelden:
o Sociale contacten
o Loon
o Identificeren
o Erbij willen horen
1.3 MANAGEMENT IN ORGANISATIES
3 manieren om te kijken naar wat managers doen:
o Managementvaardigheden (Robert Katz)
o Managementrollen (Henry Mintzberg)
o Managementfuncties en processen
Wat doet het management?
o Plannen, organiseren, leidinggeven en controleren/ beheersen
1.3.1 MANAGEMENT IN LAGEN
Management lagen:
o Directeur/ CEO
o Topmanagement Strategisch
- Hebben de eindverantwoordelijkheid
- Lange termijn
- Strategische doelen
- Vb. sales, HR, logistiek, …
o Middenmanagement Tactisch
- Rapporteren aan topmanagemen= Tussenpersoon voor de communicatie
- Middellange termijn= tactisch plannen
- Tactische doelen
- Vb. …
o Operationeel management Operationeel
- Plant en verdeelt het werk
THEMA 1: DE ORGANISATIE (9-16 & 22-29) INORDE!!!
1. ORGANISATIES
1.1 WAT ZIJN ORGANISATIES?
Wat is een organisatie?
= Menselijke samenwerking die blijvend is
o Voorbeelden: apple, KLJ, McDonalds, …
o Herken je aan 3 kenmerken:
1. Samenwerking
o Synergie- effect: met meer mensen krijg je meer dingen gedaan, als dit op een
goede manier verloopt
o Schaaleffecten
2. Gemeenschappelijk doel
o Zie thema 2: visie, missie en doelstellingen
o 2 hoofddoelen: financiële winst – maatschappelijke winsten (profit <> social
profit)
3. Doel= voortbestaan van de organisatie
o Lange termijn <> korte termijnbeslissingen
o Streven naar het voortbestaan van de organisatie
o Voorzien in maatschappelijke behoeften
1.1.1 VERSCHILLENDE BETEKENISSEN VAN HET BEGRIP ORGANISATIE
Het begrip “organisatie” heeft 3 soorten betekenissen:
1. Functioneel: het op elkaar afstemmen van activiteiten
2. Institutioneel: de organisatie als instituut (naam, adres,…)
3. Instrumenteel: de manier van organisatie (taakverdeling, afstemming, structuur,
…)
1.1.2 ORGANISATIE, BEDRIJF EN ONDERNEMING VERSCHILLEN
Organisatie, bedrijf en onderneming
o Social profit <> (financial) profit
o Organisatie: 3 elementen, maar niet noodzakelijk bedrijf of onderneming
- = Menselijke samenwerking die blijvend is
- = Bedrijf
- 3 belangrijke kenmerken:
i. Samenwerking door mensen
ii. Aan een gemeenschappelijk doel
iii. Met de bedoeling de organisatie te laten voortbestaan
o Bedrijf: goederen of diensten maken om te verkopen op afzetmarkt (SP <> P)
o Onderneming: bedrijf met winstoogmerk
,1.2 HOE WERKEN ORGANISATIES?
Hoe werken organisaties?
o Het transformatieproces: er komt iets in de organisatie en er gaat iets uit
- Input & Output
o Organisatie =/ afgesloten systeem: omgeving heeft een grote invloed op de
organisatie
o Hiërarchische structuur
1.2.1 HET TRANSFORMATIEPROCES
Het transformatieproces
o Organisaties worden opgericht met een bepaalde doelstelling
- Doelstellingen bereiken? Input moet veranderen in Output
= Omzettingsproces/ transformatieproces
o Input: wat heb je nodig? RESOURCES
- Geld (altijd nodig)
- Grondstoffen, mensen (arbeiders), machines, gebouw, …
o Output: wat wil je bereiken? 2 soorten output
- Gewenste output: vb. goeie koekjes
- Ongewenste output: vb. slechte koekjes
o Omgeving: letterlijk
o Efficiëntie : Zo weinig mogelijk middelen en materialen gebruiken (en daarbij
zoveel mogelijk doelen bereiken)
- Wanneer ben je efficient? Wanneer je met zo weinig mogelijk middelen zoveel
mogelijk doelen bereikt.
- Nadruk op correct middelengebruik
- Door goed gebruik van middelen krijg je een goed gebruik van goederen
o Effectiviteit : Zo veel mogelijk doelen bereiken
- Wanneer ben je effectief? Wanneer je zoveel mogelijk doelen bereikt.
- Nadruk op doelgerichtheid
o Inefficiëntie: doelen bereiken op een inefficiënte manier is nadelig voor een
bedrijf. Het is verspilling of verkwisting.
- Inefficiëntie met geld: vb. teveel inkopen doen voor de productie van een
product, alles te duur aankopen voor de productie
- Inefficiëntie met arbeiders: vb. arbeiders teveel betalen, arbeiders inzetten
zonder ervaring
- …
o Een goede manager bereikt zo veel mogelijk doelen met zo weinig mogelijk
middelen en materialen
, o Vraag: geef concrete voorbeelden van inefficiëntie (middelen, materialen,
mensen,…
1.2.2 DE OMGEVINGSINVLOEDEN
Organisaties staan in rechtsreeks contact met hun omgeving
o Economie, bevolkingsopbouw en politiek klimaat in de omgeving hebben een
sterke invloed op de organisatie
o Voorbeelden: loonpeil, beschikbaarheid van werkkrachten, …
1.2.3 HIËRARCHIE EN ARBEIDSVERDELING IN EEN ORGANISATIE
Hiërarchie en arbeidsverdeling in organisaties:
o Hoe organiseren we ons? Op basis van welke factoren doen we dit? Hoe doen we
dit efficiënt?
1.2.4 WAT HEB JE AAN ORGANISATIES?
Wat heb je aan organisaties? Voorbeelden:
o Sociale contacten
o Loon
o Identificeren
o Erbij willen horen
1.3 MANAGEMENT IN ORGANISATIES
3 manieren om te kijken naar wat managers doen:
o Managementvaardigheden (Robert Katz)
o Managementrollen (Henry Mintzberg)
o Managementfuncties en processen
Wat doet het management?
o Plannen, organiseren, leidinggeven en controleren/ beheersen
1.3.1 MANAGEMENT IN LAGEN
Management lagen:
o Directeur/ CEO
o Topmanagement Strategisch
- Hebben de eindverantwoordelijkheid
- Lange termijn
- Strategische doelen
- Vb. sales, HR, logistiek, …
o Middenmanagement Tactisch
- Rapporteren aan topmanagemen= Tussenpersoon voor de communicatie
- Middellange termijn= tactisch plannen
- Tactische doelen
- Vb. …
o Operationeel management Operationeel
- Plant en verdeelt het werk