100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Bronnen en Beginselen - Objectief recht (Deel I en II) - UA '25-'26

Rating
-
Sold
1
Pages
69
Uploaded on
17-12-2025
Written in
2025/2026

Volledige samenvatting van Bronnen en Beginselen van het recht voor het eerste deel van het examen (objectief recht) op 06/01/2026

Institution
Course
















Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
December 17, 2025
Number of pages
69
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

Bronnen en beginselen van het recht 2025-2026




Deel I. Het Objectieve Recht

Hoofdstuk 1: Objectief en subjectief recht
1.1 Recht en rechten
Recht is relatief in tijd en ruimte

 Objectief recht is een momentopname (statisch) maar wetten veranderen dagelijks
 Recht is gebonden aan staten (nationaal recht) of tussen staten (internationaal recht)

Onderscheid objectief recht en subjectieve rechten

 Objectief recht: geheel van rechtsregels die in de samenleving gelden
 Subjectief recht: slaat op een aanspraak die een persoon kan laten gelden namens het
objectief recht
o Bv. wie iets koopt, heeft als koper het subjectief recht om het gekochte goed te
ontvangen van de verkoper

1.2 Het objectief recht
Nooit spreken over ‘objectieve rechten’

Kernelementen definitie objectief recht:

1. Recht is gericht op de normatieve ordening in en van de samenleving (wat je wel en niet
mag doen)
2. Recht is een geheel van regels en voorschriften
3. Recht is uitgevaardigd door of krachtens het maatschappelijk gezag
4. Recht is afdwingbaar door of krachtens het maatschappelijk gezag

Objectief recht is abstract:

 De nadruk van objectief recht ligt op rechtsregels (law in books)
o De studie van objectief recht (rechtsdogmatiek) wordt de regelgeoriënteerde of
doctrinaire benadering van het recht genoemd
o De nadruk ligt op de rechtsregels en hun onderlinge samenhang
 De tegenhanger is ‘law in action’, waarbij de nadruk ligt op in hoeverre het objectief recht
wordt nageleefd in de praktijk (cf. rechtssociologie)
o Dit is de gedragsgeoriënteerde benadering van het recht
 De rechtsdogmatiek bestudeert objectief recht
 De meta-juridische studie van het recht bestudeert recht als maatschappelijk fenomeen. Dit
is de totstandkoming, uitwerking en naleving van objectief recht

Objectief recht is statisch:

 Het begrip refereert aan het bestaande, geldende recht op een specifiek ogenblik

Materieel en formeel recht:

 Materieel recht: inhoud van rechtsregels (rechten, plichten, rechtsfeiten, recthsgevolgen..)

1
Universiteit Antwerpen

, Bronnen en beginselen van het recht 2025-2026


 Formeel recht: procedures die gevolgd moeten worden om het materiële recht af te dwingen
of te handhaven

1.3 De subjectieve rechten
Recht bekeken op het niveau vanuit het perspectief van de een rechtssubject. Duidt op een door het
objectief recht bekrachtigde bevoegdheid of aanspraak die een rechtssubject jegens een bepaalde
persoon of zaak kan laten uitoefenen.

Tegenover de aanspraak staat meestal een juridische verplichting die door een rechtbank kan
worden afgedwongen.

Door het objectieve recht toegekend:

 Rechtsregels uit het objectieve recht bepalen welke subjectieve rechten een rechtssubject
bezit. Zonder rechtsregel in het objectieve recht, geen sprake van een subjectief recht.
 Grondrecht of fundamenteel recht: wanneer het subjectief recht wordt vermeld in de
grondwet of in een internationaal verdrag over mensenrechten

Belangen:

 Belangen worden juridisch beschermd maar zijn geen subjectieve rechten
 Bv. belang van het kind op op te groeien in een veilige omgeving
 Schending kan wel aanleiding geven tot maatregel of schadevergoeding

Legal conceptions van Wesley Hohfeld:

 Wesley Hohfeld Amerikaanse rechtsfilosoof(19de-20ste eeuw)
 Onderscheid tussen 4 soorten subjectieve rechten

1. Aanspraak: duidt op verhouding tussen een recht dat iemand heeft op iets en de verplichting van
iemand anders die daar tegenover staat.

2. Vrijheid: laat een rechtssubject de vrijheid om iets te doen zonder dat hij daartoe verplicht is.
Vrijheden worden vaak bijkomend beschermt door een verplichting van anderen om niet tussen te
komen in de uitvoering van de vrijheid (cf. immuniteit). Vrijheden kunnen wel beperkt worden door
de overheid.

3. Macht of bevoegdheid: geeft een rechtssubject de bevoegdheid om aanspraken en vrijheden in
het leven te roepen (Gestaltungsrecht). Dit recht omvat de het vermogen om eenzijdig een
rechtsverhouding in het leven te roepen, te wijzigen of te beëindigen. Bv. iemand die een testament
opstelt heeft de macht om het eigendomsrecht van zijn nalatenschap in het leven te roepen voor zijn
nabestaanden.

4. Immuniteit: beschermt tegen de macht van anderen om een aanspraak of vrijheid te wijzigen. Bv.
fundamentele vrijheden ontnemen de staat het recht om wetgeving te maken die fundamentele
rechten schendt. Bij een contract tussen twee partijen bezitten beide partijen de immuniteit dat de
andere partij eenzijdig de contractuele relatie wijzigt.

Hypothetische vorm van subjectieve rechten:

De rechtsregels uit het objectief recht die aan de basis liggen van subjectieve rechten hebben vaak
een hypothetische vorm (Als… dan…). Er wordt een norm gesteld waarbij aan bepaalde handelingen



2
Universiteit Antwerpen

, Bronnen en beginselen van het recht 2025-2026


een rechtsgevolg gekoppeld. Bv. in artikel 6.5 BW wordt beschreven dat eenieder de schade die hij
aan een ander veroorzaakt door zijn fout, moet vergoeden.

Tot leven in de toepassing:

Het objectief recht komt pas tot leven wanneer de titularis van een subjectief recht zijn recht opeist.
In dit geval zal de situatie getoetst worden aan de norm, beschreven in het objectief recht, en kijken
of de situatie voldoet aan de beschreven norm. Zo ja, dan zullen de rechtsgevolgen die in de norm
beschreven staan daaruit voortvloeien.

Het rechtssubject (un sujet de droit):

 Degene waarvoor een rechtsnorm gevolgen teweegbrengt of degene aan wie het objectieve
recht rechten toekent en verplichting oplegt.
 2 soorten: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon

De natuurlijke of fysieke persoon (une personne physique):

 Elk mens is een natuurlijk persoon zonder uitzonderingen.
 Het verlies van alle rechten verbonden aan een natuurlijk persoon is onmogelijk
 Vroeger kon dit wel (bv. bij slavernij of de burgerlijke dood)

Rechtsbekwaamheid en handelingsbekwaamheid:

 Rechtsbekwaamheid: de geschiktheid om houder te zijn van subjectieve rechten
 Handelingsbekwaamheid: de geschiktheid om rechtshandelingen te stellen

Dieren, planten, voorwerpen:

 Zijn geen rechtssubjecten en hebben bijgevolg geen subjectieve rechten of plichten
 Kunnen wel voorwerp uitmaken van een subjectief recht van een rechtssubject (bv.
eigendomsrecht)

De rechtspersoon (une personne morale):

 Een groepering van rechtssubjecten of een voor een bepaald doel afgescheiden vermogen
die/dat ten aanzien van het recht beschouwd wordt als een zelfstandig rechtssubject.
 Kan rechten, plichten en eigendom hebben
 2 soorten: publiekrechtelijke en privaatrechtelijke

Rechtspersonen van publiekrecht (une personne morale de droit public):

 Door de overheid opgerichte rechtspersonen (bv. de Belgische Staat, gemeenschappen,
provincies, gemeenten, zelfstandige agentschappen…)




3
Universiteit Antwerpen

, Bronnen en beginselen van het recht 2025-2026


Privaatrechtelijke rechtspersonen (une personne morale de droit privé):

3 soorten

1. Vennootschappen: opgericht door één of meerdere personen (vennoten) die een inbreng
doen van vermogen
a. De vennootschap onder firma (VOF)
b. De commanditaire vennootschap (CommV)
c. De besloten vennootschap (BV)
d. De coöperatieve vennootschap (CV)
e. De naamloze vennootschap (NV)
2. Vereniging zonder winstoogmerk: opgericht door twee of meer personen om een
belangeloos doel na te steven zonder uitkering van enig vermogensvoordeel voor de leden
3. Stichting: een rechtspersoon zonder leden waarvan het vermogen wordt bestemd om een
belangeloos doel na te streven, zonder uitkering van enig vermogensvoordeel aan de
stichters of bestuurders

Rechtspersonen treden op via hun organen, dit zijn fysieke personen die volgens de wet of statuten
van de rechtspersoon gemachtigd zijn om op te treden in naam van de rechtspersoon

Feitelijke vereniging:

 Groeperingen van mensen zonder rechtspersoonlijkheid
 De wetgever kan in uitzonderlijke gevallen beperkte rechtspersoonlijkheid toekennen aan
een feitelijke vereniging (bv. bij vakbonden gelet deze wel cao’s kunnen afsluiten)

Het rechtsobject:

 Het rechtsobject is het voorwerp van een subjectief recht. Ook wel het door het objectief
recht aan het rechtssubject verleende voordeel.

Op basis van het rechtsobject kunnen subjectieve rechten in twee categorieën worden opgedeeld:

1. Politieke subjectieve rechten
2. Burgerlijke subjectieve rechten

Politieke subjectieve rechten:

Rechten en bevoegdheden van de burger om deel te nemen aan het bestuur van en het leven in de
staat. Onderverdeling:

 Politieke vrijheden (bv. vrijheid van meningsuiting)
 Participatierechten, die een persoon toelaten om deel te nemen aan het overheidsbeleid (bv.
stemrecht)
 Sociaal-economische rechten, die een persoon het recht verlenen op basisvoorzieningen (bv.
onderwijs) en financiële tegemoetkoming (bv. uitkering)

Betwistingen over politieke subjectieve rechten worden behandeld de gewone rechtbanken. De
wetgever kan voor bepaalde gevallen bestuurlijke rechtscolleges oprichten (art. 145 Gw).




4
Universiteit Antwerpen

, Bronnen en beginselen van het recht 2025-2026


Burgerlijke subjectieve rechten:

Verlenen een persoon de bevoegdheid om zijn individuele levenssfeer te regelen. Opgedeeld:

 Extra patrimoniale rechten (niet in geld waardeerbaar, bv. persoonlijkheidsrechten)
 Patrimoniale rechten (wel in geld waardeerbaar, bv. zakelijke rechten of intellectuele
rechten)

Gewone rechtbanken zijn bevoegd voor geschillen omtrent burgerlijke subjectieve rechten (art. 144
Gw)

Rechtsfeiten:

Is een feit (gebeurtenis of handeling) waaraan een rechtsregel gevolgen verbindt. 3 soorten:

 Loutere rechtsfeiten: feiten buiten specifiek handelen van iemand (bv. stormschade,
geboorte, schade door huisdier)
 Feitelijke handelingen: handeling door iemand zonder dat deze de rechtsgevolgen bewust
beoogd had (bv. verkeersongeval)
 Rechtshandelingen: eenzijdige (bv. testament) of meerzijdige handelingen (bv. contract) met
oog op de rechtsgevolgen die het objectief recht aan de handeling verbindt

Het rechtsgevolg:

Het gevolg dat een rechtsregel aan een rechtsfeit verbindt. Verschillende vormen:

 Het ontstaan, wijzigen of uitdoven van subjectieve rechten
 Het ontstaan, wijzigen of uitdoven van rechtsplichten
 De sanctionering van een overtreding van een rechtsplicht (bv. dwangsom of
geld/vrijheidsbenemende straf)
 De wijziging in de rechtstoestand van een rechtssubject (bv. testament)


Hoofdstuk 2. Het objectieve recht
2.1 De normatieve ordening in en van de samenleving
als doel van het recht
2.1.1 ordening van de samenleving
Nood aan ordening:

In elke samenleving is er nood aan ordening via gedragsregels. Ubi homo, ibi societas. Ubi societas,
ibi ius. Ergo ubi homo, ibi ius (waar mensen zijn, is er een samenleving. Waar een samenleving is, is
er recht. Dus waar er mensen zijn, is er recht). Wanneer er geen recht is, geldt de wet van de
sterksten. Om zwakkere te beschermen en chaos te vermijden is er nood aan recht in een
samenleving. Welke regels deel uitmaken van recht hangt af van de benadering.

Gedragsgeoriënteerde benadering (law in action):

 Bij deze benadering beschouwt men alle formele en informele gedragsregels die het doel
hebben om bepaalde maatschappelijke problemen aan te pakken als recht.
 De rechtssociologie kijkt naar het ontstaan, functionering, verandering en toepassing van
deze regels in de sociale werkelijkheid

5
Universiteit Antwerpen

, Bronnen en beginselen van het recht 2025-2026


 Men kijkt naar de praktische toepassing van de regels (culturele gewoontes in minder
complexe samenlevingen worden ook als rechtsregels beschouwd)

Regelgeoriënteerde benadering (law in books):

 Kijkt enkel naar het geheel van regels die door of krachtens het maatschappelijk gezag
worden uitgevaardigd en gehandhaafd.
 Deze regels hebben een normatief karakter (ze beschrijven hoe mensen zich moeten
gedragen), los van de vraag hoe de regels in de praktijk werken.
 Informele gedragsregels worden bij deze benadering niet beschouwd als recht

Sociale contracttheorieën:

Het staatsgezag ontleent zijn legitimiteit deels aan zijn ordende functie. De wijze waarop de staat
optreedt was doorheen de geschiedenis zeer verschillende van autocratie tot democratie.

Bij de opkomst van de moderne staat, ontstond er een notie van sociale contracttheorieën waarbij
de staat zijn gezag ontleent aan een metaforisch contract tussen de staat en het individu. Enkele
filosofen gaven een eigen invulling aan deze sociale contracttheorie.

Thomas Hobbes (17e eeuw): homo homini lupus

 ‘De mens als wolf voor de medemens’ homo homini lupus (boek: Leviathan)
o De motivatie van de mens ligt in het goede voor zichzelf, handelen uit eigenbelang
en voor zelfbehoud. Ook als dit ten koste gaat van anderen.
o Zonder ordening leidt dit tot een oorlog van allen tegen allen
 Om dit te voorkomen formuleert Hobbes een aantal natuurwetten (Lex naturalis)
o Natuurwet: algemene regel die door de rede kan worden waargenomen en die de
mens verbiedt handelingen te stellen die zijn leven schade toebrengen
o Dergelijke wet beperkt het natuurlijk recht op zelfbehoud in de zin dat het
beperkingen stelt aan het gebruik van middelen ten behoeve van dat zelfbehoud
o De meest omvattende natuurwet is het streven naar vrede, de andere natuurwetten
staan in functie daarvan
o Zo moeten mensen bereid zijn om, in het belang van vrede, afstand te doen van hun
aanspraak op zaken die zij nodig hebben voor hun zelfbehoud en zich beperken tot
middelen die ze kunnen gebruiken zonder conflicten met anderen te veroorzaken
 Mensen zullen deze natuurwetten niet vanzelf naleven
o Irrationeel gedrag uit eigenbelang en korte termijn denken is eigen aan de mens
 Om de naleving van natuurwetten te waarborgen moet een soeverein worden aangeduid
o Kan één persoon of een groep van personen zijn
o De soeverein bepaalt welke handelingen verenigbaar zijn met de natuurwetten en
maakt concrete regels of wetten
o De soeverein heeft de macht om die wetten met geweld af te dwingen
o De soeverein krijgt zijn macht via een sociaal contract
o Het sociaal contract bestaat tussen alle mensen, die volgens de natuurwet van vrede
verplicht zijn om hun macht af te staan aan een soeverein
o De soeverein is geen contractpartij en moet geen verantwoording afleggen. Hij heeft
absolute macht.




6
Universiteit Antwerpen

, Bronnen en beginselen van het recht 2025-2026


John Locke (17e eeuw): scheiding der machten

 De mens bezit in zijn natuurtoestand rechten zoals recht op eigen leven, gezondheid, vrijheid
en bezit.
 Minder pessimistisch over aard van de mens
o Mensen kunnen samenleven zonder dat er een staat nodig is
o Bij conflicten over de miskenning van natuurrechten dreigt er wel discussie over of er
al dan niet een miskenning heeft plaatsgevonden en hoeveel de schadevergoeding
moet bedragen
 Rol van de staat: individuen sluiten een sociaal contract waarbij ze een derde partij
aanstellen om geschillen te beslechten en onenigheid te vermijden (de staat)
o De staat kan de natuurrechten definiëren via wetgeving (wetgevende macht)
o De staat kan deze wetgeving handhaven/afdwingen (uitvoerende macht)
 Deze twee machten moeten gescheiden worden van elkaar
o De uitvoerende macht is ondergeschikt aan de wetgevende macht
 Legitimiteit van de staat:
o Burgers moeten participeren via hun vertegenwoordigers
o Deze vertegenwoordigers zijn verantwoording verschuldigd aan hun stemmers
 Macht van de staat is niet absoluut
o Moet steunen op impliciete instemming van de meerderheid, via
vertegenwoordigers
o Individuen staan hun eigen rechten en vrijheden niet af aan de staat
o Volkssoevereiniteit, wanneer de staat de rechten van burgers miskent leidt dit tot de
ontbinding van de zittende macht
o Burgers hebben recht op verzet tegen de staat
 Het primair doel van de staat is om de natuurlijke rechten van de burgers te beschermen
 Locke’s ideeën werden gebruikt voor de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten

Jean-Jacques Rousseau (18e Eeuw) – La volonté générale

 Collectieve i.p.v. individuele benadering van het sociaal contract
o Het individu is van nature vrij maar door machtsrelaties kan de ene de ander
onderdrukken
o Om de vrijheid terug te brengen ruilen mensen hun individuele wil in voor de
algemene wil (la volonté générale)
o De burger moet handelen in belang van de algemene volkswil
o Het volk behoudt zijn macht en de regering moet de volkswil uitvoeren
o De volkswil wordt niet bekomen via vertegenwoordigers maar door
volksvergaderingen
o De regering moet de volkswil aan iedereen opleggen
o De volkswil gaat voor op de individuele vrijheid (in tegenstelling tot bij Locke)
o Mensen moeten gehoorzamen ook als dit niet in hun eigen belang is

Recht is normatief:

Het recht heeft als functie een ordening in de samenleving te creëren waarbij vrijheid van het
individu alsook vrijheid van anderen gewaarborgd wordt.

Het recht doet dit op normatieve wijze: gedragsregels opleggen voor private personen alsook voor
publieke instellingen die gezag uitoefenen.

7
Universiteit Antwerpen

, Bronnen en beginselen van het recht 2025-2026


Op de ordenende functie uit te oefenen moet er sprake zijn van rechtszekerheid en rechtvaardigheid.

2.1.2 Recht en rechtszekerheid
Rechtszekerheid (la sécurité juridique) stelt de rechtsonderhorige (le justiciable) in staat om de
gevolgen van zijn handelen in te schatten.

4 Voorwaarden voor rechtszekerheid:

1 Algemeenheid

Het recht moet op iedereen van toepassing zijn (iedereen gelijk voor de wet). Uitzonderingen zijn
enkel mogelijk wanneer deze duidelijk beschreven staan in het recht.

2 Voorspelbaarheid

Het recht moet voorspelbaar zijn. Hiervoor moet het recht kenbaar en toegankelijk zijn (cf. Belgisch
Staatsblad)

Voorspelbaarheid houdt ook in dat de overheid zich houdt aan het recht en dat er bij geschillen op
grond van het recht wordt rechtgesproken, en de rechterlijke beslissing desnoods wordt
afgedwongen.

3 Duidelijkheid en consistentie

Rechtsregels moeten duidelijk zijn en zo weinig mogelijk interpretatieruimte overlaten. Ook mogen
verschillende rechtsregels niet tegenstrijdig zijn.

4 Vastheid

Het recht mag niet te snel wijzigen. Wijzigingen zijn toegelaten maar dan moet men er op kunnen
vertrouwen dat de wetmatigheid van een handeling enkel getoetst wordt aan de wetgeving die op
het moment van de handeling van toepassing was (cf. verbod op retroactieve werking van de wet).

De formele rechtstaat :

Rechtszekerheid heeft enkel betrekking op de formele aspecten van het recht, of de wetgeving op
wettelijke manieren wordt aangenomen (niet over de inhoud/ het materiële aspect)

Vanuit de formele benadering van de rechtsstaat mag de staat enkel zijn macht uitoefenen voor
zover deze uitoefening op overeengekomen regels gebaseerd is. Niet op basis van willekeur zoals in
de middeleeuwen het geval was. In de formele zin houdt de rechtstaat in dat:

1. Eenieder (ook de overheid) is gebonden aan de wet
2. De wetgevende en rechtsprekende functie zijn gescheiden
3. Niemand staat boven de wet

In de formele rechtstaat wordt alle wetgeving door de bevoegde organen aangenomen en
consequent toegepast door de rechterlijke macht, zonder naar de inhoud te kijken.

Wetspositivisme :

Benadering uit de rechtswetenschap die gelijktijdig ontstond met de opkomst van het positivisme als
wetenschapsfilosofie.




8
Universiteit Antwerpen

, Bronnen en beginselen van het recht 2025-2026


De wetspositivist richt zijn aandacht exclusief op de beschrijving van empirisch vast te stellen
ervaringen (de vorm) zonder te zoeken naar universele waardenopvattingen (over de inhoud) die
zouden bepalen wat recht is.

De wet, aangenomen door de wetgever, is voor de wetspositivist de voornaamste bron van het recht.

Uitgangspunten:

 De wil van de wetgever is de enige bron van recht
 Enkel regels die door de staat volgens de geijkte procedures worden uitgevaardigd zijn
rechtsregels.
 De beoefening van het recht is een waardevrije discipline die moet streven naar een
objectieve en beschrijvende analyse van de wil van de wetgever, zoals die tot uiting komt in
de wet.
 Er is geen noodzakelijke band tussen recht en moraal

Falend wetspositivisme: de Nürnbergwetten

Enkel rechtszekerheid is onvoldoende om te spreken van recht. Dit werd duidelijk in Nazi-Duitsland
met de totstandkoming van de Nürnbergwetten. Louter wet positivistisch voldeden de wetten aan de
voorwaarden van rechtszekerheid. De wetten waren:

 Aangenomen door het wettelijk verkozen parlement (legitiem)
 Ze waren gedetailleerd in hun omschrijving (duidelijk)
 De rechtsgevolgen waren voorspelbaar (voorspelbaar)

Echter is er geen sprake van recht zoals wordt begrepen in de moderne democratische samenleving
waar eerbiediging van de menselijke waardigheid en individuele vrijheid centraal statat

Idee van de materiële rechtstaat:

De Nürnbergwetten leren ons dat inhoud eveneens telt om te kunnen spreken van recht. De louter
formele criteria volstaan niet om recht te doen slagen in zijn ordenende functie.

Formele vs. Materiële democratie:

Formele democratie

Bij de formele benadering van democratie ligt de focus om de aanwezigheid van procedures die
moeten leiden tot democratische besluitvorming: verkiezingen, verkozen kunnen worden en
besluitvorming volgens de meerderheidsregel. Het louter behalen van een meerderheid van de
stemmen volstaat om te kunnen spreken van een democratie, ongeacht de inhoud van de
besluitvorming.

Materiële democratie

Gaat uit van de idee dat een democratie verder gaat dat de procedurele kant om
meerderheidsbesluitvormig te bekomen. De beslissingsorganen moeten ook rekening houden met
de fundamentele waarden zoals gelijkheid, vrijheid en de menselijke waardigheid.

Materiële rechtstaat:

In een materiële rechtstaat moet er ook inhoudelijk/materieel rekening gehouden worden met
menselijke waardigheid en individuele vrijheid.


9
Universiteit Antwerpen
$12.12
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
lv10

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
lv10 Universiteit Antwerpen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
New on Stuvia
Member since
2 weeks
Number of followers
1
Documents
3
Last sold
9 hours ago
Lucas V.

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions