Basis Respiratie
Het respiratoir systeem
het respiratoir systeem (ademhalingsstelsel) neemt zuurstof op voor de lichaamscellen en verwijdert
koolstofdioxide. Een uitwisseling van deze gassen vindt plaats in de longen in een kleine ruimte die
gevuld zijn met lucht, de alveoli. Lucht komt de neus- of mondholte binnen en stroomt via de farynx
(keelholte) en de larynx (strottenhoofd) naar de trachea (luchtpijp). Verderop vertakt de trachea zich
in twee hoofdbronchiën, die ieder naar een long lopen en verder vertakken in de bronchiën. De
bronchiën vertakken zich verder in bronchioli. De bronchioli eindigen in de longen in de alveoli.
Stoornissen van de ademhaling kunnen optreden in 3 niveaus:
• Ventilatie is het proces waarbij lucht de longen in-en uitstroomt. De lucht in de longen wordt
ververst doordat de borstholte door de verschillende spieren wordt vergroot of verkleind.
• Diffusie is de verplaatsing van gassen tussen de alveoli en het bloed in de longcappilairen.
• Perfusie is de doorbloeding vanuit de arterie pulmonalis naar de capillairen rondom de
alveoli.
, Aansturing ademprikkel
Normale PCo2 = 42 mmHg
Wanneer de CO2 te hoog wordt/ je bloed te zuur wordt, geven de chemoreceptoren een signaal af,
waardoor je een ademhalingsprikkel krijgt. Wanneer iemand drugs gebruikt, verhoogd de opiaat de
drempel van 42 naar 50/60/70. Dan wordt de prikkel pas later doorgegeven aan de hersenstam,
waardoor de patiënt niet benauwd wordt.
Bij een opiaatintoxicatie wordt een medicijn gebruikt die de opiaten van de receptoren afhaalt,
waardoor de prikkels weer normaal worden doorgegeven en de patiënt weer normaal ademt.
Longvolumes- en capaciteiten
• Het ademarbeid is de moeite die de ademhalingsspieren moeten doen om lucht in en uit de
ademen.
• Het teugvolume (Vt) of ademvolume is de hoeveelheid lucht die zich in of uit de longen
verplaatst tijdens een enkele ademhalingscyclus. Deze bedraagt gemiddeld 500ml.
• Expiratoir reservevolume (ERV), de hoeveelheid die aan het einde van een dergelijke
ademhalingscyclus zou kunnen worden uitgeblazen.
• Het Inspiratoir reservevolume (IRV) is de hoeveelheid lucht die boven op het ademvolume
kan worden ingeademd.
• De totale longcapaciteit (TLC) zijn alle longvolumes bij elkaar opgeteld.
• Het residuvolume (RV) is de hoeveelheid lucht die, zelfs na een maximale uitademing, in de
longen achterblijft.
• Het functionele residu capaciteit (FRC) is de totale inhoud van de longen.
Het respiratoir systeem
het respiratoir systeem (ademhalingsstelsel) neemt zuurstof op voor de lichaamscellen en verwijdert
koolstofdioxide. Een uitwisseling van deze gassen vindt plaats in de longen in een kleine ruimte die
gevuld zijn met lucht, de alveoli. Lucht komt de neus- of mondholte binnen en stroomt via de farynx
(keelholte) en de larynx (strottenhoofd) naar de trachea (luchtpijp). Verderop vertakt de trachea zich
in twee hoofdbronchiën, die ieder naar een long lopen en verder vertakken in de bronchiën. De
bronchiën vertakken zich verder in bronchioli. De bronchioli eindigen in de longen in de alveoli.
Stoornissen van de ademhaling kunnen optreden in 3 niveaus:
• Ventilatie is het proces waarbij lucht de longen in-en uitstroomt. De lucht in de longen wordt
ververst doordat de borstholte door de verschillende spieren wordt vergroot of verkleind.
• Diffusie is de verplaatsing van gassen tussen de alveoli en het bloed in de longcappilairen.
• Perfusie is de doorbloeding vanuit de arterie pulmonalis naar de capillairen rondom de
alveoli.
, Aansturing ademprikkel
Normale PCo2 = 42 mmHg
Wanneer de CO2 te hoog wordt/ je bloed te zuur wordt, geven de chemoreceptoren een signaal af,
waardoor je een ademhalingsprikkel krijgt. Wanneer iemand drugs gebruikt, verhoogd de opiaat de
drempel van 42 naar 50/60/70. Dan wordt de prikkel pas later doorgegeven aan de hersenstam,
waardoor de patiënt niet benauwd wordt.
Bij een opiaatintoxicatie wordt een medicijn gebruikt die de opiaten van de receptoren afhaalt,
waardoor de prikkels weer normaal worden doorgegeven en de patiënt weer normaal ademt.
Longvolumes- en capaciteiten
• Het ademarbeid is de moeite die de ademhalingsspieren moeten doen om lucht in en uit de
ademen.
• Het teugvolume (Vt) of ademvolume is de hoeveelheid lucht die zich in of uit de longen
verplaatst tijdens een enkele ademhalingscyclus. Deze bedraagt gemiddeld 500ml.
• Expiratoir reservevolume (ERV), de hoeveelheid die aan het einde van een dergelijke
ademhalingscyclus zou kunnen worden uitgeblazen.
• Het Inspiratoir reservevolume (IRV) is de hoeveelheid lucht die boven op het ademvolume
kan worden ingeademd.
• De totale longcapaciteit (TLC) zijn alle longvolumes bij elkaar opgeteld.
• Het residuvolume (RV) is de hoeveelheid lucht die, zelfs na een maximale uitademing, in de
longen achterblijft.
• Het functionele residu capaciteit (FRC) is de totale inhoud van de longen.