Goederen & bijzondere ovk
SANNE VERMOESEN
,DEEL 1: ALGEMENE BEGRIPPEN VH VERMOGENSRECHT
Hoofdstuk 1: Vermogensrechte: persoonlijke en zakelijke rechten
1. Inleiding
Soorten vermogensrechten:
1) Persoonlijke (boek 3)
2) Zakelijke (boek 2)
3) Intellectuele
PERSOONLIJKE ZAKELIJKE
Uitgerust met Nee Ja
attributen
Verjaring 10 jaar 30 jaar
Bevoegde rechter Woonplaats verweerder Plaats goed
Publiciteit Nee Ja
• Schuldvordering: kennisgeving
aan schuldenaar (art 1690)
• Roerend: bezit (art 3.24)
• Onroerend: hypothecaire
publiciteit (art 3.30)
2. Klassieke leer: interne verhouding
→ Henri de Page
Onderscheid ligt in de inwendige structuur vh recht
PERSOONLIJK ZAKELIJK
Rechtsverhouding tss 2 peronen Rechtsverhouding tussen oject en subject
→ Aanspraak op bepaalde gedraging ve persoon → Rechtstreeks heerschappij over het goed
Kritiek:
→ Vermenging beide op grond van de misvatting dat zakelijke rechten niet afdwingbaar zouden zijn tov
personen & persoonlijke rechten niets met goederen te maken zouden hebben
• Persoonlijke rechten ook betrekking op goederen: bv uitlenen van een goed
→ Dematerialisering van het goederenrecht: zakelijke rechten rusten steeds vaker op
onlichamelijke goederen, waaronder persoonlijke rechten
• Zakelijke rechten kunnen ook persoonlijke verhouding doen ontstaan
o Erfdienstbaarheden
o Verhouding VG en BE
o Verhouding erfpachter en opstalhouder
3. Personalisme: externe verhouding
→ Marcel Planiol
= Goederen zijn in sterke mate verbonden met de persoonlijke sfeer v/h individu. Deze visie benadrukt
de relatie tussen het individu& zijn eigendom, waarbij eigendommen worden gezien als een verlengstuk
v/d persoon zelf.
Kritiek op klassiek onderscheidingscriterium heeft geleid tot een subjectivering van zakelijke rechten
= ZR worden steeds meer gedefinieerd in termen van subject-rechtsverhoudingen
,Leer vh Personalisme
= een rechtsverhouding kan enkel bestaan tussen rechtssubjecten, NOOIT tussen een rechtssubject en
een goed
→ maw zowel ZR als PR creëren een rechtsband tss 2 rechtssubjecten
Onderscheid op vlak van tegenwerpelijkheid:
PERSOONLIJK ZAKELIJK
VBR ten laste van 1 persoon (inter partes) Passieve universele VBR (erga omnes)
VBR ten aanzien van iedereen om zich te
onthouden van een inbreuk daarop
→ relatief recht → absoluut recht
Tegenwerpelijk: kennis van bestaand recht Tegenwerpelijk: publiciteitsmaatregel
→ problematisch want verkrijger handelt bijna → verkrijging te goeder trouw is NIET mogelijk
altijd te goeder trouw voor OG die overgeschreven zijn, maar WEL voor
RG (art 3.28)
Kritiek:
→ ten onrechte interne en externe kenmerken met elkaar verweven
• Ook persoonlijke rechten kunnen gevolgen tov derde veroorzaken
• 3de hebben de verplichting om zich te onthouden van inbreuken op persoonlijke rechten
waarvan ze kennis hebben
→ bv. Derde-medeplichtigheid contractbreuk
→ Boswachtersarrest HvC 1909
Nadat een dokter medische zorgen had verleend aan een boswachter, en niet werd betaald
door deze, richtte hij zich tegenover diens verzekeringsmaatschappij wegens
vermogensvermeerdering zonder oorzaak. Het Hof besliste dat het contract tussen de
boswachter en de maatschappij an sich wél een oorzaak en dus tegenwerpelijk was aan de
dokter (een 3de).
→ contract heeft wel effect tov 3den in de zin dat zij het bestaan v/e rechtsgeldige RH moeten
erkennen (gecodificeerd in art 5.103, lid 2 BW)
4. Neopersonalisme
→ Ginossar
= eigendomsrecht overstijgt de indeling tussen persoonlijke en zakelijke rechten
• Elke vermogenrechtelijk toebehoren, elke onttrekking ve goed, maakt eigendom uit
• Alle andere ZR en PR worden omschreven in termen van VBR
PERSOONLIJK ZAKELIJK
Persoonlijke VBR Kwalitatieve VBR
= verplichting verbonden aan een persoon = verplichting die gekoppeld is aan een
→ niet overdraagbaar, verplichting verdwijnt bepaald goed om iets of niets te doen
als goed overgaat → gaat automatisch over op nieuwe eigenaar
→ gaat enkel over onder algemene titel als goed wordt overgedragen
Kritiek:
→ uitbreiding vh eigendomsrecht tot alle vermogensrechten
MAAR onterecht: in plaats van het eigendomsrecht uit te hollen, heeft hij de toekomstige evoluties vh
eigendomsrecht weergegeven
, 5. Numerus-Clausus-beginsel bij zakelijke rechten
Formeel afbakeningsmechanisme
→ Enkel de zakelijke rechten die in de wet zijn benoemd als zakelijke rechten kunnen worden
beschouwd
Art 3.3 BW
Externe dimensie Interne dimensie
Typenzwang Typenfixierung
= enkel de wetgever mag zakelijke rechten = partijen moeten de wezenskenmerken van de
creëren betrokken zakelijke rechten eerbiedigen
→ strenge toepassing → Flexibel/ soepel
Opsomming zakelijke rechten:
1) Eigendomsrecht
2) Mede-eigendom
3) Zakelijke gebruiksrechten
= zakelijke rechten die de titularis ervan een gebruiks- en genotsrecht verlenen m.b.t. een
welbepaald goed
• Erfdienstbaarheden
• Vruchrgebruik
• Opstal
• erfpacht
4) Zakelijke zekerheden
= zakelijke rechten die hoofdzakelijk tot doel hebben de nakoming v/e schuldvordering te
voldoen; ze verlenen de titularis enkel het recht om als eerste uitbetaald te worden uit de
opbrengst van het goed waarop ze betrekking hebben
• Bijzondere voorrechten
• Retentierecht
= verleent aan de SE het recht om de teruggave ve goed dat door zijn SA werd
overhandigd, op te schorten zolang zijn schuldvordering die verband houdt met dat goed
niet is voldaan (Vb. art 27 HHW)
• Pand
• Hypotheek
Eigendom als accessoir zakelijk recht
Fiduciaire eigendom
= rechtsfiguur waarbij de eigendom van een goed wordt overgedragen aan een ander ter beveiliging van
een schuld of verplichting
→ voorwaardelijk: zodra de schuld/verplichting is voldaan, wordt de eigendom teruggegeven
→ 2 vormen
1) Ten titel van beheer (kwaliteitsrekening)
2) Ten titel van zekerheid (pandrecht)
Opm: uit art 3.1 BW blijkt dat de wilsautonomie ook bij zakelijke rechten een grote rol speelt (want
suppletief recht), binnen de bestaande ‘boxen’ (want gesloten stelsel)
SANNE VERMOESEN
,DEEL 1: ALGEMENE BEGRIPPEN VH VERMOGENSRECHT
Hoofdstuk 1: Vermogensrechte: persoonlijke en zakelijke rechten
1. Inleiding
Soorten vermogensrechten:
1) Persoonlijke (boek 3)
2) Zakelijke (boek 2)
3) Intellectuele
PERSOONLIJKE ZAKELIJKE
Uitgerust met Nee Ja
attributen
Verjaring 10 jaar 30 jaar
Bevoegde rechter Woonplaats verweerder Plaats goed
Publiciteit Nee Ja
• Schuldvordering: kennisgeving
aan schuldenaar (art 1690)
• Roerend: bezit (art 3.24)
• Onroerend: hypothecaire
publiciteit (art 3.30)
2. Klassieke leer: interne verhouding
→ Henri de Page
Onderscheid ligt in de inwendige structuur vh recht
PERSOONLIJK ZAKELIJK
Rechtsverhouding tss 2 peronen Rechtsverhouding tussen oject en subject
→ Aanspraak op bepaalde gedraging ve persoon → Rechtstreeks heerschappij over het goed
Kritiek:
→ Vermenging beide op grond van de misvatting dat zakelijke rechten niet afdwingbaar zouden zijn tov
personen & persoonlijke rechten niets met goederen te maken zouden hebben
• Persoonlijke rechten ook betrekking op goederen: bv uitlenen van een goed
→ Dematerialisering van het goederenrecht: zakelijke rechten rusten steeds vaker op
onlichamelijke goederen, waaronder persoonlijke rechten
• Zakelijke rechten kunnen ook persoonlijke verhouding doen ontstaan
o Erfdienstbaarheden
o Verhouding VG en BE
o Verhouding erfpachter en opstalhouder
3. Personalisme: externe verhouding
→ Marcel Planiol
= Goederen zijn in sterke mate verbonden met de persoonlijke sfeer v/h individu. Deze visie benadrukt
de relatie tussen het individu& zijn eigendom, waarbij eigendommen worden gezien als een verlengstuk
v/d persoon zelf.
Kritiek op klassiek onderscheidingscriterium heeft geleid tot een subjectivering van zakelijke rechten
= ZR worden steeds meer gedefinieerd in termen van subject-rechtsverhoudingen
,Leer vh Personalisme
= een rechtsverhouding kan enkel bestaan tussen rechtssubjecten, NOOIT tussen een rechtssubject en
een goed
→ maw zowel ZR als PR creëren een rechtsband tss 2 rechtssubjecten
Onderscheid op vlak van tegenwerpelijkheid:
PERSOONLIJK ZAKELIJK
VBR ten laste van 1 persoon (inter partes) Passieve universele VBR (erga omnes)
VBR ten aanzien van iedereen om zich te
onthouden van een inbreuk daarop
→ relatief recht → absoluut recht
Tegenwerpelijk: kennis van bestaand recht Tegenwerpelijk: publiciteitsmaatregel
→ problematisch want verkrijger handelt bijna → verkrijging te goeder trouw is NIET mogelijk
altijd te goeder trouw voor OG die overgeschreven zijn, maar WEL voor
RG (art 3.28)
Kritiek:
→ ten onrechte interne en externe kenmerken met elkaar verweven
• Ook persoonlijke rechten kunnen gevolgen tov derde veroorzaken
• 3de hebben de verplichting om zich te onthouden van inbreuken op persoonlijke rechten
waarvan ze kennis hebben
→ bv. Derde-medeplichtigheid contractbreuk
→ Boswachtersarrest HvC 1909
Nadat een dokter medische zorgen had verleend aan een boswachter, en niet werd betaald
door deze, richtte hij zich tegenover diens verzekeringsmaatschappij wegens
vermogensvermeerdering zonder oorzaak. Het Hof besliste dat het contract tussen de
boswachter en de maatschappij an sich wél een oorzaak en dus tegenwerpelijk was aan de
dokter (een 3de).
→ contract heeft wel effect tov 3den in de zin dat zij het bestaan v/e rechtsgeldige RH moeten
erkennen (gecodificeerd in art 5.103, lid 2 BW)
4. Neopersonalisme
→ Ginossar
= eigendomsrecht overstijgt de indeling tussen persoonlijke en zakelijke rechten
• Elke vermogenrechtelijk toebehoren, elke onttrekking ve goed, maakt eigendom uit
• Alle andere ZR en PR worden omschreven in termen van VBR
PERSOONLIJK ZAKELIJK
Persoonlijke VBR Kwalitatieve VBR
= verplichting verbonden aan een persoon = verplichting die gekoppeld is aan een
→ niet overdraagbaar, verplichting verdwijnt bepaald goed om iets of niets te doen
als goed overgaat → gaat automatisch over op nieuwe eigenaar
→ gaat enkel over onder algemene titel als goed wordt overgedragen
Kritiek:
→ uitbreiding vh eigendomsrecht tot alle vermogensrechten
MAAR onterecht: in plaats van het eigendomsrecht uit te hollen, heeft hij de toekomstige evoluties vh
eigendomsrecht weergegeven
, 5. Numerus-Clausus-beginsel bij zakelijke rechten
Formeel afbakeningsmechanisme
→ Enkel de zakelijke rechten die in de wet zijn benoemd als zakelijke rechten kunnen worden
beschouwd
Art 3.3 BW
Externe dimensie Interne dimensie
Typenzwang Typenfixierung
= enkel de wetgever mag zakelijke rechten = partijen moeten de wezenskenmerken van de
creëren betrokken zakelijke rechten eerbiedigen
→ strenge toepassing → Flexibel/ soepel
Opsomming zakelijke rechten:
1) Eigendomsrecht
2) Mede-eigendom
3) Zakelijke gebruiksrechten
= zakelijke rechten die de titularis ervan een gebruiks- en genotsrecht verlenen m.b.t. een
welbepaald goed
• Erfdienstbaarheden
• Vruchrgebruik
• Opstal
• erfpacht
4) Zakelijke zekerheden
= zakelijke rechten die hoofdzakelijk tot doel hebben de nakoming v/e schuldvordering te
voldoen; ze verlenen de titularis enkel het recht om als eerste uitbetaald te worden uit de
opbrengst van het goed waarop ze betrekking hebben
• Bijzondere voorrechten
• Retentierecht
= verleent aan de SE het recht om de teruggave ve goed dat door zijn SA werd
overhandigd, op te schorten zolang zijn schuldvordering die verband houdt met dat goed
niet is voldaan (Vb. art 27 HHW)
• Pand
• Hypotheek
Eigendom als accessoir zakelijk recht
Fiduciaire eigendom
= rechtsfiguur waarbij de eigendom van een goed wordt overgedragen aan een ander ter beveiliging van
een schuld of verplichting
→ voorwaardelijk: zodra de schuld/verplichting is voldaan, wordt de eigendom teruggegeven
→ 2 vormen
1) Ten titel van beheer (kwaliteitsrekening)
2) Ten titel van zekerheid (pandrecht)
Opm: uit art 3.1 BW blijkt dat de wilsautonomie ook bij zakelijke rechten een grote rol speelt (want
suppletief recht), binnen de bestaande ‘boxen’ (want gesloten stelsel)