Vrijdag 19 feb
OEFENING : NV START
5. Grondstoffen aankopen op krediet (=vlottend actief) t.o.v. leveranciers. Hierdoor krijg je
+1000 EUR leveranciersschuld.
6. De kost (wordt geboekt in een resultatenrekening) van 1000 EUR. Liquide middelen
verminderen met 1000 EUR. (Stel dat je hierna geen winst meer hebt, dan heb je een verlies van
1000 EUR)
7. Van de 1000 grondstoffen worden er 800 verbruikt. Onder resultatenrekening zie je dan 2
kosten (personeels- en materiaalkosten). In onze voorraad zitten nog 200 grondstoffen.
8. Voorraad gaan ze wijzigen (gewijzigd product). Kosten waren 1800 EUR en ze verwachten dat
ze er minstens 1800 EUR voor kunnen krijgen. Zo wordt ons resultaat 0. Alleen is het nog niet
verkocht dus staat het bij voorraadwijziging.
1
, 9. Stel dat we het kunnen verkopen voor 4000 EUR. Er ontstaat dan een vordering op de klant
van 4000 EUR. Dit betekent dat als er bv de fiets verkocht is de voorraad 0 moet zijn. In de
rechtse kolom wordt daarom de + een – (1800 EUR).
10. Ik betaal de leverancier. De schuld verdwijnt met -1000 EUR. Hierdoor verminderen de
liquide middelen ook met -1000 EUR.
11. Afschrijving gebouw en machines: we veronderstellen dat het gebouw per jaar voor 250 EUR
verslijt en de machines voor 200 EUR (=slijtagekosten).
12. Er is geen 12
2