1
Samenvatting D&B II
College 1
Hoorcollege 1
Cognitieve gedragstherapie CGT:
- Empirische cyclus: doorlopen traject op bepaalde manier diagnostische cyclus
o Probleemstelling verzamelen gegevens voorspelling (hypothesen) toetsen evaluatie
o Klachtanalyse probleemanalyse topografische analyse FA BA hypothesen registratie
manipulatie analyse behandelplan reflectie
- Collaboratief empirisme: samenwerken, dit baseren observaties en gegevens cliënt HGD
- Disconfirmerende aanpak: bedenken alternatieve hypothesen en toetsen hypothesetoetsend model
- Holistische theorie: hoe hangen problemen samen met verklarende factoren verklarende diagnostiek
o HT: theorie over de wijze waarop problemen of klachten samenhangen macroniveau (meerdere
probleemgebieden)
o FA: factoren die klachten in stand houden microniveau (antecedenten/bekrachtigers)
- Topografische analyse
- Functie- en betekenisanalyse
- Registratieopdracht
- Kookboekaanpak = voor elk type probleem bijpassende behandeling
o Empirische cyclus gereduceerd tot stellen diagnose en uitvoeren bijhorende behandeling
o Nadelen: kern probleem niet uiting maar functie en veelheid protocollen naast elkaar
- Transdiagnostisch: niet beschrijvende diagnose, maar betekenis en functie probleemgedrag
! Gedrag (B) is een zinvolle reactie (C) op een betekenisvolle situatie (A) gedrag “beloond”
- A: antecedent/situatie: ontlokker (trigger), wat gaat vooraf
o Externe stimuli (omgeving), interne stimuli (gedachten), bredere situaties en inhibitorische stimuli
(afremmend)
- B: behaviour/gedrag: concrete beschrijving probleemgedrag
o Verbaal (overt: uitingen, covert: gedachten), psychofysiologisch (gevoel in lichaam), motorisch
(handelingen) en gedragstekort vs gedragsteveel
- C: consequent: wat is de zinvolle reactie gevolgen gedrag
o Intern en extern gedrag, bij zelf en bij anderen en op korte (belonend) en lange termijn
Werkcollege 1
Van der Schaaf, 2015 - Feedback Informed Treatment (FIT)
- Werkrelatie: empathische en samenwerkende houding en transparante communicatie
- FIT brengt in kaart hoeverre aanpak therapeut leidt tot gewenste resultaat cliënt
o Helpt therapeut om cliënt regie te geven over eigen behandeling
o Voor therapeut makkelijker om optimale behandelrelatie op te bouwen
- SRS: therapeut brengt kwaliteit behandelrelatie (sterkste voorspeller succes) in kaart
- ORS: therapeut meet behandelingseffect adhv welbevinden cliënt welbevinden centraal
FMS - AI-chatbots en zorgverleners
Gebruik externe AI-bots
- Binnen directe cliëntzorg niet toegestaan: geen privacy client- en persoonsgegevens, gene betrouwbaarheid
output en niet klinisch gevalideerd (klinische beslisondersteuning: CDS)
- Buiten directe cliëntzorg vereist zorgvuldigheid: bescherming privacy individu, bedrijfsinformatie, input en
output, gebruik medische informatiebron ontraden en voldoen wet- en regelgeving en eigen
ziekenhuisbeleid
Gebruik interne AI-bots
- Adviezen zorginstelling: voldoen AVG, geen hertraining, voldoen behoefte zorgverleners, integratie
bestaand systeem en duidelijke gebruikersvoorwaarden
- Adviezen zorgverleners: houden aan gebruiksvoorwaarden en volg scholing over taalmodellen
, 2
College 2 - functieanalyse
Hoorcollege 2
Skinner-box:
- Aangeboden stimuli: lichtjes, tonen, luidspreker, eten dispenser, elektrisch rooster
o +spos: rat drukt op hendel en krijgt voedsel drukrespons rat neemt toe omdat voedsel volgt
o +sneg: aanbieden donkerte
o -sneg: rat kan stroom bodem uitschakelen door indrukken hendel
o -spos: wegnemen licht
o Als drukken op hendel wél bekrachtigd wordt bij groen lampje en niet bij rood lampje zal rat na alleen
nog drukresponsen tijdens branden groene lampje stimulus control
Groene lampje = Sd en rode lampje = S∆
Geautomatiseerd systeem aanbieding van bekrachtigers: appetitieve (eten) of aversieve (elektrische prikkel)
Discriminatieve stimulus sd: ontlokker van R situatie/context waarin R functioneel is
- ‘Als-dan-regel’ (conditionaliteit): als sd dan wordt R gevolgd door sr
- SΔ (delta) = elke stimulus of situatie behalve sd in deze context is contingentieregel niet van toepassing
Respons/gedrag R: probleemgedrag
Consequenties/bekrachtigers sr:
- Valentie = waarde consequent
- Positief (spos): bekrachtiger = leuk; negatief (sneg): straf = niet leuk
- Verschijnen (+), verdwijnen/wegnemen (-) en uitblijven/weglaten (°, voorkomen)
- Bekrachtigende sr doet het gedrag toenemen
o +spos: opzoeken/toenadering
o -sneg: ontsnappen
o °sneg: voorkomen/actieve vermijding
- Bestraffende sr: doet het gedrag afnemen
o +sneg: passieve vermijding
o -spos: time-out = toegang positieve bekrachtiging wordt contingent op gedrag weggenomen
Exclusie-time-out: fysiek uit bekrachtigende omgeving gehaald vs non-exclusie-time-out
Response cost: bepaalde ‘hoeveelheid’ aan bekrachtiging ontnomen als gevolg van gedrag
o °spos: uitdoving
Extinction burst = uitdovingsprocedures leiden soms eerst tot toename gedrag
Soorten bekrachtiging:
- Onmiddellijk: tijd respons en bekrachtiging kort cognitieve functies kunnen tijdsduur overbruggen
- Primaire (ongeconditioneerde): conditioneren zonder enige voorafgaande oefening of ervaring
- Secundaire (geconditioneerde): stimulus bekrachtigend omdat verbonden is geweest met primaire
- Extrinsieke bekrachtiging: bekrachtiger volgt kunstmatig op gedrag dooft uit als beloning ophoudt
- Intrinsieke bekrachtiging: natuurlijkerwijze met handeling verbonden
Ratio Interval
Schema’s bekrachtiging: Fixed FR FI
- Periode tussen aantal responsen (ratio: toename R) of na tijdsduuur (interval) Variabe VR VI
- Periode tussen regelmatig (constant/fixed) of wisselend (variabel: toename R) l
- Fixed ratio schema (FR): bekrachtiging toegediend na vast aantal responsen
- Fixed interval (FI): bekrachtiging toedienen op eerste juiste reactie na bepaald tijdsverloop
- Variabele ratio (VR): bekrachtiging treedt niet telkens op na vast aantal responsen
- Variabele interval (VI): bekrachtiging volgt niet telkens op eerste juiste respons na constante tijd
- Temptation conflict = positieve gevolgen KT en negatieve LT
o Heroism conflict = andersom negatieve gevolgen KT en positieve lT
- Wederzijdse bekrachtiging = beide responsen houden elkaar in stand opgenomen in systeem
- Shaping (responsdifferentiatie):
o Differentiële bekrachtiging = bekrachtiging bepaalde vorm gedrag terwijl andere vormen niet
o Stapsgewijze realisatie = gradueel verschuiven criterium om zo bepaalde gedragsvorm te verkrijgen
Samenvatting D&B II
College 1
Hoorcollege 1
Cognitieve gedragstherapie CGT:
- Empirische cyclus: doorlopen traject op bepaalde manier diagnostische cyclus
o Probleemstelling verzamelen gegevens voorspelling (hypothesen) toetsen evaluatie
o Klachtanalyse probleemanalyse topografische analyse FA BA hypothesen registratie
manipulatie analyse behandelplan reflectie
- Collaboratief empirisme: samenwerken, dit baseren observaties en gegevens cliënt HGD
- Disconfirmerende aanpak: bedenken alternatieve hypothesen en toetsen hypothesetoetsend model
- Holistische theorie: hoe hangen problemen samen met verklarende factoren verklarende diagnostiek
o HT: theorie over de wijze waarop problemen of klachten samenhangen macroniveau (meerdere
probleemgebieden)
o FA: factoren die klachten in stand houden microniveau (antecedenten/bekrachtigers)
- Topografische analyse
- Functie- en betekenisanalyse
- Registratieopdracht
- Kookboekaanpak = voor elk type probleem bijpassende behandeling
o Empirische cyclus gereduceerd tot stellen diagnose en uitvoeren bijhorende behandeling
o Nadelen: kern probleem niet uiting maar functie en veelheid protocollen naast elkaar
- Transdiagnostisch: niet beschrijvende diagnose, maar betekenis en functie probleemgedrag
! Gedrag (B) is een zinvolle reactie (C) op een betekenisvolle situatie (A) gedrag “beloond”
- A: antecedent/situatie: ontlokker (trigger), wat gaat vooraf
o Externe stimuli (omgeving), interne stimuli (gedachten), bredere situaties en inhibitorische stimuli
(afremmend)
- B: behaviour/gedrag: concrete beschrijving probleemgedrag
o Verbaal (overt: uitingen, covert: gedachten), psychofysiologisch (gevoel in lichaam), motorisch
(handelingen) en gedragstekort vs gedragsteveel
- C: consequent: wat is de zinvolle reactie gevolgen gedrag
o Intern en extern gedrag, bij zelf en bij anderen en op korte (belonend) en lange termijn
Werkcollege 1
Van der Schaaf, 2015 - Feedback Informed Treatment (FIT)
- Werkrelatie: empathische en samenwerkende houding en transparante communicatie
- FIT brengt in kaart hoeverre aanpak therapeut leidt tot gewenste resultaat cliënt
o Helpt therapeut om cliënt regie te geven over eigen behandeling
o Voor therapeut makkelijker om optimale behandelrelatie op te bouwen
- SRS: therapeut brengt kwaliteit behandelrelatie (sterkste voorspeller succes) in kaart
- ORS: therapeut meet behandelingseffect adhv welbevinden cliënt welbevinden centraal
FMS - AI-chatbots en zorgverleners
Gebruik externe AI-bots
- Binnen directe cliëntzorg niet toegestaan: geen privacy client- en persoonsgegevens, gene betrouwbaarheid
output en niet klinisch gevalideerd (klinische beslisondersteuning: CDS)
- Buiten directe cliëntzorg vereist zorgvuldigheid: bescherming privacy individu, bedrijfsinformatie, input en
output, gebruik medische informatiebron ontraden en voldoen wet- en regelgeving en eigen
ziekenhuisbeleid
Gebruik interne AI-bots
- Adviezen zorginstelling: voldoen AVG, geen hertraining, voldoen behoefte zorgverleners, integratie
bestaand systeem en duidelijke gebruikersvoorwaarden
- Adviezen zorgverleners: houden aan gebruiksvoorwaarden en volg scholing over taalmodellen
, 2
College 2 - functieanalyse
Hoorcollege 2
Skinner-box:
- Aangeboden stimuli: lichtjes, tonen, luidspreker, eten dispenser, elektrisch rooster
o +spos: rat drukt op hendel en krijgt voedsel drukrespons rat neemt toe omdat voedsel volgt
o +sneg: aanbieden donkerte
o -sneg: rat kan stroom bodem uitschakelen door indrukken hendel
o -spos: wegnemen licht
o Als drukken op hendel wél bekrachtigd wordt bij groen lampje en niet bij rood lampje zal rat na alleen
nog drukresponsen tijdens branden groene lampje stimulus control
Groene lampje = Sd en rode lampje = S∆
Geautomatiseerd systeem aanbieding van bekrachtigers: appetitieve (eten) of aversieve (elektrische prikkel)
Discriminatieve stimulus sd: ontlokker van R situatie/context waarin R functioneel is
- ‘Als-dan-regel’ (conditionaliteit): als sd dan wordt R gevolgd door sr
- SΔ (delta) = elke stimulus of situatie behalve sd in deze context is contingentieregel niet van toepassing
Respons/gedrag R: probleemgedrag
Consequenties/bekrachtigers sr:
- Valentie = waarde consequent
- Positief (spos): bekrachtiger = leuk; negatief (sneg): straf = niet leuk
- Verschijnen (+), verdwijnen/wegnemen (-) en uitblijven/weglaten (°, voorkomen)
- Bekrachtigende sr doet het gedrag toenemen
o +spos: opzoeken/toenadering
o -sneg: ontsnappen
o °sneg: voorkomen/actieve vermijding
- Bestraffende sr: doet het gedrag afnemen
o +sneg: passieve vermijding
o -spos: time-out = toegang positieve bekrachtiging wordt contingent op gedrag weggenomen
Exclusie-time-out: fysiek uit bekrachtigende omgeving gehaald vs non-exclusie-time-out
Response cost: bepaalde ‘hoeveelheid’ aan bekrachtiging ontnomen als gevolg van gedrag
o °spos: uitdoving
Extinction burst = uitdovingsprocedures leiden soms eerst tot toename gedrag
Soorten bekrachtiging:
- Onmiddellijk: tijd respons en bekrachtiging kort cognitieve functies kunnen tijdsduur overbruggen
- Primaire (ongeconditioneerde): conditioneren zonder enige voorafgaande oefening of ervaring
- Secundaire (geconditioneerde): stimulus bekrachtigend omdat verbonden is geweest met primaire
- Extrinsieke bekrachtiging: bekrachtiger volgt kunstmatig op gedrag dooft uit als beloning ophoudt
- Intrinsieke bekrachtiging: natuurlijkerwijze met handeling verbonden
Ratio Interval
Schema’s bekrachtiging: Fixed FR FI
- Periode tussen aantal responsen (ratio: toename R) of na tijdsduuur (interval) Variabe VR VI
- Periode tussen regelmatig (constant/fixed) of wisselend (variabel: toename R) l
- Fixed ratio schema (FR): bekrachtiging toegediend na vast aantal responsen
- Fixed interval (FI): bekrachtiging toedienen op eerste juiste reactie na bepaald tijdsverloop
- Variabele ratio (VR): bekrachtiging treedt niet telkens op na vast aantal responsen
- Variabele interval (VI): bekrachtiging volgt niet telkens op eerste juiste respons na constante tijd
- Temptation conflict = positieve gevolgen KT en negatieve LT
o Heroism conflict = andersom negatieve gevolgen KT en positieve lT
- Wederzijdse bekrachtiging = beide responsen houden elkaar in stand opgenomen in systeem
- Shaping (responsdifferentiatie):
o Differentiële bekrachtiging = bekrachtiging bepaalde vorm gedrag terwijl andere vormen niet
o Stapsgewijze realisatie = gradueel verschuiven criterium om zo bepaalde gedragsvorm te verkrijgen