Hoorcollege week 5 blok 2.2
Deze week leerdoel 7:
7. De student kan het klinisch beeld, de oorzaak, diagnostiek, differentiaal diagnostiek en
behandelingsmogelijkheden bij veneuze ziekten (Chronisch veneuze insufficiëntie en ulcus cruris,
Varices, tromboflebitis, diepe veneuze trombose, posttrombotisch syndroom) onderscheiden, hierbij
de anatomie en fysiologie van het veneuze systeem in de benen hanteren en de verschillen tussen
veneuze, arteriële insufficiëntie en de kenmerken en gevolgen van de gecombineerde insufficiëntie
beschrijven en herkennen en zij kan haar rol bij de diagnostiek en behandeling van veneuze ziekten
schetsen en toelichten, kan rechtvaardigen waarom bij een patiënt gekozen wordt voor een
bepaalde huidtherapeutische behandeling (of niet) en toelichten wat de theoretische basis is van
deze behandeling. (24)
Hoorcollege 1; veneuze ziekten
Anatomie van de beenvenen
1. Oppervlakkige systeem
- Ligt in het subcutane weefsel
Vena saphena magna vena saphena parva
,Veins; venen
Crosse =junction= de verbinding tussen het oppervlakkige en het diepe systeem
1. De uitmonding van de vena saphena magna in de vena femoralis
2. De uitmonding van de vena saphena parva in de vena poplitea
Crosses= de overgang van het oppervlakkige naar het diepe systeem
, 2 diepe systeem (belangrijkste venen) verloopt samen met de arteriën
Belangrijkste venen=
Vena femoralis
Vena poplitea
Vena tibialis
Vena gastrocnemicus
Vena soleus
Venae perforantes= oppervlakkige en diepe systeem zijn onderling
verbonden door venae perforantes
Venae perforantes= en per been heb je ongeveer 150 venae
perforantes (zie plaatjes)
Deze week leerdoel 7:
7. De student kan het klinisch beeld, de oorzaak, diagnostiek, differentiaal diagnostiek en
behandelingsmogelijkheden bij veneuze ziekten (Chronisch veneuze insufficiëntie en ulcus cruris,
Varices, tromboflebitis, diepe veneuze trombose, posttrombotisch syndroom) onderscheiden, hierbij
de anatomie en fysiologie van het veneuze systeem in de benen hanteren en de verschillen tussen
veneuze, arteriële insufficiëntie en de kenmerken en gevolgen van de gecombineerde insufficiëntie
beschrijven en herkennen en zij kan haar rol bij de diagnostiek en behandeling van veneuze ziekten
schetsen en toelichten, kan rechtvaardigen waarom bij een patiënt gekozen wordt voor een
bepaalde huidtherapeutische behandeling (of niet) en toelichten wat de theoretische basis is van
deze behandeling. (24)
Hoorcollege 1; veneuze ziekten
Anatomie van de beenvenen
1. Oppervlakkige systeem
- Ligt in het subcutane weefsel
Vena saphena magna vena saphena parva
,Veins; venen
Crosse =junction= de verbinding tussen het oppervlakkige en het diepe systeem
1. De uitmonding van de vena saphena magna in de vena femoralis
2. De uitmonding van de vena saphena parva in de vena poplitea
Crosses= de overgang van het oppervlakkige naar het diepe systeem
, 2 diepe systeem (belangrijkste venen) verloopt samen met de arteriën
Belangrijkste venen=
Vena femoralis
Vena poplitea
Vena tibialis
Vena gastrocnemicus
Vena soleus
Venae perforantes= oppervlakkige en diepe systeem zijn onderling
verbonden door venae perforantes
Venae perforantes= en per been heb je ongeveer 150 venae
perforantes (zie plaatjes)