SAMENVATTING RECHTSSOCIOLOGIE
Interdisciplinaire bestudering van de rechtsstaat
Interdisciplinair = vak of methode overstijgend
Bestudering = streven naar waarheid objectief door verschillende metingen, niet subjectief
Rechtsstaat = de staat/overheid is ook gebonden aan het recht (verhouding tussen burgers-overheid)
Er bestaat niet 1 waarheid, dus er zijn verschillende perspectieven en dataverzamelingen nodig
Rechtssociologie = invloed van recht op de samenleving en van samenleving op het recht
Kijken vooral naar legitimiteit = algemene bereidheid om de door de overheid gestelde normen te
aanvaarden, op basis van vertrouwen.
Perspectief rechtsstaat:
- Instrumentalisme (top-down) = recht is een middel om iets bij de burger te bereiken
- Sociale werking van wetgeving (bottum-up) = betekenis van wettelijke regel in specifieke situaties
Criminologie
Ondermijning is belangrijk thema criminelen maken voor illegale activiteiten gebruik van legale
bedrijven en diensten. Hierdoor vervagen normen en neemt leefbaarheid af.
Criminologie is een wetenschap die een bepaald object (niet de hele samenleving of groepen) bestudeerd,
namelijk criminaliteit
Criminaliteit = menselijk gedrag, overtreden van een regel, met ernstige gevolgen voor
samenleving/slachtoffers, aantasting rechtsgevoel/rechtsorde
Perspectief rechtsstaat: overheid mag niet discrimineren organisaties proberen zo eerlijk mogelijk te
werken, maar toch moeten ze selecteren. Dit komt door capaciteitsgebrek en regionale verschillen
(man/vrouw, opleidingsniveau, etniciteit, sociaal milieu, sekse, leeftijd)
Rechtsfilosofie
Conceptuele vragen = wat is iets/definitie (wezen)
Normatieve vragen = hoe moet iets zijn (waarde)
Perspectief rechtsstaat: wat is het wezen en de waarde van de rechtsstaat overheid is gebonden aan
wetten en regels (kan ook bestaan met ongelijkheid) en moet aan eenieder fundamentele grondrechten
toekennen
Empirisch onderzoek = op ervaringen en waarnemingen gebaseerd.
Je moet objectief zijn geen belang hebben bij de uitkomst
Doelgericht waarom en wat wil je weten
Haalbaar en toetsbaar zodat het gecontroleerd kan worden
Betrouwbaar krijg je de volgende keer dezelfde resultaten (meten onder zelfde omstandigheden)
Valide meet je wat je wil meten
Generaliseerbaarheid gelden bevindingen voor gehele populatie
Draagt bij aan meer kennis/inzicht, maar ook verbeteren van wetgeving/beleid (ex ante, ex durante, ex post)
Empirische cyclus (Karl Propper) = niet steeds bevestiging van je theorie zoeken, maar juist situatie zoeken
waarin jouw theorie niet klopt.
Stappenplan empirisch onderzoek
1. Probleemstelling
- Vraagstelling = wat wil je weten (onderzoeksvraag + deelvragen)
- Doelstelling = waarom dit onderzoek (bijv. maatschappelijk probleem, kennisbehoefte, vernieuwing)
- Conceptueel model = vanuit welk perspectief moet vraagstelling worden beantwoord
- Theoretisch kader
2. Methode
- Operationalisering begrippen = definities begrippen en hoe ga je dit meten
- Wijze van dataverzameling = welke/hoeveel respondenten, welke methode
- Analyse methode = kwalitatief (theorievormend, niet-cijfers) of kwantitatief (theorie toetsend, cijfers)
3. Resultaten beschrijven van uitkomsten
4. Conclusie en discussie beantwoording vraagstelling, terugkoppeling theorie, kritische reflectie methode
, Beoordeling onderzoeken door middel van validiteit, betrouwbaarheid, generaliseerbaarheid
Kwantitatief letten op: niet op toeval berusten, causaliteit/correlatie, spurieus verband (iets wat achter
verband zit)
Kwalitatief letten op: is vraagstelling relevant en helder, kwaliteit vragenlijst/interview, heb je genoeg info,
worden beginvragen beantwoord
Rode draad toeslagenaffaire = was het gevolg van onterechte verdenking van fraude met kindertoeslagen.
Vooral mensen met migratieachtergrond werden verdacht. Zij moesten grote bedragen terugbetalen en
kwamen in de schulden.
Wetgeving probleem werd opgelost door harde wetgeving
- Kijken naar premisse er werd verondersteld dat op grote schaal fraude gepleegd werd, dit zou
worden gedaan door Bulgaren, probleem zou kunnen worden opgelost met harde wetgeving
Uitvoering uitvoeringsstijl belastingdienst, hadden dubbele opdracht. Zwaartepunt kwam te liggen bij
bestrijden van fraude en dit liep uit de hand. Stijl was toepassen van regels en opleggen sancties
Rechtspraak bestuursrechters hebben te braaf strenge lijn gehanteerd en te weinig tegenspraak
geboden. Raad van State heeft te braaf bestuur gevolgd, te weinig aandacht voor evenredigheid
Wetgeving
Rechtssociologie is wisselwerking recht-maatschappij
Sociale genese = invloed maatschappij op het recht verschillende modellen totstandkoming wetgeving
- Synoptische beleidsfase model top down (vanuit wetgever)
- Agendabouwtheorie bottum up (vanuit burger) is dat individuen in stappen grote rol kunnen spelen
- Bureaupolitiek model (Rosenthal) er moeten worden samengewerkt tussen overheidsorganisaties
(belangenconcurrentie binnen ambtelijk apparaat, multiperspectief/creatie, maar gebrek aan eenheid)
1. Intro-organisatorische = binnen overheidsorganisaties, bijv. Rijksoverheid
2. Inter-organisatorische = discussie tussen twee organisaties (binnen zelfde en verschillende lagen)
- Vier rationaliteiten (Snellen) politiek, juridisch, economisch, technologisch (moraliteit)
Sociale werking = effect van recht op maatschappij
Grondleggers rechtssociologie
Durkheim sociale cohesie als uitgangspunt = mate waarin mensen zich met instituties verbonden voelen
Weber rationalisme = overheidshandelen moet algemeen geldend, neutraal, systematisch zijn. Maar
geen doelrationalisme
Marx conflict is basis voor visie op recht
Zagen alle drie een gevaar voor samenleving: versplintering, doelrationalisme, uitbuiting
Bureaucratie = ambtelijke organisatie gekenmerkt door aan regels gebonden procedures en onpersoonlijke
relaties iedereen is gelijk, maar regels hebben voorrang op menselijke benadering
Sociale werking
Rechtssocioloog die hier onderzoek naar wil doen, moet kijken naar premisse/aannames/vooronderstellen.
Functies van recht
- Instrumenteel met recht kun je veranderingen teweegbrengen en maatschappelijk doel bereiken
- Geschilbeslechtingsfunctie beëindiging conflict door juridische besluitvorming en procedures
- Normatieve functie formuleren en vaststellen van normen (rechtszekerheid)
Interdisciplinaire bestudering van de rechtsstaat
Interdisciplinair = vak of methode overstijgend
Bestudering = streven naar waarheid objectief door verschillende metingen, niet subjectief
Rechtsstaat = de staat/overheid is ook gebonden aan het recht (verhouding tussen burgers-overheid)
Er bestaat niet 1 waarheid, dus er zijn verschillende perspectieven en dataverzamelingen nodig
Rechtssociologie = invloed van recht op de samenleving en van samenleving op het recht
Kijken vooral naar legitimiteit = algemene bereidheid om de door de overheid gestelde normen te
aanvaarden, op basis van vertrouwen.
Perspectief rechtsstaat:
- Instrumentalisme (top-down) = recht is een middel om iets bij de burger te bereiken
- Sociale werking van wetgeving (bottum-up) = betekenis van wettelijke regel in specifieke situaties
Criminologie
Ondermijning is belangrijk thema criminelen maken voor illegale activiteiten gebruik van legale
bedrijven en diensten. Hierdoor vervagen normen en neemt leefbaarheid af.
Criminologie is een wetenschap die een bepaald object (niet de hele samenleving of groepen) bestudeerd,
namelijk criminaliteit
Criminaliteit = menselijk gedrag, overtreden van een regel, met ernstige gevolgen voor
samenleving/slachtoffers, aantasting rechtsgevoel/rechtsorde
Perspectief rechtsstaat: overheid mag niet discrimineren organisaties proberen zo eerlijk mogelijk te
werken, maar toch moeten ze selecteren. Dit komt door capaciteitsgebrek en regionale verschillen
(man/vrouw, opleidingsniveau, etniciteit, sociaal milieu, sekse, leeftijd)
Rechtsfilosofie
Conceptuele vragen = wat is iets/definitie (wezen)
Normatieve vragen = hoe moet iets zijn (waarde)
Perspectief rechtsstaat: wat is het wezen en de waarde van de rechtsstaat overheid is gebonden aan
wetten en regels (kan ook bestaan met ongelijkheid) en moet aan eenieder fundamentele grondrechten
toekennen
Empirisch onderzoek = op ervaringen en waarnemingen gebaseerd.
Je moet objectief zijn geen belang hebben bij de uitkomst
Doelgericht waarom en wat wil je weten
Haalbaar en toetsbaar zodat het gecontroleerd kan worden
Betrouwbaar krijg je de volgende keer dezelfde resultaten (meten onder zelfde omstandigheden)
Valide meet je wat je wil meten
Generaliseerbaarheid gelden bevindingen voor gehele populatie
Draagt bij aan meer kennis/inzicht, maar ook verbeteren van wetgeving/beleid (ex ante, ex durante, ex post)
Empirische cyclus (Karl Propper) = niet steeds bevestiging van je theorie zoeken, maar juist situatie zoeken
waarin jouw theorie niet klopt.
Stappenplan empirisch onderzoek
1. Probleemstelling
- Vraagstelling = wat wil je weten (onderzoeksvraag + deelvragen)
- Doelstelling = waarom dit onderzoek (bijv. maatschappelijk probleem, kennisbehoefte, vernieuwing)
- Conceptueel model = vanuit welk perspectief moet vraagstelling worden beantwoord
- Theoretisch kader
2. Methode
- Operationalisering begrippen = definities begrippen en hoe ga je dit meten
- Wijze van dataverzameling = welke/hoeveel respondenten, welke methode
- Analyse methode = kwalitatief (theorievormend, niet-cijfers) of kwantitatief (theorie toetsend, cijfers)
3. Resultaten beschrijven van uitkomsten
4. Conclusie en discussie beantwoording vraagstelling, terugkoppeling theorie, kritische reflectie methode
, Beoordeling onderzoeken door middel van validiteit, betrouwbaarheid, generaliseerbaarheid
Kwantitatief letten op: niet op toeval berusten, causaliteit/correlatie, spurieus verband (iets wat achter
verband zit)
Kwalitatief letten op: is vraagstelling relevant en helder, kwaliteit vragenlijst/interview, heb je genoeg info,
worden beginvragen beantwoord
Rode draad toeslagenaffaire = was het gevolg van onterechte verdenking van fraude met kindertoeslagen.
Vooral mensen met migratieachtergrond werden verdacht. Zij moesten grote bedragen terugbetalen en
kwamen in de schulden.
Wetgeving probleem werd opgelost door harde wetgeving
- Kijken naar premisse er werd verondersteld dat op grote schaal fraude gepleegd werd, dit zou
worden gedaan door Bulgaren, probleem zou kunnen worden opgelost met harde wetgeving
Uitvoering uitvoeringsstijl belastingdienst, hadden dubbele opdracht. Zwaartepunt kwam te liggen bij
bestrijden van fraude en dit liep uit de hand. Stijl was toepassen van regels en opleggen sancties
Rechtspraak bestuursrechters hebben te braaf strenge lijn gehanteerd en te weinig tegenspraak
geboden. Raad van State heeft te braaf bestuur gevolgd, te weinig aandacht voor evenredigheid
Wetgeving
Rechtssociologie is wisselwerking recht-maatschappij
Sociale genese = invloed maatschappij op het recht verschillende modellen totstandkoming wetgeving
- Synoptische beleidsfase model top down (vanuit wetgever)
- Agendabouwtheorie bottum up (vanuit burger) is dat individuen in stappen grote rol kunnen spelen
- Bureaupolitiek model (Rosenthal) er moeten worden samengewerkt tussen overheidsorganisaties
(belangenconcurrentie binnen ambtelijk apparaat, multiperspectief/creatie, maar gebrek aan eenheid)
1. Intro-organisatorische = binnen overheidsorganisaties, bijv. Rijksoverheid
2. Inter-organisatorische = discussie tussen twee organisaties (binnen zelfde en verschillende lagen)
- Vier rationaliteiten (Snellen) politiek, juridisch, economisch, technologisch (moraliteit)
Sociale werking = effect van recht op maatschappij
Grondleggers rechtssociologie
Durkheim sociale cohesie als uitgangspunt = mate waarin mensen zich met instituties verbonden voelen
Weber rationalisme = overheidshandelen moet algemeen geldend, neutraal, systematisch zijn. Maar
geen doelrationalisme
Marx conflict is basis voor visie op recht
Zagen alle drie een gevaar voor samenleving: versplintering, doelrationalisme, uitbuiting
Bureaucratie = ambtelijke organisatie gekenmerkt door aan regels gebonden procedures en onpersoonlijke
relaties iedereen is gelijk, maar regels hebben voorrang op menselijke benadering
Sociale werking
Rechtssocioloog die hier onderzoek naar wil doen, moet kijken naar premisse/aannames/vooronderstellen.
Functies van recht
- Instrumenteel met recht kun je veranderingen teweegbrengen en maatschappelijk doel bereiken
- Geschilbeslechtingsfunctie beëindiging conflict door juridische besluitvorming en procedures
- Normatieve functie formuleren en vaststellen van normen (rechtszekerheid)