LENING
A. BRUIKLENING OF COMMODAAT
- Een benoemd contract waarbij een persoon (= uitlener), aan een ander (= ontlener), om niet een tijdelijk
en persoonlijk gebruiksrecht zonder vruchttrekking verleent op een niet-vervangbaar (on)roerend goed
onder verplichting om deze in natura terug te geven bij beëindiging vh contract (art 1875 oud BW)
o Vaak in privésfeer (vb; uitlenen van een lader, bruikleen van woning aan familieleden, …)
- Persoonlijk gebruiksrecht
o Tijdelijk niet-translatief karakter → GEEN eigendomsoverdracht, enkel even gebruiken
o Ontlener kan niet verkrijgen door verjaring (art 3.26 BW)
Tenzij titel v bezit wijzigt (art 3.20 BW)
o Indien ontlener geleende goed vervreemd: schuldig aan misbruik v vertrouwen (art. 491 Sw.)
o Niet noodzakelijk dat uitlener hoedanigheid v eigenaar, volstaat dat hij genot heeft (art 1877 oud BW
Definitie
→ staat anders in art
- Niet-vervangbare (on)roerende goederen
o Alles waarvan het gebruik in de handel is kan voorwerp uitmaken ve bruiklening
Niet vereist dat de uit te lenen zaak vervreemd kan worden
Zowel roerend als onroerend, lichamelijk of onlichamelijk
Het tijdelijk gebruik van andermans goed impliceert teruggaveplicht
Alleen goederen die niet tenietgaan kunnen voorwerp zijn v bruikleen
- Geen vruchttrekking
o In principe moet de ontlener zowel het goed als de vruchten teruggeven
Onderscheid vruchtgebruik !!
Kenmerken Zakelijk
- Bruiklening wordt als zakelijk contract gekwalificeerd dat slechts tot stand komt door afgifte van het
geleende goed
- Afgifte = totstandkoming van het contract
- Geldigheid → gemeenrechtelijke vereisten uit art 5.27 BW
- Bewijs volgens art 8.9 BW
Om niet
- Bruiklening is essentieel een contract om niet, zie art 1876 oud BW
o Geen tegenprestatie vereist van de ontlener
o Indien wel dan is er sprake van huur
, o Ontlener heeft wel bepaalde plichten
Eenzijdig
- Bruikleen = eenzijdige OK zodat uitlener na afgifte vd zaak geen verbintenissen meer zou hebben
- Soms wel nog verbintenissen? Deze zijn puur accidenteel en maken geen afbreuk aan de kwalificatie van
een eenzijdig contract
- Gevolg:
○ Recht op ontbinding niet mogelijk (art 5.90 BW)
■ Ontbindend beding wel mogelijk
○ Slechts 1 exemplaar vd onderhandse akte volstaat (itt wederkerig contract, art 8.20 BW)
In beperkte mate intuitu personae
- Principe: kosteloze gebruiksrecht wordt geacht persoonlijk te zijn aan zijde vd gebruiker
- Toch slechts in beperkte mate intuitu personae: verbintenissen volgend uit bruiklening gaan over op
erfgenamen vd uitlener en ontlener (art. 1879 OBW)
Verbintenissen Pluraliteit van ontleners: hoofdelijke aansprakelijkheid (art. 1887 OBW)
ontlener - Ontlener verbindt zich tot gebruik, bewaring, behoud en teruggave
- Elke ontlener vr geheel tot teruggave verplicht en iedereen moet instaan vr betaling vd volledige
schadevergoeding
- Art. 1887 OBW is v suppletief recht → kan contractueel v afgeweken worden
○ Maar teruggaveplicht is in ieder geval ondeelbaar want bruikleen heeft steeds bepaald goed tot
voorwerp
- Gemeen recht: hoofdelijkheid niet vermoed (art. 5.160 §2 BW)
Gebruik, bewaring en behoud
- Als voorzichtig en redelijk persoon vr bewaring en behoud vh geleende goed zorgen (art. 5.72 j° 5.81 BW)
○ Is een inspanningsverbintenis
- Moet goed gebruiken volgens bestemming volgend uit aard vh contract (art. 1880 OBW)
- Onderscheid normale en buitengewone uitgaven
○ Normale onderhoudskosten: ten laste vd ontlener (art 1886 oud BW)
○ Buitengewone uitgaven die ontlener vh behoud vh goed heeft MOETEN doen: ten laste vd uitlener
(art 1890 oud BW)
Teruggave
- Tijdstip:
○ Teruggave in natura op:
■ Overeengekomen tijdstip
■ Bij gebreke daarvan nadat goed gediend heeft vr voorziene gebruik (art. 1888 OBW)
= Resultaatsverbintenis!
A. BRUIKLENING OF COMMODAAT
- Een benoemd contract waarbij een persoon (= uitlener), aan een ander (= ontlener), om niet een tijdelijk
en persoonlijk gebruiksrecht zonder vruchttrekking verleent op een niet-vervangbaar (on)roerend goed
onder verplichting om deze in natura terug te geven bij beëindiging vh contract (art 1875 oud BW)
o Vaak in privésfeer (vb; uitlenen van een lader, bruikleen van woning aan familieleden, …)
- Persoonlijk gebruiksrecht
o Tijdelijk niet-translatief karakter → GEEN eigendomsoverdracht, enkel even gebruiken
o Ontlener kan niet verkrijgen door verjaring (art 3.26 BW)
Tenzij titel v bezit wijzigt (art 3.20 BW)
o Indien ontlener geleende goed vervreemd: schuldig aan misbruik v vertrouwen (art. 491 Sw.)
o Niet noodzakelijk dat uitlener hoedanigheid v eigenaar, volstaat dat hij genot heeft (art 1877 oud BW
Definitie
→ staat anders in art
- Niet-vervangbare (on)roerende goederen
o Alles waarvan het gebruik in de handel is kan voorwerp uitmaken ve bruiklening
Niet vereist dat de uit te lenen zaak vervreemd kan worden
Zowel roerend als onroerend, lichamelijk of onlichamelijk
Het tijdelijk gebruik van andermans goed impliceert teruggaveplicht
Alleen goederen die niet tenietgaan kunnen voorwerp zijn v bruikleen
- Geen vruchttrekking
o In principe moet de ontlener zowel het goed als de vruchten teruggeven
Onderscheid vruchtgebruik !!
Kenmerken Zakelijk
- Bruiklening wordt als zakelijk contract gekwalificeerd dat slechts tot stand komt door afgifte van het
geleende goed
- Afgifte = totstandkoming van het contract
- Geldigheid → gemeenrechtelijke vereisten uit art 5.27 BW
- Bewijs volgens art 8.9 BW
Om niet
- Bruiklening is essentieel een contract om niet, zie art 1876 oud BW
o Geen tegenprestatie vereist van de ontlener
o Indien wel dan is er sprake van huur
, o Ontlener heeft wel bepaalde plichten
Eenzijdig
- Bruikleen = eenzijdige OK zodat uitlener na afgifte vd zaak geen verbintenissen meer zou hebben
- Soms wel nog verbintenissen? Deze zijn puur accidenteel en maken geen afbreuk aan de kwalificatie van
een eenzijdig contract
- Gevolg:
○ Recht op ontbinding niet mogelijk (art 5.90 BW)
■ Ontbindend beding wel mogelijk
○ Slechts 1 exemplaar vd onderhandse akte volstaat (itt wederkerig contract, art 8.20 BW)
In beperkte mate intuitu personae
- Principe: kosteloze gebruiksrecht wordt geacht persoonlijk te zijn aan zijde vd gebruiker
- Toch slechts in beperkte mate intuitu personae: verbintenissen volgend uit bruiklening gaan over op
erfgenamen vd uitlener en ontlener (art. 1879 OBW)
Verbintenissen Pluraliteit van ontleners: hoofdelijke aansprakelijkheid (art. 1887 OBW)
ontlener - Ontlener verbindt zich tot gebruik, bewaring, behoud en teruggave
- Elke ontlener vr geheel tot teruggave verplicht en iedereen moet instaan vr betaling vd volledige
schadevergoeding
- Art. 1887 OBW is v suppletief recht → kan contractueel v afgeweken worden
○ Maar teruggaveplicht is in ieder geval ondeelbaar want bruikleen heeft steeds bepaald goed tot
voorwerp
- Gemeen recht: hoofdelijkheid niet vermoed (art. 5.160 §2 BW)
Gebruik, bewaring en behoud
- Als voorzichtig en redelijk persoon vr bewaring en behoud vh geleende goed zorgen (art. 5.72 j° 5.81 BW)
○ Is een inspanningsverbintenis
- Moet goed gebruiken volgens bestemming volgend uit aard vh contract (art. 1880 OBW)
- Onderscheid normale en buitengewone uitgaven
○ Normale onderhoudskosten: ten laste vd ontlener (art 1886 oud BW)
○ Buitengewone uitgaven die ontlener vh behoud vh goed heeft MOETEN doen: ten laste vd uitlener
(art 1890 oud BW)
Teruggave
- Tijdstip:
○ Teruggave in natura op:
■ Overeengekomen tijdstip
■ Bij gebreke daarvan nadat goed gediend heeft vr voorziene gebruik (art. 1888 OBW)
= Resultaatsverbintenis!