100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Volledige samenvatting financiële instellingen

Rating
-
Sold
-
Pages
39
Uploaded on
10-12-2025
Written in
2025/2026

Volledige samenvatting financiële instellingen adhv alle powerpoints en lessen. Voor derde bachelor Handelswetenschappen.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
December 10, 2025
Number of pages
39
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

Boek: handel- en financiëring enkel module 3 kennen = 5 hoofdstukken
Examen: 10 mc (40%) + 5 open vragen (60%)

HOOFDSTUK 1: MEERWAARDE BANKEN

• WAT ZIJN BANKEN/KREDIETINSTELLINGEN?
→ Wet van 25/04/2012: ‘kredietinstellingen zijn ondernemingen waarvan de werkzaamheden bestaan
in het in ontvangst nemen van gelddeposito’s van het publiek + het verlenen van kredieten voor
eigen rekening’
a) Mensen die geld teveel hebben plaatsen deze bij de bank
b) Mensen die geld te weinig hebben komen lenen bij de bank
=> bank doet aan intermediatie = als tussenpersoon optreden
=> bv: ik heb €50.000 op mijn spaarboekje bij de bank, de bank gebruikt mijn geld voor krediet aan
de bakker. Stel de bakker gaat failliet, wie draagt dit verlies, ik of mijn bank? = DE BANK!
=> ik draag enkel risico wanneer de bank failliet zou gaan (maar gebeurt niet vaak want deze wordt
zeer nauw in de gaten gehouden door de overheid), maar indien dit wel gebeurt bestaat een
depositogarantie = je kan tot €100.000 terugkrijgen via de overheid

→ kredietgevers:
spaaroverschotten
→ kredietnemers: spaartekorten

→ overheid is enkel een
kredietnemer, heeft nooit geld
teveel, wel geld te weinig



→ kredietgevers hebben ook een 2de optie: met hun spaaroverschotten dingen (aandelen/obligaties)
kopen op financiële markt, waardoor dit geld ook bij kredietnemers terechtkomt

→ financieel systeem = Financiële markt

kredietgevers kredietnemers

bank




1

,• MEERWAARDE FINANCIEEL SYSTEEM (grafieken kunnen tekenen op examen)
= wat is de meerwaarde van de mogelijkheid om te sparen/lenen?
→ aantonen met nutsmaximalisatie in geval van wel en geen financieel systeem:
A) Geen financiële markt / bank

y1 = inkomen periode 1
y2 = inkomen periode 2
FYL = fysieke investeringsopportuniteiten lijn
(verbindt investering met opbrengst)
C1 = consumptie periode 1
C2 = consumptie periode 2




In periode 1 gaat een boer niet al zijn aardappelen verkopen, maar een deel terug in de grond
steken waardoor in periode 2 er een hogere oogst/opbrengst/consumptie is. Na punt Z verticaal
naar beneden, want je kan nooit meer consumeren dan je inkomen, enkel minder.
→ naarmate hij meer en meer plant, zal de extra opbrengst zakken
→ dalend rendement = opbrengst/investering = daalt als investering stijgt = concave FYL-curve

→ extra veronderstelling: nut (U) bepaald door C 1
en C2 = U(C1,C2)

→ haalbare gebied is linksonder de blauwe curve,
maximale nut is dus in punt Q = (C1, C2) = optimale
consumptiehoeveelheden




B) Wel financiële markt / bank
.

FIL = financiële investeringsopportuniteiten lijn
= verbindt investering met opbrengst
→ helling FIL-curve wordt bepaald door de rente (r):
C2 = Y2 + (Y1 - C1) + (Y1 - C1).r
C2 = Y2 + (Y1 - C1) . (1 + r)
C2 = { Y2 + (1 + r) . Y1 } - (1 + r) . C1
=> enige variabele is C1, rest kan je niet veranderen
=> {Y2 + (1+r) * Y1} = snijpunt met Y-as
=> - (1+r) = helling
.


Boer verkoopt aardappelen, in periode 1 gebeurt betaling,
maar levering in periode 2 = lenen
→ haalbare gebied is linksonder gele rechte, maximaal nut is
dus in Q* = (C1,C2)
= optimale consumptiehoeveelheid
→ ligt hoger dan Q (vorig optimaal punt)
=> conclusie: hoger nut door financieel systeem = de
meerwaarde
2

, sparen lenen




Bewegen over de gele rechte ipv de blauwe, Nutscurve ligt anders, verschil tussen C 1 en Y1 =
verschil tussen C1 en y1 = sparen lenen

→ als rente (r) daalt, wordt de FIL-curve vlakker:




gele rechte raakt nu in Q ipv Z, afhankelijk van waar de nutscurve ligt kun je nog van Q naar Q* door
financieel te gaan sparen
.




Fysiek investeren en financieel lenen, deze bewegingen heffen elkaar bijna op, maar hierdoor beland hij
wel in Q* dat beter is dan Z (fysiek investeren kan ook door een tweede huis te kopen met een lening,
en dit verhuren, vooral interessant bij lage rente)

→ als rente stijgt, wordt de FIL-curve steiler:

Financieel sparen + fysiek lenen
Financieel sparen is interessant als de rente hoog is




3

, • MEERWAARDE BANKEN
o Transformatie door banken
1) gem looptijd deposito (bv: spaarboekje) is kleiner dan gem looptijd krediet (bv: hypotheeklening)
=> Voorkeur kredietgever = KT & voorkeur kredietnemer = LT
2) gem omvang deposito (bv: €10.000) is kleiner dan gem omvang kredieten (bv: €100.000)
=> Voorkeur kredietgever = KO & voorkeur kredietnemer = GO
3) munteenheid van een deposito (bv: euro) kan verschillen van munt krediet (bv: dollar)
=> Voorkeur kredietgever kan verschillen van voorkeur kredietnemer
→ financiële markt doet ook transformaties, maar enkel in omvang, niet in termijn of munt
→ bank verzoent dus meer de voorkeursprofielen:
=> 2 voordelen: grote keuze aan beleggingsproducten + enkel verlies bij faling bank (minder risico)
=> spaarboekjes zijn aantrekkelijk: kapitaalbehoud + onmiddellijk opvraagbaar + beetje rente




→ bank moet zorgen dat debetrente (ontvangen rente) hoger is dan creditrente (betaalde rente)
→ debetrente – creditrente = rentewinst (in euro)

o Transformatiemarge en rentemarge
→ intermediatie en transformatie leiden tot rentewinst
→ rentemarge = rentewinst / balanstotaal (in %)

→ bestanddelen rentemarge:

Rode curve = rentecurve (marktrente)
= altijd stijgend verloop (hoeft niet concaaf)
= risicovrije rente (lees als rendement)




→ commerciële marge activa = om kosten te dekken, winst te maken, risico kredietverlies opvangen
→ commerciële marge passiva = om kosten te dekken en winst te maken
→ transformatie marge = het verschil tussen marktrente van de kasbon en marktrente van de
hypotheeklening (in vb)
→ hoe steiler de rentecurve, hoe groter de transformatiemarge én dus hoe groter de rentemarge!
=> positief verband!




4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
millla Universiteit Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
111
Member since
1 year
Number of followers
14
Documents
27
Last sold
5 days ago

Heyy! Ik ben Milla en ik studeer Handelswetenschappen aan de Ugent sinds academiejaar . Alle samenvattingen die ik online zet zijn voor vakken waarvoor ik geslaagd ben met die samenvatting, dus zeker de moeite waard om eens te kijken. Bij vragen mag je me altijd contacteren, veel succes gewenst! :)

3.6

14 reviews

5
3
4
6
3
3
2
0
1
2

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions