B.1. Inkomstenbelasting
… legt de belangrijkste kenmerken van de inkomstenbelasting en de fiscale aspecten die specifiek voor
onroerende zaken relevant zijn uit.
B.1.1. Hoofdlijnen van de Wet Inkomstenbelasting 2001
B.1.1.1 … beschrijft wat in de Wet IB 2001 als belastingobject wordt gezien. (K)
Het belastingobject is het belastbare inkomen van natuurlijke .
B.1.1.2 … beschrijft wie voor de Wet IB 2001 belastingplichtig is. (K)
Belastingplichtig zijn natuurlijke personen die in Nederland wonen (binnenlands belastingplichtigen) of die niet
in NL wonen maar wel NL inkomen genieten (buitenlands belastingplichtigen) (art. 2.1 wet IB)
B.1.1.3 … beschrijft het boxenstelsel. (K)
De wet hanteert een boxenstelsel met drie boxen voor verschillende soorten inkomsten.
B.1.1.4 … licht aan de hand van de Wet IB 2001 toe welke inkomsten in welke box worden belast. (B)
Box 1: inkomen uit werk en woning,
Box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang,
Box 3: inkomen uit sparen en beleggen
B.1.1.5 … beschrijft wat onder het belastbare inkomen uit werk en woning wordt verstaan. (K) Het belastbare
inkomen uit werk en woning (Box 1) omvat alle inkomsten uit arbeid en eigen woning, verminderd met
aftrekbare kosten. Hieronder vallen:
• Het belastbare loon
• Winst uit onderneming: inkomsten van ondernemers, na aftrek van zakelijke kosten.
• Resultaat uit overige werkzaamheden: inkomsten uit freelance- of bijverdiensten.
• Periodieke uitkeringen en verstrekkingen
• Inkomsten eigen woning
• Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld
• Uitgaven voor inkomensvoorzieningen
• Persoonsgebonden aftrek
Dit inkomen wordt progressief belast via schijven met oplopende tarieven.
B.1.1.6 … beschrijft wat onder het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang wordt verstaan. (K)
Er is sprake van een aanmerkelijk belang zodra de belastingplichtige min. 5% van het geplaatst aandelenkapiteel
of een optie tot het recht van koop van min. 5% in bezit heeft (art. 4.6. wet IB)
B.1.1.7 … beschrijft wat onder het belastbare inkomen uit sparen en beleggen wordt verstaan. (K) Belastbaar
inkomen uit sparen en beleggen omvat vermogen minus vrijstellingen, belast volgens een forfaitair rendement.
(art 2.13 wet Ib en 5.2 lid 1 wet IB)
… legt de belangrijkste kenmerken van de inkomstenbelasting en de fiscale aspecten die specifiek voor
onroerende zaken relevant zijn uit.
B.1.1. Hoofdlijnen van de Wet Inkomstenbelasting 2001
B.1.1.1 … beschrijft wat in de Wet IB 2001 als belastingobject wordt gezien. (K)
Het belastingobject is het belastbare inkomen van natuurlijke .
B.1.1.2 … beschrijft wie voor de Wet IB 2001 belastingplichtig is. (K)
Belastingplichtig zijn natuurlijke personen die in Nederland wonen (binnenlands belastingplichtigen) of die niet
in NL wonen maar wel NL inkomen genieten (buitenlands belastingplichtigen) (art. 2.1 wet IB)
B.1.1.3 … beschrijft het boxenstelsel. (K)
De wet hanteert een boxenstelsel met drie boxen voor verschillende soorten inkomsten.
B.1.1.4 … licht aan de hand van de Wet IB 2001 toe welke inkomsten in welke box worden belast. (B)
Box 1: inkomen uit werk en woning,
Box 2: inkomen uit aanmerkelijk belang,
Box 3: inkomen uit sparen en beleggen
B.1.1.5 … beschrijft wat onder het belastbare inkomen uit werk en woning wordt verstaan. (K) Het belastbare
inkomen uit werk en woning (Box 1) omvat alle inkomsten uit arbeid en eigen woning, verminderd met
aftrekbare kosten. Hieronder vallen:
• Het belastbare loon
• Winst uit onderneming: inkomsten van ondernemers, na aftrek van zakelijke kosten.
• Resultaat uit overige werkzaamheden: inkomsten uit freelance- of bijverdiensten.
• Periodieke uitkeringen en verstrekkingen
• Inkomsten eigen woning
• Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld
• Uitgaven voor inkomensvoorzieningen
• Persoonsgebonden aftrek
Dit inkomen wordt progressief belast via schijven met oplopende tarieven.
B.1.1.6 … beschrijft wat onder het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang wordt verstaan. (K)
Er is sprake van een aanmerkelijk belang zodra de belastingplichtige min. 5% van het geplaatst aandelenkapiteel
of een optie tot het recht van koop van min. 5% in bezit heeft (art. 4.6. wet IB)
B.1.1.7 … beschrijft wat onder het belastbare inkomen uit sparen en beleggen wordt verstaan. (K) Belastbaar
inkomen uit sparen en beleggen omvat vermogen minus vrijstellingen, belast volgens een forfaitair rendement.
(art 2.13 wet Ib en 5.2 lid 1 wet IB)