Insolventierecht les 2: 7 oktober 2025
DEEL I: VERMOGEN
X = Schuldeiser van de
overdrager
Y = tweede persoon waaraan A
heeft overgedragen
Cessie is tegenstelbaar aan derden vanaf wilsovereenstemming tussen A en C,
cessie is een overeenkomst tussen A en C. de vordering van A op B wordt
overgedragen op C = cessie. Loutere wilsovereenstemming maakt het tegenstelbaar
aan derden.
Tegenstelbaarheid t.a.v. schuldenaar B die overgedragen wordt (gecedeerde
schuldenaar) vanaf kennisgeving van C aan B.
Derden met concurrent recht tegenstelbaar tav schuldeiser van de overdrager (X). X
is schuldeiser van A en vind tin vermogen A een schuldvordering en is dus deel
verhaalsrecht van X. dus krijgen we twee concurrente schuldeisers = X wil geld van
B, C is overnemer die geld wil van B. conflict wordt opgelost met regel: degene die
eerst kennisgeeft aan B zal primeren. Als X bij B aanklopt en zegt dat hij schuldeiser
is van A en wil uitwinnen op schuldvordering kan dat. X kan beslag leggen op
schuldvordering door derdenbeslag (beslag = kennisgeving aan B). Als we de situatie
omdraaien, dan nemen we aan dat C eerst kennisgeving heeft gedaan aan B.
vervolgens legt X beslag op schuldvordering bij B, in dat geval zal B betalen aan C,
want die heeft eerste kennisgeving TGT gedaan.
Art.3.28, §2 BW= cessie na cessie. A heeft buiten overgedragen aan C, maar ook
aan Y. er zijn dus twee cessionarissen (overnemers). X of C doet als eerste TGT
kennisgeving aan B. Als C de eerste kennisgeving doet heeft X een probleem want
dan is wat X heeft gekregen niets meer waard. X zal dan naar A moeten gaan, wat B
gaat dan aan C betalen, dus contractbreuk doet zich voor in verhouding tussen A en
X. Wie eerst kennisgeving doet TGT zal primeren (anterioriteitsregel), ookal was
die persoon in contract pas de tweede.
Tip: altijd alles uittekenen en er een voorbeeld van maken met namen!
,SAMENLOOP:
Actief en passief is totaal niet relevant voor de samenloop. Wanneer uw actief kleiner
is dan uw passief, is dat geen samenloop.
Feitelijke samenloop: wanneer de ene SE beslag legt op het huis, en de andere SE
op de auto, is er geen feitelijke samenloop. Beslag op hetzelfde mag niet, maar je
mag je wel bij een beslag aansluiten en zeggen dat je ook betaalt wil worden uit de
opbrengst van het beslag.
Twee basisprincipes:
- Gelijkheidsbeginsel: als er geld tekort zou zijn is een evenredige verdeling
vereist.
- Fixatiebeginsel: rechten SE worden vastgelegd, je mag geen nieuwe
rechten/zekerheden krijgen. Bv: er zijn drie SE’s, 1000, 2000 en 1 miljoen
schuldvorderingen, fixatie betekent dan dat er geen voorrang genomen
worden.
Kleine samenloop = bij beslag ben je niet verplicht je SE’s te gaan zoeken, het is
maar een kleine groep
Grote samenloop = iedereen die er gevonden zou kunnen worden, curator moet ze
echt allemaal zoeken en individueel uitnodigen om aangifte te doen in het
faillissement, als ze dat niet doen, kunnen ze op geen geld aanspraak maken als SE.
Meeste collectieve procedures zijn grote samenloop, behalve gerechtelijke
reorganisatie.
Samenloop van insolventieprocedures:
Kenmerken insolventieprocedure:
Als er een procedure wordt geopend welke invloed heeft dat op
verhaalsrechten/executierechten (mag ik verhaal nemen op een vermogen?)
schuldeiser?
Wat is de invloed van de procedure op de interesten (die lopen op de
vervallen schulden)? Als procedure wordt geopend, blijven de interesten dan
lopen?
Wat is de invloed van de procedure op de opeisbaarheid van de schulden?
I.g.v faillissement: krijg je situatie waarbij alle schulden en vorderingen die op
dat moment bestaan of niet (opeisbaar of niet) door faillissement ineens
allemaal opeisbaar worden. waarom doet men dit? Om alles automatisch in
procedure te trekken en niet op alles te moeten wachten want dan blijf je
bezig. Dat is bij andere procedures dus niet, dan moet je wachten tot je een
aanspraak hebt.
,1) Beslag: deurwaarder legt beslag op activa. Zodra er beslag gelegd wordt en
er duikt nog iemand op dan is er sprake van feitelijk beslag. Beslag creëert
geen voorrangsrecht, er wordt er rangregeling opgemaakt (het is niet, wie
eerst is krijgt alles). Schuldenaar is beslagene wiens goederen in beslag
worden genomen. Schuldeiser is beslaglegger. Bij beslag op RG = evenredige
verdeling door gerechtsdeurwaarder. Bij beslag op ORG = rangregeling door
notaris. Relatieve onbeschikbaarheid, geldt alleen tussen beslaglegger en
mezelf, is niet zo t.a.v. andere SE’s. stel er ligt beslag op mijn auto, maar ik
verkoop mijn auto toch. De beslaglegger kan doen alsof verkoop auto niet
heeft plaatsgevonden, maar voor alle andere schuldeisers is mijn auto uit mijn
vermogen, want die onbeschikbaarheid geldt niet t.a.v. hen.
Kenmerken:
- Executierechten schuldeisers blijven bestaan, onder voorbehoud dat beslag
op beslag niet mag (om kosten te vermijden), aansluiten bij beslag kan wel
- Interest wordt niet opgeschort, blijft doorlopen.
- Beslag is enkel mogelijk wanneer schuldvordering opeisbaar is. beslag leggen
maakt vordering niet opeisbaar, pas als de opeisbaar is kan er beslag worden
gelegd (er moet eerst een vordering zijn die je kan uitwinnen).
2) Collectieve schuldenregeling: procedure die zich richt op particulieren die
duurzame financiële problemen hebben, op zoek gaan naar oplossing met
schuldeisers. Samenloop ontstaat op grond van de wet (art.1675/7 Ger.W).
schuldenaar is nog altijd bevoegd (eten kopen, kleren kopen, maar geen dure
reizen, auto’s etc.). CSR = schuldbemiddelaar (treedt niet in de plaats, maar
treedt op in plaats van de schuldenaar). Normaal vermogensbeheer mag.
Kenmerken:
- Wanneer de procedure wordt gestart worden executierechten opgeschort
- Wanneer de procedure wordt gestart worden interesten opgeschort
- Termijnschulden worden niet opeisbaar
3) Gerechtelijke reorganisatie (GRP): gericht op aanzuivering en
herstructureren van de onderneming. Zorgen voor continuïteit. Typisch voor
reorganisatie is opschorting van betaling (verplicht tijdelijk uitstel). De
opschorting wordt opgelegd aan de schuldeisers in de opschorting (zijn de
SE’s die er waren voor de opschorting er was). Let op: is geen samenloop.
Oplossingen in GRP:
- Minnelijk akkoord: overeenkomst tussen de partijen.
- Collectief akkoord: dwingende procedure, soort dwangakkoord (in
reorganisatieplan, waarin gestemd wordt).
GRP is geen samenloop, dus gelijkheids-en fixatiebeginsel speelt niet, maar
toch een beetje (want cut off geldt wel, maar ook weer niet omdat als we ene
GRP openen mag ik als SE nog steeds proberen zekerheden te vragen). Op
ogenblik dat GRP is geopend ben ik schuldeiser in opschorting zonder
zekerheid, doordat procedure is geopend wil ik zekerheid, ik beding bv een
pand, dat mag, maar dat zal mij geen bijzondere rechten geven in de GRP.
Buitengewone SE’s in opschorting hebben een zakelijke zekerheid.
, Toepassing: GRP geopend op 4 september
- Levering groenten op 4 oktober = buiten opschorting
- Schilderen in juni 2025 is in opschorting
- Verhuurder achterstallige huur aug, sept, okt = afsplitsen: augustus in
opschorting, september en oktober buiten opschorting
Bijzonder voorrecht verhuurder = voorrecht positie = alles wat in gebouw staat
dat wordt verhuurd (verhuurder beschermen)
Kenmerken:
- GRP heeft geen buitenbezitsstelling
- Executierechten zijn opgeschort
- Interest is niet opgeschort
- Termijnschulden worden niet opeisbaar
4) Overdracht van gerechtelijk gezag: mix tussen voortzetting en vereffening?
Onderneming die nog draaiende is wordt het stuk dat nog gezond en
interessant is, wordt verkocht, het geld daarvoor wordt gebruikt voor afbetaling
SE’s. er is wel samenloop dat rechten schuldeisers overgaan op de prijs:
opschorting geeft adempauze, niemand mag uitwinnen. Het geld dat wordt
gekregen van verkoop, alle schuldeisers hebben recht op de prijs, daar krijgen
we dan rangregeling op (dus geen samenloop in begin, maar wel wanneer er
recht komt op prijs). Gerechtsdeskundige zorgt voor overnemer/overname. Er
gebeut geen buitenbezitsstelling. SA mag er niet voor zorgen dat verkoop
gedwarsboomd wordt, als die dat wel doet zouden ze hem uit onderneming
halen en er toch voorlopig bewindvoerder in zetten
Kenmerken:
- Opschorting van betaling
- Executierechten zijn opgeschort
- Interest is niet opgeschort
- Termijnschulden worden niet opeisbaar
5) Faillissement: moeder van alle samenlopen. Samenloop vinden we hier niet
in de wet, is gebaseerd op rechtspraak van HvC, regel = uur 0 regel (op uur 0
van de dag waarop procedure is geopend – voor ik failliet verklaard ben, heb
ik deze ochtend mijn auto verkocht, zou niet werken, hele dag valt eronder =
retroactiviteit). De schuldenaar wordt volledig beschikkingsonbevoegd, de
curator komt in de plaats. Er zijn verschillende groepen van SE’s:
- Samenlopende/concurrente SE’s: hebben geen enkele specifieke positie
- Separatisten: hebben voorrangsrecht. Ofwel hebben ze hypotheek op ORG,
pand op RG of bijzonder voorrecht of retentierecht. Deze SE’s hebben recht
op betaling schuldvordering, maar om die zeker te stellen zijn er goederen
waarop ze voorrang krijgen.
- Eigenaars: kunnen goed gewoon terugnemen
- SE’s in de boedel: algemeen bevoorrechte (bepaalde groepen van SE’s die de
wetgever wilde beschermen, ze zijn algemeen op alle RG, bv: loon werknemer
DEEL I: VERMOGEN
X = Schuldeiser van de
overdrager
Y = tweede persoon waaraan A
heeft overgedragen
Cessie is tegenstelbaar aan derden vanaf wilsovereenstemming tussen A en C,
cessie is een overeenkomst tussen A en C. de vordering van A op B wordt
overgedragen op C = cessie. Loutere wilsovereenstemming maakt het tegenstelbaar
aan derden.
Tegenstelbaarheid t.a.v. schuldenaar B die overgedragen wordt (gecedeerde
schuldenaar) vanaf kennisgeving van C aan B.
Derden met concurrent recht tegenstelbaar tav schuldeiser van de overdrager (X). X
is schuldeiser van A en vind tin vermogen A een schuldvordering en is dus deel
verhaalsrecht van X. dus krijgen we twee concurrente schuldeisers = X wil geld van
B, C is overnemer die geld wil van B. conflict wordt opgelost met regel: degene die
eerst kennisgeeft aan B zal primeren. Als X bij B aanklopt en zegt dat hij schuldeiser
is van A en wil uitwinnen op schuldvordering kan dat. X kan beslag leggen op
schuldvordering door derdenbeslag (beslag = kennisgeving aan B). Als we de situatie
omdraaien, dan nemen we aan dat C eerst kennisgeving heeft gedaan aan B.
vervolgens legt X beslag op schuldvordering bij B, in dat geval zal B betalen aan C,
want die heeft eerste kennisgeving TGT gedaan.
Art.3.28, §2 BW= cessie na cessie. A heeft buiten overgedragen aan C, maar ook
aan Y. er zijn dus twee cessionarissen (overnemers). X of C doet als eerste TGT
kennisgeving aan B. Als C de eerste kennisgeving doet heeft X een probleem want
dan is wat X heeft gekregen niets meer waard. X zal dan naar A moeten gaan, wat B
gaat dan aan C betalen, dus contractbreuk doet zich voor in verhouding tussen A en
X. Wie eerst kennisgeving doet TGT zal primeren (anterioriteitsregel), ookal was
die persoon in contract pas de tweede.
Tip: altijd alles uittekenen en er een voorbeeld van maken met namen!
,SAMENLOOP:
Actief en passief is totaal niet relevant voor de samenloop. Wanneer uw actief kleiner
is dan uw passief, is dat geen samenloop.
Feitelijke samenloop: wanneer de ene SE beslag legt op het huis, en de andere SE
op de auto, is er geen feitelijke samenloop. Beslag op hetzelfde mag niet, maar je
mag je wel bij een beslag aansluiten en zeggen dat je ook betaalt wil worden uit de
opbrengst van het beslag.
Twee basisprincipes:
- Gelijkheidsbeginsel: als er geld tekort zou zijn is een evenredige verdeling
vereist.
- Fixatiebeginsel: rechten SE worden vastgelegd, je mag geen nieuwe
rechten/zekerheden krijgen. Bv: er zijn drie SE’s, 1000, 2000 en 1 miljoen
schuldvorderingen, fixatie betekent dan dat er geen voorrang genomen
worden.
Kleine samenloop = bij beslag ben je niet verplicht je SE’s te gaan zoeken, het is
maar een kleine groep
Grote samenloop = iedereen die er gevonden zou kunnen worden, curator moet ze
echt allemaal zoeken en individueel uitnodigen om aangifte te doen in het
faillissement, als ze dat niet doen, kunnen ze op geen geld aanspraak maken als SE.
Meeste collectieve procedures zijn grote samenloop, behalve gerechtelijke
reorganisatie.
Samenloop van insolventieprocedures:
Kenmerken insolventieprocedure:
Als er een procedure wordt geopend welke invloed heeft dat op
verhaalsrechten/executierechten (mag ik verhaal nemen op een vermogen?)
schuldeiser?
Wat is de invloed van de procedure op de interesten (die lopen op de
vervallen schulden)? Als procedure wordt geopend, blijven de interesten dan
lopen?
Wat is de invloed van de procedure op de opeisbaarheid van de schulden?
I.g.v faillissement: krijg je situatie waarbij alle schulden en vorderingen die op
dat moment bestaan of niet (opeisbaar of niet) door faillissement ineens
allemaal opeisbaar worden. waarom doet men dit? Om alles automatisch in
procedure te trekken en niet op alles te moeten wachten want dan blijf je
bezig. Dat is bij andere procedures dus niet, dan moet je wachten tot je een
aanspraak hebt.
,1) Beslag: deurwaarder legt beslag op activa. Zodra er beslag gelegd wordt en
er duikt nog iemand op dan is er sprake van feitelijk beslag. Beslag creëert
geen voorrangsrecht, er wordt er rangregeling opgemaakt (het is niet, wie
eerst is krijgt alles). Schuldenaar is beslagene wiens goederen in beslag
worden genomen. Schuldeiser is beslaglegger. Bij beslag op RG = evenredige
verdeling door gerechtsdeurwaarder. Bij beslag op ORG = rangregeling door
notaris. Relatieve onbeschikbaarheid, geldt alleen tussen beslaglegger en
mezelf, is niet zo t.a.v. andere SE’s. stel er ligt beslag op mijn auto, maar ik
verkoop mijn auto toch. De beslaglegger kan doen alsof verkoop auto niet
heeft plaatsgevonden, maar voor alle andere schuldeisers is mijn auto uit mijn
vermogen, want die onbeschikbaarheid geldt niet t.a.v. hen.
Kenmerken:
- Executierechten schuldeisers blijven bestaan, onder voorbehoud dat beslag
op beslag niet mag (om kosten te vermijden), aansluiten bij beslag kan wel
- Interest wordt niet opgeschort, blijft doorlopen.
- Beslag is enkel mogelijk wanneer schuldvordering opeisbaar is. beslag leggen
maakt vordering niet opeisbaar, pas als de opeisbaar is kan er beslag worden
gelegd (er moet eerst een vordering zijn die je kan uitwinnen).
2) Collectieve schuldenregeling: procedure die zich richt op particulieren die
duurzame financiële problemen hebben, op zoek gaan naar oplossing met
schuldeisers. Samenloop ontstaat op grond van de wet (art.1675/7 Ger.W).
schuldenaar is nog altijd bevoegd (eten kopen, kleren kopen, maar geen dure
reizen, auto’s etc.). CSR = schuldbemiddelaar (treedt niet in de plaats, maar
treedt op in plaats van de schuldenaar). Normaal vermogensbeheer mag.
Kenmerken:
- Wanneer de procedure wordt gestart worden executierechten opgeschort
- Wanneer de procedure wordt gestart worden interesten opgeschort
- Termijnschulden worden niet opeisbaar
3) Gerechtelijke reorganisatie (GRP): gericht op aanzuivering en
herstructureren van de onderneming. Zorgen voor continuïteit. Typisch voor
reorganisatie is opschorting van betaling (verplicht tijdelijk uitstel). De
opschorting wordt opgelegd aan de schuldeisers in de opschorting (zijn de
SE’s die er waren voor de opschorting er was). Let op: is geen samenloop.
Oplossingen in GRP:
- Minnelijk akkoord: overeenkomst tussen de partijen.
- Collectief akkoord: dwingende procedure, soort dwangakkoord (in
reorganisatieplan, waarin gestemd wordt).
GRP is geen samenloop, dus gelijkheids-en fixatiebeginsel speelt niet, maar
toch een beetje (want cut off geldt wel, maar ook weer niet omdat als we ene
GRP openen mag ik als SE nog steeds proberen zekerheden te vragen). Op
ogenblik dat GRP is geopend ben ik schuldeiser in opschorting zonder
zekerheid, doordat procedure is geopend wil ik zekerheid, ik beding bv een
pand, dat mag, maar dat zal mij geen bijzondere rechten geven in de GRP.
Buitengewone SE’s in opschorting hebben een zakelijke zekerheid.
, Toepassing: GRP geopend op 4 september
- Levering groenten op 4 oktober = buiten opschorting
- Schilderen in juni 2025 is in opschorting
- Verhuurder achterstallige huur aug, sept, okt = afsplitsen: augustus in
opschorting, september en oktober buiten opschorting
Bijzonder voorrecht verhuurder = voorrecht positie = alles wat in gebouw staat
dat wordt verhuurd (verhuurder beschermen)
Kenmerken:
- GRP heeft geen buitenbezitsstelling
- Executierechten zijn opgeschort
- Interest is niet opgeschort
- Termijnschulden worden niet opeisbaar
4) Overdracht van gerechtelijk gezag: mix tussen voortzetting en vereffening?
Onderneming die nog draaiende is wordt het stuk dat nog gezond en
interessant is, wordt verkocht, het geld daarvoor wordt gebruikt voor afbetaling
SE’s. er is wel samenloop dat rechten schuldeisers overgaan op de prijs:
opschorting geeft adempauze, niemand mag uitwinnen. Het geld dat wordt
gekregen van verkoop, alle schuldeisers hebben recht op de prijs, daar krijgen
we dan rangregeling op (dus geen samenloop in begin, maar wel wanneer er
recht komt op prijs). Gerechtsdeskundige zorgt voor overnemer/overname. Er
gebeut geen buitenbezitsstelling. SA mag er niet voor zorgen dat verkoop
gedwarsboomd wordt, als die dat wel doet zouden ze hem uit onderneming
halen en er toch voorlopig bewindvoerder in zetten
Kenmerken:
- Opschorting van betaling
- Executierechten zijn opgeschort
- Interest is niet opgeschort
- Termijnschulden worden niet opeisbaar
5) Faillissement: moeder van alle samenlopen. Samenloop vinden we hier niet
in de wet, is gebaseerd op rechtspraak van HvC, regel = uur 0 regel (op uur 0
van de dag waarop procedure is geopend – voor ik failliet verklaard ben, heb
ik deze ochtend mijn auto verkocht, zou niet werken, hele dag valt eronder =
retroactiviteit). De schuldenaar wordt volledig beschikkingsonbevoegd, de
curator komt in de plaats. Er zijn verschillende groepen van SE’s:
- Samenlopende/concurrente SE’s: hebben geen enkele specifieke positie
- Separatisten: hebben voorrangsrecht. Ofwel hebben ze hypotheek op ORG,
pand op RG of bijzonder voorrecht of retentierecht. Deze SE’s hebben recht
op betaling schuldvordering, maar om die zeker te stellen zijn er goederen
waarop ze voorrang krijgen.
- Eigenaars: kunnen goed gewoon terugnemen
- SE’s in de boedel: algemeen bevoorrechte (bepaalde groepen van SE’s die de
wetgever wilde beschermen, ze zijn algemeen op alle RG, bv: loon werknemer