leren
1. Wat is leren?
Leren = “een relatief permanente verandering in gedrag of kennis ten gevolge
van ervaring”
“Relatief permanent” = niet alles blijft hangen.
Nieuwe gedragswijzigingen ontstaan door ervaring.
Dieren + mensen leren volgens grotendeels dezelfde principes. Daarom
worden honden, ratten, duiven, muizen en apen gebruikt in onderzoek
omdat genetische achtergrond en motivatie beter controleerbaar zijn.
Omdat onderzoekers genetica, omgeving en motivatie hierdoor veel
beter kunnen controleren.
In dit hoofdstuk worden drie leerprocessen besproken:
1. Klassieke conditionering
2. Operante conditionering
3. Observerend leren
6.1) Klassieke conditionering
Ontstond uit fysiologisch onderzoek naar aangeleerde reflexen (door Pavlov
“psychische reflexen” genoemd), in volledig gecontroleerde wetenschappelijke
omstandigheden.
Het principe:
Hier zal men een oorspronkelijk betekenisloze stimulus herhaaldelijk gekoppeld
worden aan een geconditioneerde stimulus (OS) die automatisch een
ongeconditioneerde respons uitlokt
- Eenvoudig mechanisme breed toepasbaar
o Vb: water in de mond
Kat/ hond met eetbakje
Zin in snoepen tijdens reclame
KC = vorm van associatief leren waarbij een organisme leert dat 2 stimuli bij
elkaar horen.
Gedrag verandert omdat een neutrale prikkel een betekenisvolle prikkel
begint te voorspellen.
Dit proces werd ontdekt door Ivan Pavlov
Basisconcepten:
, Ongeconditioneerde Stimulus (OS) = Stimulus die automatisch een reactie
uitlokt.
bv. Voedsel
Ongeconditioneerde Respons (OR) = De automatische reflex op de OS.
bv. speekselproductie door voedsel
Geconditioneerde Stimulus (CS) = Oorspronkelijk neutrale stimulus, krijgt
pas betekenis door koppeling met OS.
bv. Belgeluid
Geconditioneerde Respons (CR) = De aangeleerde reactie op de CS.
bv. speeksel bij de bel
Leerproces (stappen
1. Voor conditionering
CS (bel) geen reactie
OS (voedsel) OR (speeksel)
2. Tijdens conditionering
CS (bel) + OS (voedsel) OR (speeksel)
(meerdere herhalingen)
3. Na conditionering
CS (bel) CR (speeksel)
Het organisme leert “De bel voorspelt voedsel.”
Ivan Pavlov Pavloviaanse conditionering
- 1904 Nobelprijs fysiologisch en geneeskunde onderzoek rond
spijsvertering
- Methode
o Natuurwetenschappelijke aanpak gecontroleerde omgeving
o Afhankelijke variabele (respons) speekselafscheiding
o Toevallig ontdekking:
Bel + voedsel permanente gedragswijziging
Speeksel bij bel ipv voedsel associatie aangeleerd
o Focus spijtvertering andere zaken eerder psychische reflex
o Geen subjectief gestuurd gedrag verder wetenschappelijk
bestuderen
Inzichten van Pavlov
, Kenmerken klassieke conditionering
- Verwerving
o Proces waardoor geconditioneerde stimulus (CS) geconditioneerd
reactie gaat uitlokken (CR)
Meerdere associaties tussen NS (die CS wordt) – OS
Duur afhankelijk van intensiteit OS en OR (vb: ongeval en
inbraak)
Experiment ooglidreflex
Pufjes lucht in oog geblazen daarvoor lampje
branden (CS) knipperen (CR) snel geleerd
om te knipperen als wind in ogen blaast
- Extinctie (uitdoving)
Dit is de verzwakking van de geconditioneerde respons die optreedt als de
geconditioneerde stimulus herhaaldelijk wordt aangeboden zonder dat de
ongeconditioneerde stimulus erbij staat.
Dit betekent niet dat je het volledig kwijt ben:
1. Spontaan herstel
Bv. Iemand met vliegangst dat met cognitieve gedragstherapie is die ervan
afgeraakt. Maar het is lang geleden dat die op een vliegtuig heeft gezeten en die
voelt dat die weer die angsten heeft.
Dit is spontaan herstel
2. Als je ervaart, als we je opnieuw gaan conditioneren. Dan gaat het heel
snel.
o Als CS plaatsvindt zonder OS CR ↓
o NIET VERGETEN blijft ergens in de hersenen aanwezig
Als OS terugkomt tijdelijk spontaal herstel
Vb: behandeling fobieën vliegangst kan terugkomen
Zeer snel nieuwe verwerving CS CR
Nieuw geleerde relatie onderdrukt eerder geleerde
CS CR relatie