Inleiding
Algemene psychologie
- Wetenschappelijke kijk op brede veld psychologie à achtergrond meer
gespecialiseerde opleidingsonderdelen
- BIG PICTURE
De plaats van de psychologie in de
samenleving
The good news
Veel aandacht voor psychologie
o TV vb; psychologen, seksuologen, coaches
o Pathologieeën vb: ASS, ADHD, burn-out
o Onderwijs vb: leerstoornissen, ontwikkelingsstoornissen
o Arbeidsmarkt vb: bedrijfspsychologen (tevredenheid op werk, goede leider
zijn)
o Sport vb: OL
o Meer echte voorstelling van problemen in media
The bad news
Populariteit van psychologie als pseudowetenschap
Literatuur vb: psychologie in de Fnac
Stereotypering in films vb: iedereen met ALS is akward en sociaal
Rechtspraak
o vb: leugendetector niet betrouwbaar als bewijs
o Vb: Johny Depp en Amber Heard psy profiel gemaakt zonder te praten
Gevolg risico op wantoestanden vb: hypnose
Veel misverstanden/ gebrek aan kennis over beroep psycholoog
Psychologie meestal niet moeilijk gezien gebrek ervaring studiemateriaal
,1.1) Een definitie van psychologie
Definitie van psychologie
Psychologie is een wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt en
waarbij de gedragsevidentie gebruikt wordt om de interne processen te
begrijpen die aan dat gedrag ten grondslag liggen
De wetenschap die het gedrag bestudeerd dankzij een buitenstaand
element te gebruiken om zo een intern proces te begrijpen die aan de
basis liggen.
Vb:
Als iemand sneller reageert op een lichtflits dan op een geluid, gebruiken
psychologen die verschillen in reactietijd als bewijs (gedragsevidentie) om
iets te zeggen over mentale verwerkingssnelheid.
Gedragsevidentie = observeerbaar gedrag dat dient als bewijs om interne
mentale processen af te leien.
Vb: Als iemand wegduikt voor een bal, is dat gedragsevidentie dat hij het
object waargenomen heeft en de situatie als gevaarlijk inschat.
Interne processen = de mentale activiteiten die je niet rechtstreeks kunt
observeren, maar die psychologen kunnen afleiden uit gedrag. Ze omvatten
o.a. aandacht, waarneming, geheugen, emotie, motivatie, taal, denken,
oordeelsvorming en besluitvorming. Omdat deze processen onzichtbaar zijn,
worden ze onderzocht via gedragsevidentie (bv: reactietijd, keuzes,)
Cognitieve processen = alle mentale processen die betrokken zijn bij
kennisverwerving, zoals waarnemen, denken, onthouden, taal verwerken,
probleemoplossing, en besluitvorming.
Het gaat om interne processen die we niet rechtstreeks kunnen zien, maar die
psychologen afleiden uit observeerbaar gedrag (bv: reactietijden, keuzes,
foutenpatroon).
Vb: Wanneer een student een moeilijke wiskundevraag trager oplost dan een
makkelijke, is de langere reactietijd gedragsevidentie voor de cognitieve
belasting en complexiteit van het denken.
Observeerbaar gedrag = het gedrag dat een onderzoeker direct kan meten
of registreren, zoals handelingen, reacties, keuzes, lichaamstaal, spraak,
bewegingen, foutjes, of reactietijden. Psychologie focust hierop omdat interne
processen niet zichtbaar zijn.
Vb: Een onderzoeker meet hoeveel milliseconden iemand nodig heeft om op
een lichtflits te reageren. Die reactietijd is observeerbaar gedrag waarmee men
interne processen zoals aandacht en snelheid van informatieverwerking
kan bestuderen.
Wetenschap waarbij gedrag (vb: naar de les gaan) bestudeerd wordt om zo
interne processen te begrijpen theorieën en modellen
, Geesteswetenschappen Exacte wetenschappen
(alfa) (beta)
Meetbaar? Moeilijk Ja
Voorbeelden? Psychologie Fysica
Geschiedenis Biologie
Psychologie staat op het kruispunt tussen natuurwetenschappen (meten,
experimenten) en geesteswetenschappen (studie van menselijk gedrag en
betekenis).
Dynamisch en schijntegenstelling
Vroeger
Geesteswetenschappen meer focus niet-observeerbare onderwerpen/
vragen
Exacte wetenschappen fysiek observeerbaar vb: organen
Nu
Geesteswetenschappen hersenscans fysiek
Exacte wetenschappen moleculen en andere onzichtbare zaken
1.2) Ontwikkelingen die de psychologie
mogelijk gemaakt hebben
Rede, intuïtie en geloof
Socrates, Plato, Aristoteles Oude Grieken
Eigen intuïtie/ rede
Geen observaties sofa science
Mens is uniek, want heeft een ziel gehoorzaamd iets niet-aard = geloof
Wel AXIOMA’S
Plato:
Zichtbare wereld = slechte kopie van een perfecte, onzichtbare wereld van
ideeën
Werkelijke kennis komt via rede, omdat de ziel de ideale wereld herkent
Wiskunde is de hoogste vorm van kennis
Omdat getallen perfect en onveranderlijk zijn.
En losstaan van de veranderlijke materiële wereld.
Belangrijk: Plato minimaliseerde observatie dit maakte een echte
wetenschappelijke psychologie onmogelijk
Vb: Je ziet veel verschillende stoelen, maar de geest kent het idee stoel dat
perfect en onveranderlijk is.
, Aristoteles – Axioma’s/ demonstratie:
Ware kennis komt voort uit axioma’s (= zelf – evidente grondwaarheden).
Hij noemde dit demonstraties waarheden die de ziel vanzelf herkent
zonder observaties.
Wiskunde is de hoogste vorm van kennis
Omdat alles uit enkele vaste axioma’s kon worden afgeleid
Zware dingen vallen naar beneden was volgens Aristoteles een intuïtief waar
axioma — maar dit bleek later fout.
Vuur en lucht stijgen op naar de hemel.
De kerk combineerde Plato + Aristoteles + christelijke ideeën. Door het
verlies van veel teksten in het westen bleef Europa eeuwenlang in pre –
wetenschappelijk kader.
De Wetenschappelijke revolutie
De wetenschappelijke revolutie (Copernicus, Galilei, Newton) introduceerde dat
kennis moet komen uit systematische observatie, meting en experimenten
in plaats van intuïties of axioma’s.
Galilei liet voorwerpen van een toren vallen en toonde dat licht en
zwaar even snel vallen — tegengesteld aan Aristoteles
Veranderingen t.o.v. Oude Grieken/ kerk
Kennis gebaseerd op systematische observatie (kijken, opschrijven en
vergelijken) wetenschappelijke revolutie
Kalender liep achter Copernicus ontdekte aarde niet centrum van
universum Copernicaanse revolutie
Axioma’s in vraag gesteld nieuwe kennis uit observaties en experimenten
(Galilei en Newton)
Het ontstaan van 2 culturen (alfa vs beta)
Wetenschap en macht:
Wetenschappelijke vooruitgang groter niet-katholieke landen vb: IT, Dui en
VK
VS zette enorm in op natuurwetenschappen
2 culturen:
Klassieke humanistische cultuur (alfa)