Correlatie (tussen 2 afnames/2 versies)
Test-hertest Parallelvorm
= relatie tussen scores groep respondenten op test = relatie tussen scores groep respondenten op twee
herhaalde afname parallele versies
Schatting van: Schatting van:
- Fluctuaties binnen persoon - Fluctuaties binnen persoon
- Fluctuaties door omgeving - Fluctuaties door omgeving
- NIET van toevallige fluctuaties door sample - Toevallige fluctuaties door gekozen sample
van items van items
Nadelen: Nadelen:
- Leereffecten - Meet mogelijk wat anders
- Onderschatting betrouwbaarheid bij - Parallelvorm niet altijd beschikbaar
eigenschap natuurlijke fluctuaties (zoals
hartslag)
Voorbeeld: Voorbeeld:
- Dezelfde steekproef op test1 en op test2, - Woordentest: 15 woorden onthouden als
drie maanden later maat voor geheugen. De eerste keer krijg je
versie A en tweede keer versie B.
Schatters om meetfout in kaart te brengen:
Interne consistentie (binnen 1 afname)
Spearman Brown Coefficient Alfa KR-20
= split half betrouwbaarheid: = relatie tussen de scores van = Ja/Nee items (niet meer dan
relatie tussen scores van een groep alle mogelijke twee testhelften, twee antwoorden, anders
op twee weghelften met Spearman Brown correctie Cronbachs alfa).
Schatting van: Schatting van: Schatting van:
- Toevallige fluctuaties door - Interne consistentie - Interne consistentie
selectie van items, door
de testhelften te
vergelijken
Nadelen: Coefficient alfa is hoger indien: Nadelen:
- Betrouwbaarheid neemt - Meer items, ideaal is - Bij vragen die op elkaar
af door test in 2 te vanaf 10 items (minder lijken, krijg je kunstmatig
splitsen: invloed meetfouten) een hogere R
o Kortere test = - De spreiding in - Bij het bepalen van
meer meetfouten meetfouten kleiner is meerdere factoren in 1
o R = hoger bij - Als de samenhang test, krijg je kunstmatig
meer items tussen items hoger lagere R.
o Je doet maar 1 wordt
split
Voorbeeld:
Test met 10 vragen opsplitten in 2:
hoe correleren die losse 2 met
elkaar; meet ik met de ene vijf
vragen hetzelfde als met de andere
vijf vragen.
Schatters om meetfout in kaart te brengen:
Correlatie tussen 2 beoordelaars
Inter-rater beoordelaars betrouwbaarheid
= relatie tussen scores van meerdere beoordelaars (vooral belangrijk subjectieve methodes zoals
diagnostisch interview)