natuurwetenschappen
thema 1: genetisch materiaal en celdeling
1) De bouw en organisatie van het erfelijk materiaal
DNA= desoxyribonucleïnezuur
Lang biopolymeer dat uit nucleotiden is opgebouwd
Elk nucleotide bevat een suiker waarvan een fosfaatgroep & organische
stikstofbase zijn gebonden
ADENINE – THYMINE GUANINE – CYTOSINE
Bij vorming van DNA-streng:
- Fosfaatgroep van nucleotide bindt zich aan de hydroxylgroep (-OH) van
volgende nucleotide
DNA bestaat uit 2 DNA-strengen langs elkaar
Worden door waterbruggen aan elkaar gehouden
Ladder draait zich op tot een helixstructuur (DNA dubbele helix)
1.3: organisatie van DNA in cel
Volledige DNA = genoom
bestaat uit meerdere gescheiden DNA moleculen
chromosomen
afgebakende sequenties die de code dragen voor de erfelijke eigenschappen
genen
lichaamscellen: hebben elk chromosoom in tweevoud (diploïd)
Voortplantingscellen: één exemplaar van elk chromosoom (haploïd)
Menselijke lichaamscel: 46 chromosomen in 23 paar
22 paar autosomen 1 paar geslachtshormonen
Autosomen zijn homoloog -> genen met info vr dezelfde kenmerken
Vrouwen= twee homologe X-chromosomen
,Mannen= 1 X-chromosoom & 1 Y-chromosoom
Bij geslachtelijke voortplanting geeft elke ouder de helft van zijn/haar
genetisch materiaal door
1.4 condensatieproces van DNA
DNA moet compact opvouwen
Condensatieproces:
1) DNA helix wordt opgerold rond specifieke eiwitten (histonen)
2) Histonen groeperen zich en vormen chromatinevezels
3) Vlak voor de celdeeling condenseert DNA zich tot de meest compacte
vorm
(verdubbelde toestand)
Identieke kopieën/zusterchromatiden hangen aan elkaar ten hoogte van
centromeer
2) DNA replicatie
, Cel kopieert zijn DNA
Vindt plaats voor de celdeling en verloopt via de volgende stappen:
Enzym DNA-helicase opent de DNA helix door waterstofbruggen te
verbreken
DNA-polymerase hecht zich aan beide enkelvoudige strengen en start met
de synthese van nieuwe DNA-strengen
3) DNA doorgeven via celdeling
3.1 de celcyclus
interfase
G1-fase: de cel groeit en bereidt zich voor op DNA replicatie
S-fase: DNA-replicatie vindt plaats
G2-fase: de cel groeit verder en maakt zich klaar voor celdeling, eventuele
fouten worden hersteld.
M-fase: effectieve celdelingen waarin de ouderlijke cel zijn genetisch materiaal
over twee kernen verdeelt, gevolgd door de splitsing van de cel in 2
dochtercellen
thema 1: genetisch materiaal en celdeling
1) De bouw en organisatie van het erfelijk materiaal
DNA= desoxyribonucleïnezuur
Lang biopolymeer dat uit nucleotiden is opgebouwd
Elk nucleotide bevat een suiker waarvan een fosfaatgroep & organische
stikstofbase zijn gebonden
ADENINE – THYMINE GUANINE – CYTOSINE
Bij vorming van DNA-streng:
- Fosfaatgroep van nucleotide bindt zich aan de hydroxylgroep (-OH) van
volgende nucleotide
DNA bestaat uit 2 DNA-strengen langs elkaar
Worden door waterbruggen aan elkaar gehouden
Ladder draait zich op tot een helixstructuur (DNA dubbele helix)
1.3: organisatie van DNA in cel
Volledige DNA = genoom
bestaat uit meerdere gescheiden DNA moleculen
chromosomen
afgebakende sequenties die de code dragen voor de erfelijke eigenschappen
genen
lichaamscellen: hebben elk chromosoom in tweevoud (diploïd)
Voortplantingscellen: één exemplaar van elk chromosoom (haploïd)
Menselijke lichaamscel: 46 chromosomen in 23 paar
22 paar autosomen 1 paar geslachtshormonen
Autosomen zijn homoloog -> genen met info vr dezelfde kenmerken
Vrouwen= twee homologe X-chromosomen
,Mannen= 1 X-chromosoom & 1 Y-chromosoom
Bij geslachtelijke voortplanting geeft elke ouder de helft van zijn/haar
genetisch materiaal door
1.4 condensatieproces van DNA
DNA moet compact opvouwen
Condensatieproces:
1) DNA helix wordt opgerold rond specifieke eiwitten (histonen)
2) Histonen groeperen zich en vormen chromatinevezels
3) Vlak voor de celdeeling condenseert DNA zich tot de meest compacte
vorm
(verdubbelde toestand)
Identieke kopieën/zusterchromatiden hangen aan elkaar ten hoogte van
centromeer
2) DNA replicatie
, Cel kopieert zijn DNA
Vindt plaats voor de celdeling en verloopt via de volgende stappen:
Enzym DNA-helicase opent de DNA helix door waterstofbruggen te
verbreken
DNA-polymerase hecht zich aan beide enkelvoudige strengen en start met
de synthese van nieuwe DNA-strengen
3) DNA doorgeven via celdeling
3.1 de celcyclus
interfase
G1-fase: de cel groeit en bereidt zich voor op DNA replicatie
S-fase: DNA-replicatie vindt plaats
G2-fase: de cel groeit verder en maakt zich klaar voor celdeling, eventuele
fouten worden hersteld.
M-fase: effectieve celdelingen waarin de ouderlijke cel zijn genetisch materiaal
over twee kernen verdeelt, gevolgd door de splitsing van de cel in 2
dochtercellen