MODULE VASCULAIRE PATHOLOGIE 2019-2020
Symptomatisch perifeer arterieel vaatlijden – An Tassenoy
18/02/2020
Gezondheidsprobleem
- Prevalentie
o Perifere arteriële vaatziekte: 19,1%
o Claudicatio intermittens: 1,6-2,0%
- Incidentie
o Stijgt met de leeftijd
o M>V
- Morbiditeit en martaliteit
o Verhoogde kans op coronaire en cerebrovasculaire ziekte en sterfte: 10 jaar
na aanvang van claudicatio intermittens krijgt:
▪ 43% coronaire vaatziekte
▪ 21% CVA
▪ 24% hartfalen
o Levensverwachting 10 jaar korter
o Kans op overlijden: 2-3x hoger
- Symptomen
o Pijn of onaangenaam gevoel in de spieren (krampen, branderig,
beklemmend, vermoeidheid) na het lopen van een bepaalde afstand, bij snel
lopen of tegen een helling lopen
o Klachten verdwijnen nadat men stilstaat
- Stadia volgens Fontaine
I. Er is atherosclerose aanwezig, maar de patiënt heeft geen klachten
II. Bij inspanning ontstaat ischemie van de benen die zich uit in claudicatio
intermittens
III. Er is sprake van pijn in rust
IV. Er zijn ulcera aanwezig, (dreigende) necrose en gangreen (= onderhuids
weefsel dat zal afsterven) -> 2-5% bevindt zich hier en loopt risico op
amputatie van OL..
- Oorzaken
o Tijdens het lopen is er te weinig arteriële bloedtoevoer naar de werkende
spieren
o Aerobe energielevering →
▪ Anaeroob
▪ Verzuring in de spieren
▪ Pijn en krampen
o De arteriële obstructie ontstaat meestal door atherosclerose (= de wand van
een slagader verdikt raakt en minder elastisch wordt. Hierbij hoopt zich
vettig materiaal op onder de binnenwand van de slagader.)
o De lokalisatie van de arteriële obstructie bepaalt in welke spieren de
klachten optreden: → Via anamnese kan men al te weten komen waar de
obstructie zich precies zal bevinden
▪ Distaal type: obstructie zit vrij distaal in de voetzool/tenen
▪ Bovenbeentype: A. femoralis
▪ Onderbeentype: A.poplitea, A.tibialis
, MODULE VASCULAIRE PATHOLOGIE 2019-2020
▪ Gluteale of femorale musculatuur: Aorta, A.iliaca,
o Bij onzekerheid doorverwijzen naar arts (groot deel van de patiënten
vertonen geen symptomen)
o Bij patiënten met symptomen
▪ ¾ stabiliseert en zal herstellen
▪ ¼ evolueert naar ernstiger klachtenpatroon
- Beloop van de aandoening
o Meeste patiënten: perifere arteriële vaatziekten zonder symptomen van CI
o Voor de patiënten MET symptomen:
▪ 75% stabiliseren of verbeteren de klachten
▪ Kleine groep verkrijgen ernstige complicaties met mobiliteitsverlies,
pijn in rust en uiteindelijk necrose en gangreen
▪ 25% binnen 5 jaar een ernstiger klachtenbeeld
▪ 2-5% amputatie
- Prognostische factoren
o Beïnvloedbare factoren: rookgedrag, obesitas, fysieke activiteit, cholesterol,
diabetes
o Niet-beïnvloedbare factoren: geslacht, leeftijd en erfelijke familiale aanleg
→ Hoe meer risicofactoren aanwezig, hoe groter het risico
- Wijze van omgang met de klachten
o Adequate manier van omgang: patiënten trachten ondanks de CI-klachten
een actieve levensstijl te hanteren
o Inadequate manier van omgang: patiënten die bewegingen gaan beperken,
lopen gaan vermijden of zodra de klachten optreden stoppen met bewegen
Anamnese
Hulpvraag
- Belangrijkste klachten en verwachtingen van de patiënt (inclusief activiteiten en
participatiegerichte doelen)
- Inzicht in kennis over de aandoening
- Behoefte aan informatie/voorlichting
Gezondheidsprobleem
- Soort en ernst van de klachten
o Stoornissen, beperkingen en participatieproblemen
- Aard en lokalisatie van de klachten
o De pijnvrije en de maximale loopafstand;
o Tempo van lopen
o Lopen tegen een helling op
o Verdwijnen van klachten na stilstaan
o Mobiliteitsvermindering
o Pijn in rust
o Nachtelijke pijn,
o ‘restless legs’
o Kleur/temperatuur van de voet
o Wondjes aan de voet
- Aanvang en beloop van de klachten
- Prognostische factoren
Symptomatisch perifeer arterieel vaatlijden – An Tassenoy
18/02/2020
Gezondheidsprobleem
- Prevalentie
o Perifere arteriële vaatziekte: 19,1%
o Claudicatio intermittens: 1,6-2,0%
- Incidentie
o Stijgt met de leeftijd
o M>V
- Morbiditeit en martaliteit
o Verhoogde kans op coronaire en cerebrovasculaire ziekte en sterfte: 10 jaar
na aanvang van claudicatio intermittens krijgt:
▪ 43% coronaire vaatziekte
▪ 21% CVA
▪ 24% hartfalen
o Levensverwachting 10 jaar korter
o Kans op overlijden: 2-3x hoger
- Symptomen
o Pijn of onaangenaam gevoel in de spieren (krampen, branderig,
beklemmend, vermoeidheid) na het lopen van een bepaalde afstand, bij snel
lopen of tegen een helling lopen
o Klachten verdwijnen nadat men stilstaat
- Stadia volgens Fontaine
I. Er is atherosclerose aanwezig, maar de patiënt heeft geen klachten
II. Bij inspanning ontstaat ischemie van de benen die zich uit in claudicatio
intermittens
III. Er is sprake van pijn in rust
IV. Er zijn ulcera aanwezig, (dreigende) necrose en gangreen (= onderhuids
weefsel dat zal afsterven) -> 2-5% bevindt zich hier en loopt risico op
amputatie van OL..
- Oorzaken
o Tijdens het lopen is er te weinig arteriële bloedtoevoer naar de werkende
spieren
o Aerobe energielevering →
▪ Anaeroob
▪ Verzuring in de spieren
▪ Pijn en krampen
o De arteriële obstructie ontstaat meestal door atherosclerose (= de wand van
een slagader verdikt raakt en minder elastisch wordt. Hierbij hoopt zich
vettig materiaal op onder de binnenwand van de slagader.)
o De lokalisatie van de arteriële obstructie bepaalt in welke spieren de
klachten optreden: → Via anamnese kan men al te weten komen waar de
obstructie zich precies zal bevinden
▪ Distaal type: obstructie zit vrij distaal in de voetzool/tenen
▪ Bovenbeentype: A. femoralis
▪ Onderbeentype: A.poplitea, A.tibialis
, MODULE VASCULAIRE PATHOLOGIE 2019-2020
▪ Gluteale of femorale musculatuur: Aorta, A.iliaca,
o Bij onzekerheid doorverwijzen naar arts (groot deel van de patiënten
vertonen geen symptomen)
o Bij patiënten met symptomen
▪ ¾ stabiliseert en zal herstellen
▪ ¼ evolueert naar ernstiger klachtenpatroon
- Beloop van de aandoening
o Meeste patiënten: perifere arteriële vaatziekten zonder symptomen van CI
o Voor de patiënten MET symptomen:
▪ 75% stabiliseren of verbeteren de klachten
▪ Kleine groep verkrijgen ernstige complicaties met mobiliteitsverlies,
pijn in rust en uiteindelijk necrose en gangreen
▪ 25% binnen 5 jaar een ernstiger klachtenbeeld
▪ 2-5% amputatie
- Prognostische factoren
o Beïnvloedbare factoren: rookgedrag, obesitas, fysieke activiteit, cholesterol,
diabetes
o Niet-beïnvloedbare factoren: geslacht, leeftijd en erfelijke familiale aanleg
→ Hoe meer risicofactoren aanwezig, hoe groter het risico
- Wijze van omgang met de klachten
o Adequate manier van omgang: patiënten trachten ondanks de CI-klachten
een actieve levensstijl te hanteren
o Inadequate manier van omgang: patiënten die bewegingen gaan beperken,
lopen gaan vermijden of zodra de klachten optreden stoppen met bewegen
Anamnese
Hulpvraag
- Belangrijkste klachten en verwachtingen van de patiënt (inclusief activiteiten en
participatiegerichte doelen)
- Inzicht in kennis over de aandoening
- Behoefte aan informatie/voorlichting
Gezondheidsprobleem
- Soort en ernst van de klachten
o Stoornissen, beperkingen en participatieproblemen
- Aard en lokalisatie van de klachten
o De pijnvrije en de maximale loopafstand;
o Tempo van lopen
o Lopen tegen een helling op
o Verdwijnen van klachten na stilstaan
o Mobiliteitsvermindering
o Pijn in rust
o Nachtelijke pijn,
o ‘restless legs’
o Kleur/temperatuur van de voet
o Wondjes aan de voet
- Aanvang en beloop van de klachten
- Prognostische factoren