ANORGANISCHE CHEMIE
Massa% = massa (element) / massa (totaal)
pV = nRT (bar, atm, Pa, J/m3)
➔ 1 bar = 105 Pa
➔ R = 8.314 J/K*mol
pKa kunnen schatten (moleculen rangschikken van minst naar meest zuur)
pH schatten bij niet-evenwicht toestand: bereken hoeveel H3O+ of OH- gevormd wordt (mierenzuur en
natriumformaat)
➔ pH = log (H+)
➔ pOH = log (OH-)
➔ MW (mierenzuur = HCOOH) = 46 g/mol
➔ MW (natriumformaat = HCOO Na) = 68 g/mol
➔ MW (azijnzuur = CH3COOH) = 60 g/mol
➔ MW (natiumacetaat = CH3COO Na) = 82 g/mol
G = H - S * T
Multidentaat liganden (“chelaten”) zijn stabieler dan de monodentaat liganden
, ORGANISCHE CHEMIE
Functionele groepen herkennen: zie quizlet
Elektrofiele substitutie = atoom (meestal waterstof) wordt vervangen door een elektrofiel
Nucleofiele substitutie = nucleofiel deeltje valt aan op een ander (elektronarm) deeltje. Hierbij wordt een
functionele groep op een molecule vervangen (vertrekkende groep) door het nucleofiel
SN1 reactie = nucleofiele alifatische substitutiereactie. Hierbij wordt de leaving group, een deel van een
substraatmolecuul, vervangen door een nucleofiel deeltje
SN2 reactie = nucleofiele alifatische substitutiereactie waarbij een nucleofiel deeltje een elektrofiel centrum
'aanvalt' en een binding aangaat, waarbij tegelijkertijd een ander deeltje, dat gebonden was aan het centrum,
'vertrekt'. Midden in dat proces is er een situatie waarbij zowel het nucleofiele deeltje als de vertrekkende
groep gedeeltelijk is gebonden. Het nucleofiele deeltje, het aangevallen C-atoom en de vertrekkende groep
liggen op één lijn, terwijl de andere drie aan het aangevallen C-atoom gebonden groepen samen met dat C-
atoom in één vlak liggen, loodrecht op die lijn.