Zenuwstelsel
Centraal zenuwstelsel:
• Hersenen
• Ruggenmerg
Perifeer zenuwstelsel
• Ruggenmergzenuwen 31p
• Hersenzenuwen 12p
12 hersenzenuwen (allemaal kennen)
I. Nn. olfactorii
II. N. opticus
III. N. oculomotorius
IV. N. trochlearis
V. N. trigeminus
VI. N. abducens
VII. N. facialis
VIII. N. vestibulocochlearis
IX. N. glossopharyngeus
X. N. vagus
XI. N. accessorius
XII. N. hypoglossus
2: olfactorius en opticus horen bij de grotere hersenen, de rest ontspringt in de hersenstam
De meeste craniale/hersenzenuwen ontspringen uit de hersenstam (10!)
O, o, o, treintje, treintje, als Floortje veel geheimen vertelt aan Heintje
Bescherming door:
Rondom hersenen en ruggenmerg zitten 3 hersenvliezen, deze vormen een zak om de hersenen en het
ruggenmerg. Hierin zit een vloeistof in die ook zorgt voor bescherming
Neuron (zenuwcel):
Cellichaam (= soma) heeft korte dendrieten: dit is het receptieve veld, hier kunnen andere zenuwen
contact maken en hun informatie doorgeven. Dit doen ze door synapsen, waarbij een actiepotentiaal
doorgegeven wordt mbv neurotransmitters.
Bij een axon worden blaasjes van neurotransmitters afgegeven en deze worden opgenomen door een
andere zenuwcel. Op dit moment ontstaat er dus weer een nieuwe zenuwcel.
De axon is de zenuwvezel en deze geleidt een impuls (conductief).
• Receptief: dendriet, soma
• Conductief: axon
• Effectief: axon terminal, synaps
Het ‘drieluik’ van het zenuwstelsel
• E=somato motorische efferent
• VE=viscero motorische efferent
• SA=somato sensorische afferent
• VA=viscero sensorische afferent
,HC1 Hersenzenuwen
Afferent = naar de hersenen toe, efferent = van de hersenen af
VA en SA gaan naar ZS toe
Vandaaruit gaat motorische informatie naar beneden toe, bijvoorbeeld naar dwarsgestreepte spieren (SE)
Viscero = voor organen/ingewanden
Indeling typen zenuwvezels
• Afferent: naar hersenen toe
• Efferent: van hersenen af
In één zenuw: 4 ‘componenten’ mogelijk:
• Somatomotorisch (SE): aansturing dwarsgestreepte spier
• Visceromotorisch (VE): aansturing glad spier-/klierweefsel
• Somatosensibel (SA): bijv sensibiliteit aangezicht, gehoor, huid
• Viscerosensibel (VA): sensibiliteit ingewanden, smaak
Bijvoorbeeld:
III n. oculomotorius: somatomotorische efferent (SE) maar ook visceromotorische efferent (pupil)
(VE)
Somato- = bewuste, vrijwillige aansturing (somatische zenuwstelsel)
Viscero- = onbewuste, autonome aansturing (autonome zenuwstelsel)
Functies zenuwstelsel
1. Waarnemen/reageren op buitenwereld; Somatisch (willekeurig) zenuwstelsel
Somatosensibele afferente systemen (SA) exterosensorisch/propriosensorisch, gehoor, balans,
visus
Somatomotorische efferente systemen (SE) aansturing dwarsgestreepte spieren
2. Innervatie ingewanden viscerale/hormonale functies; Autonoom/visceraal (onwillekeurig)
zenuwstelsel
viscerosensibele systemen (VA) interosensorisch/propriosensorisch, smaak, reuk
visceromotorische systemen (VE) klieren, gladde spieren (bloedvaten, spijsvertering, longen,
urogenitaal systeem)
a. Twee ‘delen’:
sympathisch (hartslag bloeddruk stijging, bloed naar skeletspieren, hart en brein) en
parasympathetisch zenuwstelsel (opslag en herstel energie; hartslag omlaag, peristaltiek
omhoog)
3. Cognitieve, affectieve processen (spraak, leren/geheugen, angst,woede,plezier)
Viscerale zenuwstelsel = autonome zenuwstelsel
VE = Visceraal efferent = autonome zenuwstelsel
Bij het sympathische zenuwstelsel liggen de zenuwcellichamen in een zijstreng (truncus sympathicus =
sympathische zijstreng) naast het ruggenmerg. De bovenste is het ganglion cervicale superior, van hieruit
worden bijv. de pupil of speekselklieren aangestuurd.
Bij het parasympatische zenuwstelsel ligt geen streng met cellen die ergens verantwoordelijk voor zijn
(ganglion), maar deze ligt dicht bij de organen zelf.
Parasympatische ganglia craniaal
1. Ganglion oticum (n glossofaryngius IX)
,HC1 Hersenzenuwen
2. Ganglion pterygopalatinum (n facialis VII)
3. Ganglion submandibulare (n facialis VII)
4. Ganglion ciliare (n oculomotorius III)
Ganglia zijn groepen van cellichamen en deze behoren bij verschillende hersenzenuwen
Innervatie hoofd-hals gebied
Er zijn 12 gepaarde hersenzenuwen, waarvan 5 van belang voor de innervatie van de mondholte
Facialis: smaak tong
Hypoglossus: aansturing spieren tong
Columnaire organisatie ruggenmerg en hersenstam: 4 ‘kolommen’
In het ruggenmerg liggen aan de dorsale kant de sensorische
zenuwen, meer ventraal liggen de motorische zenuwen. In de
hersenstam gaat het dorsale deel van het ruggenmerg naar de
zijkant toe, waardoor de sensorische zenuwen lateraal komen te
liggen en motorische zenuwen mediaal.
Functionele kolommen hersenzenuwkernen
Mediaal liggen motorische kolommen, sensibele kolommen liggen lateraal (van de
craniale zenuwen in de hersenstam)
, HC1 Hersenzenuwen
Doorgangen/foramina/fissura en canales hersenzenuwen in schedelbasis
I Nervus olfactorius
• Type: sensorisch
• Functie: reuk
• Centrale uitlopers reukepitheel in neusholte
• Craniale foramen: lamina cribrosa van os ehtmoidale
Hoort bij de grote hersenen
Hij is wat verdikt, dit is de bulbus, hiervanuit (er liggen zenuwcellen in) gaan kleine zenuwtjes door het os
ethmoidale naar de neusholte.
Foramen: lamina cribrosa
II Nervus opticus
• Type: sensorisch
• Functie: visus
• Craniale foramen: canalis opticus
• Eindiging: na kruising in chiasma
o Thalamus (corpus geniculatum laterale)
o Visuele schors (cortex)
Projecteert in de
hersenen vanuit de thalamus naar visuele schors, waar de
informatie wordt opgeslagen.
Alles van de linkerkant van het visuele veld, komt op de
rechterkant van het oog terecht en dit gaat naar de rechterkant
van de hersenen.