Verbinden met leerlingen – Relatie leerkracht, leerling bij moeilijk
gedrag
4.1. Wat is moeilijk gedrag?
Verwijst naar gedragingen van leerlingen:
o Die het leerproces verstoren
o Een negatieve invloed hebben op de
klasomgeving
o Die de veiligheid en het welzijn van
anderen bedreigen
Kan variëren in intensiteit en vorm
Kan door verschillende factoren beïnvloed
worden.
Waar komt moeilijk gedrag vandaag?
Moeilijk gedrag door de situatie
Probleem gedrag = gewoon gedrag
De plek of het moment maakt het probleemgedrag
De situatie:
o Thuisproblemen
o Tijdelijke factoren (honger, vermoeidheid,…)
o Onrustige of ongestructureerde klasomgeving
Uitgelokt door klasgenoten
Probleemgedrag = in wisselwerking met anderen
Als reactie op het gedrag van klasgenoten
Triggers: pesten, uitsluiting en groepsdruk
Sociale dynamieken -> Groepsvorming
1
,Door gedrags- of ontwikkelingsstoornis
Probleemgedrag als de omgeving niet aansluit bij leerlingen hun
onderwijs- of zorgbehoeften
Begrip en aanpassingen zijn essentieel
Veroorzaakt door de leerkracht
Leerkracht lokt onbedoeld moeilijk gedrag uit:
o Inconsistente regels toepassen
o Negatieve houding hebben
o Geen duidelijke structuur aanbieden
Bewustwording nodig van de interactiestijl van leerkrachten
Balans zoeken tussen dominantie en samenwerking -> Positieve
leeromgeving
2
, Door het schoolteam
Brede schoolteam – inclusief schoolbeleid – algehele schoolcultuur:
Gebrekkige communicatie
Onduidelijke gedragsrichtlijnen
Gebrek aan ondersteuning van de leerkrachten
STEUNNETWERK van de Nieuwe Autoriteit!
Inzichtelijk model
De roos van Leary
Communicatiemodel
o Om communicatie en
interactie te
Analyseren
Voorspellen
Beïnvloeden
Beschrijft interpersoonlijk
gedrag
o Laat zien hoe het gedrag
van de leerkracht het
gedrag van de leerling
beïnvloedt.
Ordening en beschrijving van interpersoonlijk gedrag
= Interactie tussen mensen
Is niet = karakter van mensen
Ieder mens heeft elk gedrag in de roos in zich
Ieder mens heeft voorkeursgedragingen
Is niet = hokjesplaatsen
Laat zien welk gedrag door welk gedrag opgeroepen wordt
en hoe gedrag te beïnvloeden is.
3
gedrag
4.1. Wat is moeilijk gedrag?
Verwijst naar gedragingen van leerlingen:
o Die het leerproces verstoren
o Een negatieve invloed hebben op de
klasomgeving
o Die de veiligheid en het welzijn van
anderen bedreigen
Kan variëren in intensiteit en vorm
Kan door verschillende factoren beïnvloed
worden.
Waar komt moeilijk gedrag vandaag?
Moeilijk gedrag door de situatie
Probleem gedrag = gewoon gedrag
De plek of het moment maakt het probleemgedrag
De situatie:
o Thuisproblemen
o Tijdelijke factoren (honger, vermoeidheid,…)
o Onrustige of ongestructureerde klasomgeving
Uitgelokt door klasgenoten
Probleemgedrag = in wisselwerking met anderen
Als reactie op het gedrag van klasgenoten
Triggers: pesten, uitsluiting en groepsdruk
Sociale dynamieken -> Groepsvorming
1
,Door gedrags- of ontwikkelingsstoornis
Probleemgedrag als de omgeving niet aansluit bij leerlingen hun
onderwijs- of zorgbehoeften
Begrip en aanpassingen zijn essentieel
Veroorzaakt door de leerkracht
Leerkracht lokt onbedoeld moeilijk gedrag uit:
o Inconsistente regels toepassen
o Negatieve houding hebben
o Geen duidelijke structuur aanbieden
Bewustwording nodig van de interactiestijl van leerkrachten
Balans zoeken tussen dominantie en samenwerking -> Positieve
leeromgeving
2
, Door het schoolteam
Brede schoolteam – inclusief schoolbeleid – algehele schoolcultuur:
Gebrekkige communicatie
Onduidelijke gedragsrichtlijnen
Gebrek aan ondersteuning van de leerkrachten
STEUNNETWERK van de Nieuwe Autoriteit!
Inzichtelijk model
De roos van Leary
Communicatiemodel
o Om communicatie en
interactie te
Analyseren
Voorspellen
Beïnvloeden
Beschrijft interpersoonlijk
gedrag
o Laat zien hoe het gedrag
van de leerkracht het
gedrag van de leerling
beïnvloedt.
Ordening en beschrijving van interpersoonlijk gedrag
= Interactie tussen mensen
Is niet = karakter van mensen
Ieder mens heeft elk gedrag in de roos in zich
Ieder mens heeft voorkeursgedragingen
Is niet = hokjesplaatsen
Laat zien welk gedrag door welk gedrag opgeroepen wordt
en hoe gedrag te beïnvloeden is.
3