Fase 1: Het thema kiezen
Is het een ‘krachtig’ thema?
Thematisch werken heeft altijd iets weg van een ontdekkingstocht. De
klasgroep gaat als het ware op stap, op zoek naar antwoorden op
(zelf)gestelde vragen. De interactie binnen de klasgroep is daarbij
belangrijk en legt de klemtoon vooral op productief leren. Allerlei
werkvormen komen daarbij in aanmerking. De leerkracht maakt ook deel
uit van de groep en stelt zich daarbij op als ervaren gids. De leerkracht
houdt daarenboven zoveel mogelijk rekening met de mogelijkheden van
de kinderen.
Vooraleer een thema te kiezen is het toch wel belangrijk om stil te
staan bij een aantal criteria, die vanuit de krachtlijnen op
wereldoriëntatie aangereikt worden.
(1) Verwondering
Zoals in de krachtlijnen aangegeven, is het verwonderen vaak een start
voor leren. Let wel: de wereld van de kinderen is in het basisonderwijs niet
enkel de wereld die kinderen op dat moment interesseert, hen verrassend
overkomt of vol verwondering treft. Ook de wereld die voor hen relevant is
en die ze later als volwassenen mee zullen bepalen is een belangrijke
waardemeter voor een thema. Soms kunnen bepaalde aspecten op dit
moment hun belangstelling nog niet spontaan wekken, maar dat kan
veranderen als kinderen meer van dit aspect kennen of kunnen. Denk
maar aan aspecten rond bejaarden, reclame, klimaatverandering of
voedingsgewoonten.
(2) Het totaalkind
Een goed thema mag en moet inhoudelijk sterk genoeg zijn. Maar is er ook
aandacht voor de ontwikkeling van vaardigheden, attitudes en inzicht die
leerlingen nodig hebben om zelfredzaam en gelukkig te functioneren in de
hen omringende wereld?
(3) Betekenisvol
In het thema komen activiteiten aan bod die uit de leefwereld van
kinderen komen en die voor hen belangrijk zijn doordat ze een duidelijke
relatie hebben met actuele ervaringen of leefsituaties. De leefwereld van
de kinderen vullen we wel ruim in. We hebben niet enkel de fysische
wereld op het oog, maar ook de psychische wereld, de sociale wereld, de
wereld van de gevoelens, de wereld van de fantasie ... en dat zowel hier
als elders, zowel vroeger als nu. Een zeer complexe wereld dus, maar
tegelijk enorm, onuitputtelijk ... altijd ‘nieuw’.
1
, Voor sommige kinderen kan dat betekenen dat het vooral prettig of
avontuurlijk is om over dat onderwerp te leren. Anderen zien er een kans
in om eigen kennis over een bepaald onderwerp tentoon te spreiden. Het
thema nodigt m.a.w. kinderen uit om op een intrinsieke manier te leren.
(4) Brede kijk
Het thema kan gemakkelijk gekoppeld worden aan doelen uit verschillende
domeinen binnen de leergebieden ‘mens en maatschappij’ en
‘wetenschappen en techniek’ en liefst ook aan andere leergebieden.
Vergeet niet dat ‘tijd’ en ‘ruimte’ twee vaste waarden zijn.
Daarnaast kunnen heel diverse aspecten van belang zijn. Is het thema bijv.
organisatorisch wel mogelijk? Natuurlijk is het fijn om over skiën te leren,
maar een dergelijk thema wordt compleet overbodig en niet
werkelijkheidsnabij als je daar geen echte ski-ervaring aan kan koppelen.
Zijn de verwachtingen omtrent het thema ook financieel haalbaar? Zo kan
extra betalend vervoer wel eens een struikelblok betekenen. Of is de
gekozen periode wel geschikt voor een dergelijk onderwerp?
Wie kiest het thema?
Externe ontwerper is eigenaar van het thema (kant en klaar)
In sommige scholen (of sommige leerkrachten) kiest (kiezen) voor het invoeren (en
volgen) van een handleiding. Die handleiding zou dan moeten garanderen dat alle
inhouden over de zes leerjaren geïntegreerd zijn en gelijkmatig aan bod komen. Maar is
dat zo ?
En geven we dan niet te makkelijk een vak uit handen waarin kinderen een eigen inbreng
kunnen hebben, waarin je de buurt kunt laten spreken, waarin je ook je eigen interesses
en passies kwijt kunt, die je deels door de actualiteit kunt laten bepalen?
De leerkracht is eigenaar van het thema
Bij de keuze kan de leerkracht vertrekken vanuit:
de eigen interesses;
de actualiteit;
de omgeving;
een maatschappelijke nood of uitdaging;
jaarplanning of leerplan.
2
Is het een ‘krachtig’ thema?
Thematisch werken heeft altijd iets weg van een ontdekkingstocht. De
klasgroep gaat als het ware op stap, op zoek naar antwoorden op
(zelf)gestelde vragen. De interactie binnen de klasgroep is daarbij
belangrijk en legt de klemtoon vooral op productief leren. Allerlei
werkvormen komen daarbij in aanmerking. De leerkracht maakt ook deel
uit van de groep en stelt zich daarbij op als ervaren gids. De leerkracht
houdt daarenboven zoveel mogelijk rekening met de mogelijkheden van
de kinderen.
Vooraleer een thema te kiezen is het toch wel belangrijk om stil te
staan bij een aantal criteria, die vanuit de krachtlijnen op
wereldoriëntatie aangereikt worden.
(1) Verwondering
Zoals in de krachtlijnen aangegeven, is het verwonderen vaak een start
voor leren. Let wel: de wereld van de kinderen is in het basisonderwijs niet
enkel de wereld die kinderen op dat moment interesseert, hen verrassend
overkomt of vol verwondering treft. Ook de wereld die voor hen relevant is
en die ze later als volwassenen mee zullen bepalen is een belangrijke
waardemeter voor een thema. Soms kunnen bepaalde aspecten op dit
moment hun belangstelling nog niet spontaan wekken, maar dat kan
veranderen als kinderen meer van dit aspect kennen of kunnen. Denk
maar aan aspecten rond bejaarden, reclame, klimaatverandering of
voedingsgewoonten.
(2) Het totaalkind
Een goed thema mag en moet inhoudelijk sterk genoeg zijn. Maar is er ook
aandacht voor de ontwikkeling van vaardigheden, attitudes en inzicht die
leerlingen nodig hebben om zelfredzaam en gelukkig te functioneren in de
hen omringende wereld?
(3) Betekenisvol
In het thema komen activiteiten aan bod die uit de leefwereld van
kinderen komen en die voor hen belangrijk zijn doordat ze een duidelijke
relatie hebben met actuele ervaringen of leefsituaties. De leefwereld van
de kinderen vullen we wel ruim in. We hebben niet enkel de fysische
wereld op het oog, maar ook de psychische wereld, de sociale wereld, de
wereld van de gevoelens, de wereld van de fantasie ... en dat zowel hier
als elders, zowel vroeger als nu. Een zeer complexe wereld dus, maar
tegelijk enorm, onuitputtelijk ... altijd ‘nieuw’.
1
, Voor sommige kinderen kan dat betekenen dat het vooral prettig of
avontuurlijk is om over dat onderwerp te leren. Anderen zien er een kans
in om eigen kennis over een bepaald onderwerp tentoon te spreiden. Het
thema nodigt m.a.w. kinderen uit om op een intrinsieke manier te leren.
(4) Brede kijk
Het thema kan gemakkelijk gekoppeld worden aan doelen uit verschillende
domeinen binnen de leergebieden ‘mens en maatschappij’ en
‘wetenschappen en techniek’ en liefst ook aan andere leergebieden.
Vergeet niet dat ‘tijd’ en ‘ruimte’ twee vaste waarden zijn.
Daarnaast kunnen heel diverse aspecten van belang zijn. Is het thema bijv.
organisatorisch wel mogelijk? Natuurlijk is het fijn om over skiën te leren,
maar een dergelijk thema wordt compleet overbodig en niet
werkelijkheidsnabij als je daar geen echte ski-ervaring aan kan koppelen.
Zijn de verwachtingen omtrent het thema ook financieel haalbaar? Zo kan
extra betalend vervoer wel eens een struikelblok betekenen. Of is de
gekozen periode wel geschikt voor een dergelijk onderwerp?
Wie kiest het thema?
Externe ontwerper is eigenaar van het thema (kant en klaar)
In sommige scholen (of sommige leerkrachten) kiest (kiezen) voor het invoeren (en
volgen) van een handleiding. Die handleiding zou dan moeten garanderen dat alle
inhouden over de zes leerjaren geïntegreerd zijn en gelijkmatig aan bod komen. Maar is
dat zo ?
En geven we dan niet te makkelijk een vak uit handen waarin kinderen een eigen inbreng
kunnen hebben, waarin je de buurt kunt laten spreken, waarin je ook je eigen interesses
en passies kwijt kunt, die je deels door de actualiteit kunt laten bepalen?
De leerkracht is eigenaar van het thema
Bij de keuze kan de leerkracht vertrekken vanuit:
de eigen interesses;
de actualiteit;
de omgeving;
een maatschappelijke nood of uitdaging;
jaarplanning of leerplan.
2