1. Normale zwangerschap
• Zwangerschap is geen ziekte
• Wel (tijdelijke) toestand die fysiologische veranderingen met zich meebrengen:
o Zwangere vrouw ondervindt pijn, hinder, ongemak tijdens normale dagelijkse leven
o Moet rekening mee gehouden w bij behandeling, sport, ADL
o Specifieke kinesitherapie opstarten (voor bv bekkeninstabiliteit, incontinentie)
o Die fysiologische veranderen kunne tijdelijke/permanente gevolgen hebben
• 9 beurten pre- & postnatale kinesitherapie per zwangerschap
o Prenataal
▪ Info over normaal verloop zwangerschap & bevalling
▪ Advies/aanpassen normale sportactiviteiten → alles wat ze ervoor deden & geen
gevaar vormt mogen ze doen, zolang het comfortabel is
▪ Preventie & behandeling specifieke klachten
▪ Papa erbij betrekken, zodat hij weet wat te doen tijdens zwangerschap & bevalling
o Postnataal
▪ Algemene conditie
▪ Algemene spierversterking, spec voor bekkenbodemspieren & spieren rondom
bekkengordel (stabiliserende spieren & buikspieren)
▪ Begeleiden naar normale sportactiviteit
1.1 Terminologie
1.1.1 Zwangerschapsduur
• Start vanaf 1ste dag v laatste menstruatie (+2wkn)
• Gem duur 280dgn/40wkn
o 5% bevalt op uitgerekende datum
o 75% bevalt in week rond uitgerekende datum
o Grens levensvatbaarheid = 24-26wkn
▪ Heel veel moeite om te overleven zonder zware medische hulp
o <37wkn = prematuur
o >42wkn = post-term
• “Officiële” verwachte verlosdatum w bepaald dmv echografie tss 11 & 13wkn → alle embryo’s
standaard even groot, geen genetische invloed
o Tegen einde toe zullen voeding en genetische aanleg een rol spelen → bepaalt of je
zwaarder/minder zwaar w of kleiner/groter
1.1.2 Terminologie
• Blastogenese
o Ontw v zygote → celdeling & innesteling
o V bevruchting tot embryogenese
o Niet vatbaar voor teratogenen
o Prenatale dood
▪ Als blastogenese niet goed verloopt → vruchtje zal doodgaan
▪ Weten vaak niet dat ze zwanger zijn → zal eruit komen met menstruatie
• Embryogenese
o Ontw v 3e tot 8e week na bevruchting
o Start ontw v organen
o Zeer vatbaar teratogenen → = schadelijke stoffen v buitenaf → alcohol, drugs, medicatie,
voeding,…
o Belangrijke congenitale afw’en
,• Foetale periode
o Vanaf 9e week na bevruchting tot bevalling
o Verder ontw organen
o Minder vatbaar voor teratogenen
o Schadelijke stoffen zullen eerder functionele defecten/mineure congenitale afw’en
veroorzaken
• Kritische periodes i/d ontwikkeling
o 3de week → ontwikkeling CZS & hart
o 4de week → ogen, LM’en
o Rode zones = weken waarin organen zeer vatbaar zijn voor teratogenen
o Vanaf 6de week klopt het hart
1.1.3 Secundae – vliezen
• Binnenzijde: amnion
o Dun doorschijnend vlies
o Bedekt vruchtholte, placenta & navelstreng
• Buitenzijde = chorion
o Verankerd met baarmoederwand
• Deze vliezen scheuren als bevalling er is → “water breekt”
o Vruchtwater loopt er allemaal uit = teken v opstart v
bevalling
o MAAR niet elke bevalling start met scheuren v vliezen →
dan maken ze die kunstmatig kapot
o Het kan massaal scheuren maar kan ook lekken (je ziet
dan geen verschil tss urine & vruchtwater)
,1.1.4 Placenta
• A-term (als kindje bevallen is)
o Gewicht v 500-600g
o Diameter 15-25cm; dikte v 3cm
• Mengt moederlijk bloed met foetaal bloed?
o Staat niet rechtstreeks met elkaar in
contact
o Moederlijk bloed loopt uit in lancunes
o Langs onder op foto zie je foetale Aa =
chorionvlokken
o In veneus deel heb je uitwisseling v
afvalstoffen & CO2 naar moederbloed
o Thv arteriële zijde → voeding & O2 naar
foetus
Functies placenta
• TRANSPORTFUNCTIE → voeding, afvalstoffen, CO2 & O2 vervoeren → uitwisseling
o Transport = afh v:
▪ Concentratie v substantie in circulatie v moeder
▪ Transfermechanisme door celmembranen → diffusie of actief transport bv
▪ Concentratie v substantie in lacunae
▪ Beschikbaarheid v carrier ew’en
▪ Concentratie v bloed aan foetale zijde v placenta
o Antistoffen v/d mama → na paar maanden zijn deze opgewerkt → dan moet de baby eigen
immuunsysteem opbouwen
• BESCHERMING → barrière voor schadelijke stoffen (maar houdt niet alles tegen)
• IMMUNOLOGISCH
o Beschermt foetus tegen afweersysteem v/d mama zelf = vreemd lichaam dat er zit
o Opname v moederlijke IgG-gammaglobulines → foetus verweert afweer
• HORMONENSYNTHESE → voor groei baby, voorkomen afbreken v vrucht/afstoting baby, aanpassen
a/h zwanger zijn
o Progesteron, oestrogeen, humaan placentair lactogeen hormoon
o HCG → neemt werking v LH op corpus luteum over, verhindert luteolyse, stimuleert
progesteronsynthese
1.1.5 Navelstreng
• Verbindt placenta met foetus; V. umbilicalis & 2 Aa. Umbilicales; gem 55cm
• Inplanting op placenta:
o Centraal: 25%; excentrisch: 65%; marginaal: 9%; vliezen naast placenta: 1%
o Staat het op de rand of op de vliezen → minder goede uitwisseling → kan oorzaak zijn voor
vroegere vruchtdood
1.1.6 Vruchtwater
• Begin → moederlijk serum & bijdrage v foetus is relatief klein → heldergeel
o Nadien → foetus drinkt vruchtwater (ew’en verdwijnen) → urine & longvocht w toegevoegd ➔
witte kleur door aanwezigheid vlokken
o (post)term → vlokken verdwijnen, kleurloos (tenzij meconium of bilirubinepigment als ze
overtijd gaan)
▪ Meconium → eerste stoelgang → niet gezond voor baby → w vaak geboren met
meconium-pneumonie
▪ Bilirubine → foetaal bloed w afgebroken → w gelig ➔ onder lamp leggen/i/d
zon/couveuse
, • Functie:
o Voorkomen vergroeiing v embryo & foetus met omringende weefsels
o AH-bewegingen & uitwisselen longvocht (ademen nog niet)
o Beweging → mama zou baby 10-tal x/dag voelen bewegen
▪ Ongeveer vanaf helft zwangerschap (+/- 16-20wkn)
▪ Bij een 2de baby voel je het rapper + je weet wat je moet voelen
▪ Tegen einde bewegen ze minder → stel de mama’s gerust hierover!!
o Drinken
o Mechanisch → gelijkmatige drukverplaatsing bij uteruscontracties (schokabsorptie)
o Bevorderen v ontsluiting v cervix
1.2 Fysiologische veranderingen
1.2.1 Geslachtsorganen
Uterus
• Evolueert v 10cm & 100g (peervormig) naar 30cm & 1kg
(bolvormig)
• Toename doorbloeding & myometrium → hyperplasie &
hypertrofie, na dien structurele veranderingen
o Allemaal ten voordelen v baarmoedercontracties
o Voor de weeën om de baby eruit te persen
o Vanaf wanneer beginnen de weeën → al in 2de helft
Z → spreken v/e “harde buik”
• Cervix = baarmoederhals → 10% spiercellen, vnl BW
o Moet 10cm open gaan om te bevallen
• Fundus = bovenzijde baarmoeder → vnl spiercellen in
versch lagen gerangschikt & georiënteerd om intra-uteriene
druk te verhogen
o Waar de fundus zit → kan je inschatten hoe ver
zwangerschap is
• Invloed v uterus tijdens Z
o Druk op organen v kleine bekken (blaas) → frequent plassen
o Invloed v/d houding
o Lordotische houding → rek op blaashals → stress incontinentie
o Sterke lordose → urethra w tegenbekken gedrukt → urineretentie
• ADVIES
o Correct toiletgedrag
o Geen persende mictie
o Aanspannen v bekkenbodemspier bij drukverhogen (niezen, hoesten, heffen)
o Correcte lichaamshouding
Vagina & vulva
• Uitwendige geslachtsorganen → toename v vocht → blauwachtige verkleuring
• Vagina → toename dikte epitheel & slijmsecretie (extra witverlies = normaal)
• Varices → kleine spataders door de druk
• Aambeien/hemorroïden → kussentjes aan rectum die zich tijdens Z zullen vullen met bloed/vocht
o → nemen toe ik dikte & gaan uitstulpen → als je stoelgang hebt, kan dit pijn doen
o → kunnen ontsteken, beginnen bloeden
o ADVIES:
▪ Obstipatie vermijden → voldoende bewegen & drinken & vezels eten
▪ Toilethouding → bolle rug, voeten gesteund, bekkenbodem ontspannen,
perstechniek (gaan bij aandrang, bekken kantelen, rustig ademen + licht drukken
• Zwangerschap is geen ziekte
• Wel (tijdelijke) toestand die fysiologische veranderingen met zich meebrengen:
o Zwangere vrouw ondervindt pijn, hinder, ongemak tijdens normale dagelijkse leven
o Moet rekening mee gehouden w bij behandeling, sport, ADL
o Specifieke kinesitherapie opstarten (voor bv bekkeninstabiliteit, incontinentie)
o Die fysiologische veranderen kunne tijdelijke/permanente gevolgen hebben
• 9 beurten pre- & postnatale kinesitherapie per zwangerschap
o Prenataal
▪ Info over normaal verloop zwangerschap & bevalling
▪ Advies/aanpassen normale sportactiviteiten → alles wat ze ervoor deden & geen
gevaar vormt mogen ze doen, zolang het comfortabel is
▪ Preventie & behandeling specifieke klachten
▪ Papa erbij betrekken, zodat hij weet wat te doen tijdens zwangerschap & bevalling
o Postnataal
▪ Algemene conditie
▪ Algemene spierversterking, spec voor bekkenbodemspieren & spieren rondom
bekkengordel (stabiliserende spieren & buikspieren)
▪ Begeleiden naar normale sportactiviteit
1.1 Terminologie
1.1.1 Zwangerschapsduur
• Start vanaf 1ste dag v laatste menstruatie (+2wkn)
• Gem duur 280dgn/40wkn
o 5% bevalt op uitgerekende datum
o 75% bevalt in week rond uitgerekende datum
o Grens levensvatbaarheid = 24-26wkn
▪ Heel veel moeite om te overleven zonder zware medische hulp
o <37wkn = prematuur
o >42wkn = post-term
• “Officiële” verwachte verlosdatum w bepaald dmv echografie tss 11 & 13wkn → alle embryo’s
standaard even groot, geen genetische invloed
o Tegen einde toe zullen voeding en genetische aanleg een rol spelen → bepaalt of je
zwaarder/minder zwaar w of kleiner/groter
1.1.2 Terminologie
• Blastogenese
o Ontw v zygote → celdeling & innesteling
o V bevruchting tot embryogenese
o Niet vatbaar voor teratogenen
o Prenatale dood
▪ Als blastogenese niet goed verloopt → vruchtje zal doodgaan
▪ Weten vaak niet dat ze zwanger zijn → zal eruit komen met menstruatie
• Embryogenese
o Ontw v 3e tot 8e week na bevruchting
o Start ontw v organen
o Zeer vatbaar teratogenen → = schadelijke stoffen v buitenaf → alcohol, drugs, medicatie,
voeding,…
o Belangrijke congenitale afw’en
,• Foetale periode
o Vanaf 9e week na bevruchting tot bevalling
o Verder ontw organen
o Minder vatbaar voor teratogenen
o Schadelijke stoffen zullen eerder functionele defecten/mineure congenitale afw’en
veroorzaken
• Kritische periodes i/d ontwikkeling
o 3de week → ontwikkeling CZS & hart
o 4de week → ogen, LM’en
o Rode zones = weken waarin organen zeer vatbaar zijn voor teratogenen
o Vanaf 6de week klopt het hart
1.1.3 Secundae – vliezen
• Binnenzijde: amnion
o Dun doorschijnend vlies
o Bedekt vruchtholte, placenta & navelstreng
• Buitenzijde = chorion
o Verankerd met baarmoederwand
• Deze vliezen scheuren als bevalling er is → “water breekt”
o Vruchtwater loopt er allemaal uit = teken v opstart v
bevalling
o MAAR niet elke bevalling start met scheuren v vliezen →
dan maken ze die kunstmatig kapot
o Het kan massaal scheuren maar kan ook lekken (je ziet
dan geen verschil tss urine & vruchtwater)
,1.1.4 Placenta
• A-term (als kindje bevallen is)
o Gewicht v 500-600g
o Diameter 15-25cm; dikte v 3cm
• Mengt moederlijk bloed met foetaal bloed?
o Staat niet rechtstreeks met elkaar in
contact
o Moederlijk bloed loopt uit in lancunes
o Langs onder op foto zie je foetale Aa =
chorionvlokken
o In veneus deel heb je uitwisseling v
afvalstoffen & CO2 naar moederbloed
o Thv arteriële zijde → voeding & O2 naar
foetus
Functies placenta
• TRANSPORTFUNCTIE → voeding, afvalstoffen, CO2 & O2 vervoeren → uitwisseling
o Transport = afh v:
▪ Concentratie v substantie in circulatie v moeder
▪ Transfermechanisme door celmembranen → diffusie of actief transport bv
▪ Concentratie v substantie in lacunae
▪ Beschikbaarheid v carrier ew’en
▪ Concentratie v bloed aan foetale zijde v placenta
o Antistoffen v/d mama → na paar maanden zijn deze opgewerkt → dan moet de baby eigen
immuunsysteem opbouwen
• BESCHERMING → barrière voor schadelijke stoffen (maar houdt niet alles tegen)
• IMMUNOLOGISCH
o Beschermt foetus tegen afweersysteem v/d mama zelf = vreemd lichaam dat er zit
o Opname v moederlijke IgG-gammaglobulines → foetus verweert afweer
• HORMONENSYNTHESE → voor groei baby, voorkomen afbreken v vrucht/afstoting baby, aanpassen
a/h zwanger zijn
o Progesteron, oestrogeen, humaan placentair lactogeen hormoon
o HCG → neemt werking v LH op corpus luteum over, verhindert luteolyse, stimuleert
progesteronsynthese
1.1.5 Navelstreng
• Verbindt placenta met foetus; V. umbilicalis & 2 Aa. Umbilicales; gem 55cm
• Inplanting op placenta:
o Centraal: 25%; excentrisch: 65%; marginaal: 9%; vliezen naast placenta: 1%
o Staat het op de rand of op de vliezen → minder goede uitwisseling → kan oorzaak zijn voor
vroegere vruchtdood
1.1.6 Vruchtwater
• Begin → moederlijk serum & bijdrage v foetus is relatief klein → heldergeel
o Nadien → foetus drinkt vruchtwater (ew’en verdwijnen) → urine & longvocht w toegevoegd ➔
witte kleur door aanwezigheid vlokken
o (post)term → vlokken verdwijnen, kleurloos (tenzij meconium of bilirubinepigment als ze
overtijd gaan)
▪ Meconium → eerste stoelgang → niet gezond voor baby → w vaak geboren met
meconium-pneumonie
▪ Bilirubine → foetaal bloed w afgebroken → w gelig ➔ onder lamp leggen/i/d
zon/couveuse
, • Functie:
o Voorkomen vergroeiing v embryo & foetus met omringende weefsels
o AH-bewegingen & uitwisselen longvocht (ademen nog niet)
o Beweging → mama zou baby 10-tal x/dag voelen bewegen
▪ Ongeveer vanaf helft zwangerschap (+/- 16-20wkn)
▪ Bij een 2de baby voel je het rapper + je weet wat je moet voelen
▪ Tegen einde bewegen ze minder → stel de mama’s gerust hierover!!
o Drinken
o Mechanisch → gelijkmatige drukverplaatsing bij uteruscontracties (schokabsorptie)
o Bevorderen v ontsluiting v cervix
1.2 Fysiologische veranderingen
1.2.1 Geslachtsorganen
Uterus
• Evolueert v 10cm & 100g (peervormig) naar 30cm & 1kg
(bolvormig)
• Toename doorbloeding & myometrium → hyperplasie &
hypertrofie, na dien structurele veranderingen
o Allemaal ten voordelen v baarmoedercontracties
o Voor de weeën om de baby eruit te persen
o Vanaf wanneer beginnen de weeën → al in 2de helft
Z → spreken v/e “harde buik”
• Cervix = baarmoederhals → 10% spiercellen, vnl BW
o Moet 10cm open gaan om te bevallen
• Fundus = bovenzijde baarmoeder → vnl spiercellen in
versch lagen gerangschikt & georiënteerd om intra-uteriene
druk te verhogen
o Waar de fundus zit → kan je inschatten hoe ver
zwangerschap is
• Invloed v uterus tijdens Z
o Druk op organen v kleine bekken (blaas) → frequent plassen
o Invloed v/d houding
o Lordotische houding → rek op blaashals → stress incontinentie
o Sterke lordose → urethra w tegenbekken gedrukt → urineretentie
• ADVIES
o Correct toiletgedrag
o Geen persende mictie
o Aanspannen v bekkenbodemspier bij drukverhogen (niezen, hoesten, heffen)
o Correcte lichaamshouding
Vagina & vulva
• Uitwendige geslachtsorganen → toename v vocht → blauwachtige verkleuring
• Vagina → toename dikte epitheel & slijmsecretie (extra witverlies = normaal)
• Varices → kleine spataders door de druk
• Aambeien/hemorroïden → kussentjes aan rectum die zich tijdens Z zullen vullen met bloed/vocht
o → nemen toe ik dikte & gaan uitstulpen → als je stoelgang hebt, kan dit pijn doen
o → kunnen ontsteken, beginnen bloeden
o ADVIES:
▪ Obstipatie vermijden → voldoende bewegen & drinken & vezels eten
▪ Toilethouding → bolle rug, voeten gesteund, bekkenbodem ontspannen,
perstechniek (gaan bij aandrang, bekken kantelen, rustig ademen + licht drukken