100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Uitgewerkte college aantekeningen Signalering en Aanpak

Rating
-
Sold
-
Pages
76
Uploaded on
04-02-2021
Written in
2020/2021

College aantekeningen aangevuld met veel voorbeelden of extra uitwerkingen om het nog duidelijker te maken

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
H1 tot met 8
Uploaded on
February 4, 2021
Number of pages
76
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

College 1: inleiding en denkkaders


Comorbiditeit: het tegelijkertijd voorkomen van twee verschillende problemen.

Functies onderwijs.
- Bijdragen aan persoonlijke ontwikkeling van kinderen.
- Maatschappelijke en culturele vorming.
- Kinderen voorbereiden op participatie in de samenleving.

Kerndoelen primair onderwijs.
- Cognitieve ontwikkeling.
o Taal-, lees-, schrijfvaardigheden.
o Rekenvaardigheden.
o Etc.
- Sociaal-emotionele ontwikkeling.
o Omgang met klasgenoten.
o Omgang met leerkracht.
o Etc.

Ontwikkeling op school.
- Van alle jongeren tot 23 jaar in Nederland kregen 428 duizend jeugdzorg in 2018. Dat is bijna
1 op de 10 jongeren. Vooral jongeren uit gemeenten in Limburg en het noordoosten van ons
land krijgen vaak jeugdzorg.
- 15-20% van alle jongeren in de Benelux hebben een psychische stoornis (DSM-5 diagnose).
- Kader 1a (boek): meer jongens dan meisjes met (gedrags)problemen.
o Biologische-genetische kwetsbaarheid (the fragile male).
 Vrouwen zijn (mogelijk) het sterkere geslacht.
 Jongens hebben op hersen- en genetisch niveau op sommige vlakken een
achterstand.
o Sociaal-culturele invloeden en verwachtingen.
 Bij meiden vaak het idee: “dat komt wel goed”.
 Van mannen wordt meer verwacht (vanuit historisch oogpunt).
o Jongens uiten zich openlijker in gedrag.
 Jongens meer externaliserende problemen.
 Zoals ADHD.
 Meiden meer internaliserende problemen.
 Zoals angst en depressie.
 Onderliggend hetzelfde probleem? Jongens uiten het meer dan meiden.
- Kader 1b (boek): passend onderwijs.
o Gewoon onderwijs waar het kan, extra steun waar nodig, speciale steun waar het
moet.
 Zo lang mogelijk proberen kinderen in de klas te houden.
o In ontwikkeling.
o Visie vs uitvoering.
 Lastig om dit op 1 lijn te krijgen.



1

,Ontwikkelingstaken.
- Wat betekent het dat een kind een probleem heeft?
o Dan is er een ontwikkelingstaak waar het kind niet tegen opgewassen is.
- Ontwikkelingstaak = alles wat een kind moet leren tijdens het opgroeien.
o Motorische ontwikkeling.
o Cognitieve ontwikkeling.
o Sociaal-emotionele ontwikkeling.
o Morele ontwikkeling.
o Etc.

Ontwikkelingstaken bedenken.
- Babytijd.
o Regulering biologische processen.
 Eten drinken, hoe laat ik mijn ouders weten wat ik wil.
o Veilige hechting.
- Peutertijd.
o Reguleren van affect.
 Emoties reguleren.
 Dit in woorden aangeven.
o Zelfbepaling.
 Peuterpuberteit.
- Voorschoolse leeftijd.
o Zelfregulering.
 Leren wanneer je emoties kan tonen of dingen kan zeggen.
o Relaties buiten familie.
- Schoolse leeftijd.
o Academische vaardigheden.
o Sociale vaardigheden.
- Vroege adolescentie.
o Individualisering.
 Wat vind ik belangrijk?
 Wat wil ik?
o Identiteit.
o Seksualiteit.
- Midden adolescentie.
o Onafhankelijkheid van familie.
o Seksuele relaties.
- Late adolescentie.
o Werk.
o Studie.
o Doel en betekenis van het leven.
o Relaties voor het leven.
 Vriendschappelijk of romantisch.

Ontwikkelingstaken.
- Opvoeders dienen ontwikkeling en ontplooiing zo optimaal mogelijk te ondersteunen.
- Leerkracht in unieke positie om problemen in de ontwikkeling op te merken:
o Doordat vergelijking met anderen (beter) mogelijk is.
- Maar wanneer is gedrag afwijkend?

2

,Normaal vs abnormaal.
Normaal is…
- Geen noodzaak om iets te doen.
- De afwezigheid van stoornissen.
- Een statisch gegeven  zie normaalverdeling.
- Een ideale of gewenste toestand.
- Een succesvolle adaptie.

Abnormaal = afwijkend van de norm.
- Probleem: ontwikkelingstaak waar kind niet tegen is opgewassen, met als gevolg ongewenst
en/of storend gedrag.
- Verstoorde ontwikkeling: de ontwikkeling stagneert op een of meerdere domeinen.
o Het gedrag is niet (meer) passend bij het niveau dat bijvoorbeeld verwacht mag
worden op basis va de kalenderleeftijd van een kind.
- Psychische stoornis (psychopathologie): als problematiek voldoet aan criteria DSM-5 en
ernstige beperking geeft in dagelijks functioneren.
- Ontwikkelingspsychopathologie: integratieve benadering om te onderzoeken hoe
psychopathologie zich door het leven heen ontwikkelt.

Signalering en aanpak.
- Signaleren: opmerken dat het kind in gedrag ‘anders’ dan de norm is.
o Norm: gemiddelde verwachting op basis van leeftijd, vergeleken met
broertjes/zusjes/klasgenoten/leeftijdsgenoten.
- Diagnostische fase: beschrijven en verklaren van dat gedrag t.b.v. de aanpak.
- Behandeling/begeleidings fase: uitvoeren aanpak.

Diagnostische fase.
Gedrag van het kind begrijpen:
- In verschillende settings: school, thuis, vrije tijd.
- In verschillende sociale omgevingen: ouders, leerkracht, leeftijdsgenoten.
- Rekening houdend met aanleg van het kind.

Stap 1: beschrijven van de kenmerken van het gedrag (d.m.v. observeren).

Stap 2: theorie over de mogelijke verklaringen van het tot stand komen van dat gedrag (m.b.v.
verklaringstheorieën).

Theorieën en handelingsmodellen.
- Psychodynamisch/inzichtgevend.
- Cognitief/gedragstherapeutisch.
- Experimenteel/ervaringsgericht.
- Systeemtheoretisch.
- Neurobiologisch/neuropsychologisch.
- Pedagogisch.
 Deze theorieën geven je inzicht in de verklaring van het (probleem)gedrag of de stoornis (=
diagnostische fase), en geven je ook handvatten bij de behandeling en begeleiding
(=behandeling/begeleidingsfase).

Waarom theorieën nodig?
- Wat zich uit (probleemgedrag): leerproblemen, concentratieproblemen, sociale problemen
en emotionele problemen.
o Zie dit als het topje van de ijsberg.

3

, - Wat zijn de mogelijke onderliggende verklaringen van dat probleemgedrag?
o Dit is de rest van de ijsberg, onder water.
- Dus waarom theorieën belangrijk? Geven inzicht in hoe je problemen kan verklaren,
behandelen en vergelijken.

Onderliggende verklaringen.
Probleemgedrag is het resultaat van interactie tussen verschillende onderliggende factoren
(oorzaken):
- Kindfactoren.
o Biologische context: genen, hersenchemie en hersenstructuur, neurologisch en
neuropsychologisch functioneren, temperament.
o Individuele context: cognitie, emoties, gender en seksualiteit, hechting, moreel.
- Omgevingsfactoren.
o Familie context: achtergrond moeder en vader, opvoeding.
o Sociale context: school, vrienden, familie buiten gezin.
o Culturele context: etniciteit, religie, sociaaleconomische status.

Risicofactoren.
- Een risicofactor (risk) is elke factor die de kans op psychopathologie vergroot; risicofactoren
gelden voor iedereen.
o Hersenbeschadiging.
o Chronische ziekte.
o Risico’s in familiecontext.
- Kwetsbaarheid (vulnerability) zit in een persoon, maakt dat kind gevoeliger voor een
risicofactor, geldt dus niet voor iedereen.
o Persoonlijkheid.
 Als je jong bent zijn je hersenen nog in de groei.
o Aanleg (genen).
 Als je slim bent heb je een grotere buffer bij hersenbeschadigingen.
- Versterkende factor (potentiating factor) vergroot de impact van een risicofactor.
o Bijv sociale isolatie.

Beschermende factoren.
- Beschermende factor (protective factor): bevordert of houdt de gezonde ontwikkeling in
stand.
o Kind.
 Bijv bovengemiddelde intelligentie.
o Gezin.
 Bijv goede relatie met ouders.
o Omgeving.
 Bijv groot sociaal netwerk/vangnet.
- Kinderen die ondanks allerlei risicofactoren ‘gezond’ blijven noemen we weerbaar of
veerkrachtig (resilient).

Psychodynamische benadering.
- Wordt ook wel inzichtgevende benadering genoemd.
- Gebaseerd op de psychoanalyse (Freud).
 Dit is achterhaald, de psychodynamische benadering niet.
- De interpersoonlijke relaties staan centraal:
o Er is niet persé iets mis met de persoon zelf maar met de interpersoonlijke relaties.

4

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
annecolombijn Universiteit Leiden
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
92
Member since
5 year
Number of followers
68
Documents
22
Last sold
1 month ago

4.4

11 reviews

5
6
4
3
3
2
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions