H29 Neurologische aandoeningen
Neurologische aandoeningen: aandoeningen waarvan de oorzaak in het zenuwstelsel ligt.
Verschil neurologische en psychiatrische aandoeningen: Bij neurologische aandoeningen staan de
lichamelijke uitingen voorop, bij psychiatrische aandoeningen de gedragsstoornissen.
Neurologische aandoening kan gedragsstoornis veroorzaken.
Epilepsie = vallende ziekte (aandoening cz)
Epilepsie is het aanvalsgewijs optreden van storingen in de hersenfunctie met daling van de
bewustzijnsgraad tot bewusteloosheid toe. Of: bij een aanval treden spontane en niet-voorspelbare
ontladingen in de hersenen op die bewusteloosheid kunnen veroorzaken (kortsluiting).
Epileptische aanval = insult/toeval
Andere aandoeningen waarbij een insult kan voorkomen: koorts, hersen(vlies)ontsteking, een te laag
bloedglucosegehalte of gebrek aan zuurstof in het bloed.
Minstens 2 jaar aanvalsvrij zijn voor krijgen rijbewijs
Oorzaken epilepsie:
Toevallige ontwikkelingsstoornis tijdens de zwangerschap
Hersenbeschadiging tijdens de geboorte
(verkeers)ongeluk
Stofwisselingsziekte in de hersencellen
Infectieziekte van de hersenen of hersenvliezen
Doorbloedingsstoornis van de hersenen of een gezwel (tumor)
Koorts
Oorzaak van insulten moet je opsporen en behandelen omdat elke aanval een beschadiging van de
hersenen kan veroorzaken kan leiden tot een aantasting van geestelijke vermogens.
Apparatuur die de hersenactiviteit kan meten: elektro-encefalografie (encephalon = hersenen).
Daarbij wordt een elektro-encefalogram (EEG) gemaakt.
Soorten aanvallen:
1. Partiele aanvallen: plaatsgebonden, alleen een bepaald deel of bepaalde delen van de
hersenen zijn hierbij betrokken. Bewustzijn soms nog intact, soms verminderd en soms
helemaal afwezig.
Eenvoudige partiele aanvallen: het bewustzijn is volledig intact, vaak merken andere mensen
deze aanvallen niet eens op, omdat ze zo licht zijn. Aanval bestaat uit een plotselinge
spiersamentrekking van arm, been of in het gezicht. Of men proeft, ruikt of ziet iets wat er
niet is.
Complexe partiele aanvallen: in de meeste gevallen bewustzijn verlaagd. Tijdens de aanval
handelingen als wriemelen, plukken, kauw- of smakbewegingen of rondlopen.
Partiele aanval gevolgd door een gegeneraliseerde aanval (tonisch-klonische aanval): het
bewustzijn is geheel verstoord.
, 2. Gegeneraliseerde aanvallen: niet-plaatsgebonden, hierbij zijn grote delen van de
zenuwcellen van de rechter- en linkerhersenhelft betrokken. Iemand met zo’n aanval is
volledig buiten bewustzijn. Vormen:
Absence: korte afwezigheid met meestal alleen een bewustzijnsstoornis.
Tonisch-klonische aanval: begint met een stijfkramp (tonisch), gevolgd door ritmische
schokken (spierkrampen in het hele lichaam) (klonisch).
Myoklonische aanval: kortdurende spierschokken (enkelvoudig of in reeksen) in armen en/of
benen, met een heel kort durende bewustzijnsstoornis.
Atone aanval: aanvallen met een spierverslapping waardoor de patiënt valt.
Status epilepticus: de ene aanval volgt de andere op.
Anti-epileptica
Stoffen met een groot toepassingsgebied:
Carbamazepine
Valproïnezuur
Fenytoïne
Lamotrigine
Levetiracetam
Topiramaat
Stoffen uit benzodiazepinen en barbituraatgroep alleen nog gebruikt als de andere middelen
onvoldoende werken.
Benzodiazepinen met sterkste anti-epileptische activiteit: clonazapam en clobazam.
Bij kinderen: nitrazepam
Bij acute aanvallen onmiddellijk behandelen met diazepam (rectiole/injectie) of midazolam
(neusspray).
Alleen in uitzonderlijke gevallen nog fenobarbital (barbituraat)
Dosering en gebruik
Optimale dosering moet individueel worden vastgesteld.
Bij verandering middel afbouwen en weer opbouwen.
Anti-epileptica niet geschikt om een al begonnen aanval te stoppen. Dus geneesmiddel van
tevoren en regelmatig innemen, toediening niet plotseling staken.
Anti-epileptica steeds vaker gebruikt bij de behandeling van pijn als gevolg van
zenuwontstekingen.
Anti-epileptica verminderen de gevoeligheid van de zenuw, waardoor de pijn verdoofd en
daardoor beter te verdragen is.
Anti-epileptica die bij pijn worden gebruikt zijn: carbamazepine, valproïnezuur en gabapentine
Neurologische aandoeningen: aandoeningen waarvan de oorzaak in het zenuwstelsel ligt.
Verschil neurologische en psychiatrische aandoeningen: Bij neurologische aandoeningen staan de
lichamelijke uitingen voorop, bij psychiatrische aandoeningen de gedragsstoornissen.
Neurologische aandoening kan gedragsstoornis veroorzaken.
Epilepsie = vallende ziekte (aandoening cz)
Epilepsie is het aanvalsgewijs optreden van storingen in de hersenfunctie met daling van de
bewustzijnsgraad tot bewusteloosheid toe. Of: bij een aanval treden spontane en niet-voorspelbare
ontladingen in de hersenen op die bewusteloosheid kunnen veroorzaken (kortsluiting).
Epileptische aanval = insult/toeval
Andere aandoeningen waarbij een insult kan voorkomen: koorts, hersen(vlies)ontsteking, een te laag
bloedglucosegehalte of gebrek aan zuurstof in het bloed.
Minstens 2 jaar aanvalsvrij zijn voor krijgen rijbewijs
Oorzaken epilepsie:
Toevallige ontwikkelingsstoornis tijdens de zwangerschap
Hersenbeschadiging tijdens de geboorte
(verkeers)ongeluk
Stofwisselingsziekte in de hersencellen
Infectieziekte van de hersenen of hersenvliezen
Doorbloedingsstoornis van de hersenen of een gezwel (tumor)
Koorts
Oorzaak van insulten moet je opsporen en behandelen omdat elke aanval een beschadiging van de
hersenen kan veroorzaken kan leiden tot een aantasting van geestelijke vermogens.
Apparatuur die de hersenactiviteit kan meten: elektro-encefalografie (encephalon = hersenen).
Daarbij wordt een elektro-encefalogram (EEG) gemaakt.
Soorten aanvallen:
1. Partiele aanvallen: plaatsgebonden, alleen een bepaald deel of bepaalde delen van de
hersenen zijn hierbij betrokken. Bewustzijn soms nog intact, soms verminderd en soms
helemaal afwezig.
Eenvoudige partiele aanvallen: het bewustzijn is volledig intact, vaak merken andere mensen
deze aanvallen niet eens op, omdat ze zo licht zijn. Aanval bestaat uit een plotselinge
spiersamentrekking van arm, been of in het gezicht. Of men proeft, ruikt of ziet iets wat er
niet is.
Complexe partiele aanvallen: in de meeste gevallen bewustzijn verlaagd. Tijdens de aanval
handelingen als wriemelen, plukken, kauw- of smakbewegingen of rondlopen.
Partiele aanval gevolgd door een gegeneraliseerde aanval (tonisch-klonische aanval): het
bewustzijn is geheel verstoord.
, 2. Gegeneraliseerde aanvallen: niet-plaatsgebonden, hierbij zijn grote delen van de
zenuwcellen van de rechter- en linkerhersenhelft betrokken. Iemand met zo’n aanval is
volledig buiten bewustzijn. Vormen:
Absence: korte afwezigheid met meestal alleen een bewustzijnsstoornis.
Tonisch-klonische aanval: begint met een stijfkramp (tonisch), gevolgd door ritmische
schokken (spierkrampen in het hele lichaam) (klonisch).
Myoklonische aanval: kortdurende spierschokken (enkelvoudig of in reeksen) in armen en/of
benen, met een heel kort durende bewustzijnsstoornis.
Atone aanval: aanvallen met een spierverslapping waardoor de patiënt valt.
Status epilepticus: de ene aanval volgt de andere op.
Anti-epileptica
Stoffen met een groot toepassingsgebied:
Carbamazepine
Valproïnezuur
Fenytoïne
Lamotrigine
Levetiracetam
Topiramaat
Stoffen uit benzodiazepinen en barbituraatgroep alleen nog gebruikt als de andere middelen
onvoldoende werken.
Benzodiazepinen met sterkste anti-epileptische activiteit: clonazapam en clobazam.
Bij kinderen: nitrazepam
Bij acute aanvallen onmiddellijk behandelen met diazepam (rectiole/injectie) of midazolam
(neusspray).
Alleen in uitzonderlijke gevallen nog fenobarbital (barbituraat)
Dosering en gebruik
Optimale dosering moet individueel worden vastgesteld.
Bij verandering middel afbouwen en weer opbouwen.
Anti-epileptica niet geschikt om een al begonnen aanval te stoppen. Dus geneesmiddel van
tevoren en regelmatig innemen, toediening niet plotseling staken.
Anti-epileptica steeds vaker gebruikt bij de behandeling van pijn als gevolg van
zenuwontstekingen.
Anti-epileptica verminderen de gevoeligheid van de zenuw, waardoor de pijn verdoofd en
daardoor beter te verdragen is.
Anti-epileptica die bij pijn worden gebruikt zijn: carbamazepine, valproïnezuur en gabapentine