100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting PB0712 – Onderzoeksvaardigheden & Literatuurstudie (Brightspace, thema’s 2 t/m 6)

Rating
-
Sold
-
Pages
44
Uploaded on
22-11-2025
Written in
2025/2026

Deze samenvatting behandelt de belangrijkste theorie uit PB0712 zoals uitgewerkt in de Brightspace-teksten. Alle stof over het opzetten en rapporteren van een literatuurstudie wordt helder en beknopt uitgelegd. Achtereenvolgens komen o.a. aan bod: het formuleren van een goede probleemschets, aanleiding, vraagstelling, doelstelling, deel- en prealabele vragen, het maken van een zoekplan, werken met zoektermen, databanken en filters, en het systematisch vastleggen van je zoektocht in een zoektochtbeschrijving. Ook vind je uitleg over selectiecriteria voor bronnen, kritisch lezen van inleiding, methode, resultaten en discussie, en het beoordelen van interne en externe validiteit. Vervolgens laat de samenvatting zien hoe je informatie uit meerdere artikelen schematiseert en integreert, hoe je de bewijskracht van studies weegt en hoe je op basis daarvan een sterk theoretisch kader en tekstplan voor je inleiding opbouwt. Tot slot wordt de structuur van een academische inleiding, argumentatie en het hanteren van APA-richtlijnen kort en duidelijk samengevat. Het document is overzichtelijk opgebouwd met kopjes en bulletpoints, zodat je snel kunt leren voor de opdrachten A t/m D en de toets over onderzoeks- en literatuurvaardigheden.

Show more Read less
Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
November 22, 2025
Number of pages
44
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

Thema 2: Probleemstelling

Inleiding

Een probleemstelling bestaat uit de volgende onderdelen:
●​ een probleemschets – 'wat is het probleem? '
●​ aanleiding - 'wat is bekend uit eerder onderzoek en wat moet verder onderzocht
worden?'
●​ vraagstelling – 'wat wil ik weten?'
●​ doelstelling – 'waarom wil ik dat weten?'
●​ deelvragen die de vraagstelling opdelen in onderzoekbare onderdelen en
gezamenlijk een antwoord kunnen geven op de vraagstelling



ST 2.1 - Probleemschets en aanleiding


Wat is het en waar leidt het naartoe?
●​ Elk onderzoek start bij een concreet probleem dat om een oplossing vraagt.
●​ Je probleemschets beschrijft dat probleem en maakt de aanleiding voor je
onderzoek duidelijk.
●​ De vraagstelling moet hier logisch uit voortkomen


Omschrijving van het probleem
Maak duidelijk:
●​ Wat het probleem is
●​ Waarom het een probleem is
●​ Voor wie
●​ Hoe groot (omgang/prevalentie)
●​ Mogelijke oorzaken/oplossingen

→ Onderbouwd met recente cijfers/bronverwijzingen
→ Sluit af met een brug naar de aanleiding


Aanleiding van het onderzoek
●​ Leg uit waarom dit onderwerp onderzocht moet worden en hoe jouw variabelen
nieuwe inzichten opleveren
●​ De vraagstelling moet hier naadloos op aansluiten


Begrippen introduceren en relevant maken
●​ Introduceer alle begrippen die in je vraagstelling voorkomen en relateer ze
inhoudelijk aan elkaar
●​ Beperk je tot relevante begrippen; geen zijpaden toevoegen

,Focus op het ‘waarom’ van het verband
●​ Leg niet alleen uit wat de begrippen betekenen, maar vooral waarom ze
samenhangen
●​ Gebruik een theoretisch kader uit literatuur (inleidingen/discussies) om verwachte
verbanden te onderbouwen
●​ Voor elk verband (1) theoretische verwachting, (2) wat laat empirisch onderzoek
zien?


Verkennend literatuuronderzoek (vooraf)
Doe eerst kort verkennend onderzoek naar kernconcepten:
●​ Welke vragen zijn relevant?
●​ Hoe worden concepten afgebakend/gedefinieerd?
●​ Welke theorieën/modellen passen het best bij jouw verbanden?

Kies bij voorkeur een duidelijk kader dat het best past (leesbaarheid ↑). Meerdere kan,
maar alleen als elk verband dat vereist.


Afbakening en definities
●​ Definieer en baken af elk begrip dat je introduceert (vergelijkbaarheid &
duidelijkheid).
●​ Vermijd containerbegrippen; maar ze specifiek (bijv. stemmingsklachten i.p.v.
geestelijke gezondheid)
●​ Doelpopulatie preciseren (land/cultuur, schooltype, leeftijd etc.) en motiveren.
●​ Zorg dat definities consistent doorwerken in prevalentie, vraagstelling en
deelvragen
●​ Bij meerdere definities:maak hun relaties/verschillen expliciet en kies een
werkdefinitie.


Onderbouwing en bronnen
●​ Onderbouw uitspraken met argumenten + bronnen (bron ≠ argument)
●​ Gebruik gezaghebbende, recente bronnen; parafraseer definities i.p.v. citeren.


Formuleringen (nauwkeurig en actueel)
●​ Blijf bij de feiten; vermijd ononderbouwde ‘straffe uitspraken’.
●​ Termen als recent of in de afgelopen jaren alleen gebruiken met actuele data.
●​ Wees alert op datums van bronnen; trek geen te brede conclusies uit oude cijfers.


Het trechtermodel
●​ Begin breed met de hoofd-/uitkomstvariabele (definitie, prevalentie, relevantie).
●​ Verbind daarna stap voor stap met tweede (en derde) variabele(n), telkens
uitleggen waarom ze samenhangen
●​ Eindig smal bij de vraagstelling die logisch volgt.


Onderzoek als cyclisch proces
●​ Verwacht bijstelling van probleemschets, aanleiding, vraag- en deelvragen
naarmate je literatuur verdiept

, ●​ Stel op tijd vast (niet eindeloos blijven herschrijven) om verder te kunnen



ST 2.2 - vraagstelling


Kernidee vraagstelling:
●​ De vraagstelling zegt precies wat je gaat onderzoeken en waarover je kennis
verzamelt
●​ Ze vloeit logisch voort uit je probleemschets
●​ Proces is niet lineair: voorlopige vraag → verkennende literatuur → bijstellen →
definitieve vraag


Kenmerken van een goede vraagstelling:
●​ Helder geformuleerd: kort, actief, zonder omhaal
●​ Relatie/verband centraal tussen specifieke variabelen (kwantitatieve insteek)
●​ Specifiek afgebakend: geen containerbegrippen; kies concrete constructen.
●​ Doelpopulatie expliciet
●​ Vergelijking duidelijk: noem expliciet de groepen of geef de continue variabelen
en hun samenhang
●​ Open vraag (geen ja/nee): formules als:
-​ In hoeverre …
-​ In welke mate …
-​ Wat is de relatie tussen …
●​ Aansluiting op design: correlatie → spreek over samenhang; experiment →
spreek over effect/invloed
●​ Complexe relaties expliciet: mediatie/moderatie/interactie benoemen met
passende termen


Formulering en terminologie (let op!)
●​ Correlatie-taal: “Is er een verband/samenhang tussen X en Y?
●​ Causale taal (alleen bij experimenteel of quasi-experimenteel): "Wat is het effect
van X op Y?”
●​ Vermijd taalfouten zoals “het verband van X op Y" of “het effect tussen X en Y".


Specificeren van variabelen
●​ Kies meetbare, eenduidige variabelen met spreiding in je steekproef.
●​ Vermijd variabelen zonder variatie (bv. “diagnose = ja” in een sample waarin
iedereen die diagnose heeft).
●​ Baken constructen theoretisch en operationeel af (welke schaal/indicator,
tijdsperiode, context).


Doelpopulatie en vergelijkingen
●​ Doelpopulatie: wie precies? (bv. basisschoolleerlingen in NL, groep 7-8)
●​ Groepsvergelijking: noem alle groepen expliciet (bv. gescheiden ouders vs niet
gescheiden ouders)
●​ Continue vergelijking: noem beide variabelen en de verwacht richting/sterkte van
het verband

, Mediatie, moderatie, interactie
●​ Mediatie: “Wordt het effect van X op Y verklaard/gemedieerd door M?"
●​ Moderatie: “Neemt het effect van X op Y toe/af naarmate Z hoger is?” / “Is het
effect groter bij …?”
●​ Zorg dat deze woorden ook passen bij je analyses.


Ongeschikte vraagstellingen
●​ Hoe kan vragen: te breed, ongedefinieerde variabelen → Maak variabelen
concreet en vraag naar verband
●​ Welke vragen: lijstvragen zijn te open → kies specifieke factoren/constructen
●​ Ethisch/normatief/esthetisch/metafysisch: niet empirisch toetsbaar →
herformuleren naar meetbare variabelen en verbanden.


Mini-templates om direct te gebruiken
●​ Basis correlatie:​
“In hoeverre is er een verband tussen [X: afgebakend construct] en [Y: uitkomst] bij
[populatie + context]?”
●​ Effect (experimenteel):​
“Wat is het effect van [X: manipulatie/interventie] op [Y] bij [populatie]?”
●​ Mediatie:​
“In welke mate wordt de relatie tussen [X] en [Y] verklaard/gemedieerd door [M] bij
[populatie]?”
●​ Moderatie:​
“In hoeverre varieert de relatie tussen [X] en [Y] naargelang [Z: moderator] bij
[populatie]?”
●​ Groepsvergelijking:​
“In hoeverre verschilt [Y] tussen [Groep A: definitie] en [Groep B: definitie] in
[context]?”




ST 2.3 - Doelstelling


Kernfunctie van de doelstelling
●​ Maak relevantie van je studie expliciet
●​ Sluit direct aan op je vraagstelling (inhoudelijk en qua scope)
●​ Benoemt wat je onderzoekt, waarom je dat onderzoekt en waartoe de bevindingen
kunnen dienen (beoogde implicaties)


Typen relevantie
●​ Theoretisch / fundamenteel: vergroot of verfijnt theorie/kennis (kaders,
mechanismen, modellen).
●​ Praktisch / maatschappelijk: levert aanknopingspunten voor beleid, interventies,
instrumenten, richtlijnen.
●​ Veel onderzoeken hebben beide (noem ze dan ook beide, concreet).

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
dionnedenouden26 Open Universiteit
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
11
Member since
2 year
Number of followers
0
Documents
7
Last sold
1 month ago

4.0

2 reviews

5
0
4
2
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions