1.Begrippen
Soorten waarden:
- Gebruikswaarde (bv. lucht, geleerdheid, gezondheid, …)
- Ruilwaarde
- Innerlijke (intrinsieke) waarde
- Uiterlijke (extrinsieke) waarde
- Werkelijke waarde
- Gelegenheidswaarde
- Gemoedswaarde of gevoelswaarde
- Verbruikswaarde
- Voortbrengstwaarde of opbrengstwaarde
- Nieuwbouwwaarde
- Toekomstwaarde
- Verkoopwaarde of venale waarde
o Normale venale waarde
o Gedwongen verkoopwaarde
- Residuwaarde
- Boekhoudkundige waarde
2.Vastgoedmarkt
De markt is het geheel van vraag en aanbod, en wordt bepaald door:
- Verhouding tussen aantal aanbieders en aantal vragers
- Homogene of heterogene producten
- Doorzichtigheid van de markt
- Toe- en uittredingsmogelijkheden
1 aanbieder Enkele aanbieders Veel aanbieders
Homogeen Monopolie Homogene oligopolie Vrije mededinging
Monopolistische
Heterogeen Monopolie Heterogene oligopolie
concurrentie
De vastgoedmarkt is een markt met monopolistische concurrentie.
Kenmerken van de vastgoedmarkt:
- Ondoorzichtigheid
o Wet van de privacy
o Openbare verkoop
o Biddit
o Niet alle informatie is beschikbaar
o Partijen hebben niet allemaal hetzelfde inzicht in de vastgoedwereld
o Geen afhaalmarkt
1
, o Allemaal verschillende producten met verschillende eigenschappen
- Immobiliteit
o Niet verplaatsbaar
- Vertraging in de prijsreactie
o Veel vraag en weinig aanbod doet de prijs stijgen
o Minder vraag zorgt voor meer aanbod, maar doet nog niet direct de prijs dalen
(status quo)
o Groot aanbod en dalende prijzen zorgen geleidelijk aan voor een prijsevenwicht
- Ontbreken van een consumentensoevereiniteit
o Kopers en verkopers zijn afhankelijk van de omstandigheden van de markt, ze
kunnen alleen kiezen of ze zich al dan niet op de markt begeven.
- Emotionele binding
o De band met het ORG
waardebepaling is geen exacte wetenschap!
Er zijn een aantal principes die als uitgangpunt dienen bij de waardebepaling door de schatter:
- De optimale aanwending
o Vraag naar vastgoed hangt af van de potentiële gebruiksmogelijkheden
o Bij verschillende gebruiksmogelijkheden, bepaalt men de waarde op basis van de
meest winstgevende en maximaal toegestane gebruik
- Onverbrekelijkheid van grond en gebouwen
o Gebouwen met beperkingen accepteren of gebouwen slopen en een hogere waarde
voor de grond realiseren of gebouw renoveren en nog een hogere waarde voor het
geheel krijgen?
- Substitutiemogelijkheden
o Alle ORG zijn te vervangen door een ander vastgoed
- Marginale grensnut
o De som der delen is niet gelijk aan het geheel
- Anticipatie
o Schatter moet op de hoogte zijn van de toekomstige trends en besluiten welke
consequenties deze hebben op de waarde
- Vraag en aanbod
o Waarde komt altijd tot stand door het spel van vraag en aanbod
- Balans in gebruik
o De schatter mag niet klakkeloos aannemen dat de waarde van 2 naburige gebouwen
gelijk zijn.
- Identificatie
o De invloed van de psychologische effecten bij het bepalen van een waarde
Bij het vaststellen van de uiteindelijke waarde spelen een aantal invloedfactoren een rol:
- Externe en algemene invloedfactoren
o Onderzoek naar macroproces
De groei van het nationale inkomen
De huurontwikkeling
De ontwikkeling van de onderhoudskosten
De ontwikkeling van de hypotheekrente
De invloed van de overheid op het prijsverloop
2
, o Regionale en plaatselijke analyse (minder belangrijk bij eengezinswoning, wel bij bv.
winkelcentrum)
Trends in het aantal inwoners en hun karakteristieken
Economische gegevens en groeifactoren
Transport en ruimtelijke structuur
Het karakter van de plaats
o Buurtonderzoek
Buurt wordt begrensd door
Natuurlijke grenzen: rivier, heuvel, …
Kunstmatige grenzen: spoorweg, dijk, …
De wet: industriegebied, woongebied …
Economische factoren: dure, goedkope buurt
Buurtopbouw naar onroerende zaak (levenscyclus)
Buurtopbouw naar sociale gegevens
Economische karakteristieken van de buurt
Openbare buurtkarakteristieken
Algemene buurtkarakteristieken
- Interne invloedfactoren
o Fysieke kwaliteit
o Economische kwaliteit
o Juridische kwaliteit
3.Residentiële gebouwen
Bouwgronden geschikt voor het oprichten van gebouwen, met strenge eisen. Veiliger is om te
zeggen ‘grond gelegen in woonzone’.
- Factoren die de waarde van de bouwgrond bepalen
o Ligging
o Nutsvoorziening
o Vorm
o Aard/samenstelling van de grond
o Oriëntatie
o Grootte
o Uitzicht en reliëf
o Verpachting
o Wettelijke bepalingen
o Lokale belasting
- Bepalen van de waarde
o Vergelijkingspunten
Recente (openbare) verkopen
Soortelijke ligging, omgeving en ondergrond
Dezelfde uitrustingsgraad
Dezelfde stedenbouwkundige mogelijkheden
Vergelijkbare oppervlakte, vorm en afmetingen
o Methode van Beckers (ZELFDE BREEDTE NODIG!!!)
3
Soorten waarden:
- Gebruikswaarde (bv. lucht, geleerdheid, gezondheid, …)
- Ruilwaarde
- Innerlijke (intrinsieke) waarde
- Uiterlijke (extrinsieke) waarde
- Werkelijke waarde
- Gelegenheidswaarde
- Gemoedswaarde of gevoelswaarde
- Verbruikswaarde
- Voortbrengstwaarde of opbrengstwaarde
- Nieuwbouwwaarde
- Toekomstwaarde
- Verkoopwaarde of venale waarde
o Normale venale waarde
o Gedwongen verkoopwaarde
- Residuwaarde
- Boekhoudkundige waarde
2.Vastgoedmarkt
De markt is het geheel van vraag en aanbod, en wordt bepaald door:
- Verhouding tussen aantal aanbieders en aantal vragers
- Homogene of heterogene producten
- Doorzichtigheid van de markt
- Toe- en uittredingsmogelijkheden
1 aanbieder Enkele aanbieders Veel aanbieders
Homogeen Monopolie Homogene oligopolie Vrije mededinging
Monopolistische
Heterogeen Monopolie Heterogene oligopolie
concurrentie
De vastgoedmarkt is een markt met monopolistische concurrentie.
Kenmerken van de vastgoedmarkt:
- Ondoorzichtigheid
o Wet van de privacy
o Openbare verkoop
o Biddit
o Niet alle informatie is beschikbaar
o Partijen hebben niet allemaal hetzelfde inzicht in de vastgoedwereld
o Geen afhaalmarkt
1
, o Allemaal verschillende producten met verschillende eigenschappen
- Immobiliteit
o Niet verplaatsbaar
- Vertraging in de prijsreactie
o Veel vraag en weinig aanbod doet de prijs stijgen
o Minder vraag zorgt voor meer aanbod, maar doet nog niet direct de prijs dalen
(status quo)
o Groot aanbod en dalende prijzen zorgen geleidelijk aan voor een prijsevenwicht
- Ontbreken van een consumentensoevereiniteit
o Kopers en verkopers zijn afhankelijk van de omstandigheden van de markt, ze
kunnen alleen kiezen of ze zich al dan niet op de markt begeven.
- Emotionele binding
o De band met het ORG
waardebepaling is geen exacte wetenschap!
Er zijn een aantal principes die als uitgangpunt dienen bij de waardebepaling door de schatter:
- De optimale aanwending
o Vraag naar vastgoed hangt af van de potentiële gebruiksmogelijkheden
o Bij verschillende gebruiksmogelijkheden, bepaalt men de waarde op basis van de
meest winstgevende en maximaal toegestane gebruik
- Onverbrekelijkheid van grond en gebouwen
o Gebouwen met beperkingen accepteren of gebouwen slopen en een hogere waarde
voor de grond realiseren of gebouw renoveren en nog een hogere waarde voor het
geheel krijgen?
- Substitutiemogelijkheden
o Alle ORG zijn te vervangen door een ander vastgoed
- Marginale grensnut
o De som der delen is niet gelijk aan het geheel
- Anticipatie
o Schatter moet op de hoogte zijn van de toekomstige trends en besluiten welke
consequenties deze hebben op de waarde
- Vraag en aanbod
o Waarde komt altijd tot stand door het spel van vraag en aanbod
- Balans in gebruik
o De schatter mag niet klakkeloos aannemen dat de waarde van 2 naburige gebouwen
gelijk zijn.
- Identificatie
o De invloed van de psychologische effecten bij het bepalen van een waarde
Bij het vaststellen van de uiteindelijke waarde spelen een aantal invloedfactoren een rol:
- Externe en algemene invloedfactoren
o Onderzoek naar macroproces
De groei van het nationale inkomen
De huurontwikkeling
De ontwikkeling van de onderhoudskosten
De ontwikkeling van de hypotheekrente
De invloed van de overheid op het prijsverloop
2
, o Regionale en plaatselijke analyse (minder belangrijk bij eengezinswoning, wel bij bv.
winkelcentrum)
Trends in het aantal inwoners en hun karakteristieken
Economische gegevens en groeifactoren
Transport en ruimtelijke structuur
Het karakter van de plaats
o Buurtonderzoek
Buurt wordt begrensd door
Natuurlijke grenzen: rivier, heuvel, …
Kunstmatige grenzen: spoorweg, dijk, …
De wet: industriegebied, woongebied …
Economische factoren: dure, goedkope buurt
Buurtopbouw naar onroerende zaak (levenscyclus)
Buurtopbouw naar sociale gegevens
Economische karakteristieken van de buurt
Openbare buurtkarakteristieken
Algemene buurtkarakteristieken
- Interne invloedfactoren
o Fysieke kwaliteit
o Economische kwaliteit
o Juridische kwaliteit
3.Residentiële gebouwen
Bouwgronden geschikt voor het oprichten van gebouwen, met strenge eisen. Veiliger is om te
zeggen ‘grond gelegen in woonzone’.
- Factoren die de waarde van de bouwgrond bepalen
o Ligging
o Nutsvoorziening
o Vorm
o Aard/samenstelling van de grond
o Oriëntatie
o Grootte
o Uitzicht en reliëf
o Verpachting
o Wettelijke bepalingen
o Lokale belasting
- Bepalen van de waarde
o Vergelijkingspunten
Recente (openbare) verkopen
Soortelijke ligging, omgeving en ondergrond
Dezelfde uitrustingsgraad
Dezelfde stedenbouwkundige mogelijkheden
Vergelijkbare oppervlakte, vorm en afmetingen
o Methode van Beckers (ZELFDE BREEDTE NODIG!!!)
3