Didactiek vd bew vorming: mogelijke examenvragen les
LES 1a
1) Wat is het verschil tss effectief en efficiënt?
Effectief = het werkt daadwerkelijk je bereikt je doel
Efficiënt = met de moeite dat je doet gaat het goed vooruit
2) Wat is het verschil tss functies en rollen?
6 rollen:
- Gastheer: verwelkomt deelnemers bij aanvang en maakt bewust contact met hen
- Presentator: vangt de aandacht vd deelnemers
- Didacticus: geeft instructie
- Pedagoog: zorgt voor een veilig klimaat
- Afsluiter: laat deelnemers reflexteren en sluit les/sessie af op een effectieve manier
- Coach: ervaren lesgever die focust op het leerproces vd individuele deelnemer
Functies??
3) Link deze benamingen aan een vb uit je eigen leefomgeving:
o Gastheer:
o Presentator:
o Didacticus:
o Pedagoog:
o Afsluiter:
o Coach:
4) Welke modellen/kapstokken zijn voor jullie interessant om ze in u hoofd te steken en er
meer over te willen weten?
-
Welke modellen hebben jou het meest geholpen om verder te kunnen met u lessen en deze
te verbeteren? Leg uit wrm.
Modellen didactisch handelen: schematische voorstelling = referentiekader voor didactisch denken &
handelen visualisatie onderwijsleerproces EN didactisch handelen w doorzichtiger, hanteerbaar en
bespreekbaar
- Eenvoudigste didactisch model: ‘wie geeft aan wie’
1
, - Klassieke model ‘didactische analyse’ (Gelder) tijd = aanwezig!
- Multi-level modellen met 3-4 concentrische cirkels
o Macroniveau = beleidsniveau: centraal beleid, wetgeving, Vlaamse of nationale struct
o Mesoniveau = organisatieniveau: eigen gebruiken & tradities binnen lokale school,
gemeente, club, fitness, ... dat zich verder vertaalt
o Microniveau = groepsniveau: waar de concrete instructieactiviteit doorgaat, zoals
klas, groep, ploeg, … met concrete planning en evaluatie v leren en onderwijzen
o Nanoniveau = individuele deelnemersniveau: unieke, individuele leerproces dat zich
bv vertaalt in een lln-of patiëntenvolgsysteem
- Ecologisch model volgens Richard et al. zonder tijd
- Socio-ecologisch model met tijd
- Biopsychosociaal model
Ziekte & genezingsproces gereduceerd tt
probleem in biologische processen uitbreiding
v medisch model over menselijk functioneren
(aandacht voor biomedische aspecten,
psychologische en sociale factoren die mede
bepalend zijn)
2
, - ABCD-classificatie (Lane)
- Biopsychosociaal model vd seksualiteit: elkaar wederzijdse beïnvloedende factoren
- Trans-theoretisch model gedragsverandering = mensen in fasen in u hoofd hebben
3
, - ASE-model: attitude, sociale norm, effectiviteit (eigen)
o Gebruikt in NL en Vl om gezondheid gerelateerd gedrag te verklaren & voorspellen
o Intentie tt gedrag stellen = staat centraal
o Gaat uit vh idee dat gedrag altijd gepland is
o Gebaseerd op theory of planned behaviour
o Opvolger: I-change-model gedrag = resultaat v imnds intenties & mogelijkheden
o Klemtoon op rationele denkprocessen als gedragsvoorspellers
Niet elk gedrag is gepland/gevolg v weloverwogen/doordachte keuzes
Opm: onmogelijk om 1 basismodel te creëren met ALLE gedragingen correct in
DUS thema-specifieke determinantenmodellen nodig
uitdaging: overzicht behouden v ≠ mogelijke gedragsdeterminanten
- Gedragswiel = eenvoudig kader voor alle mogelijke gedragsdeterminanten te ordenen
waarop binnen actie / methodiek kan of zal w ingespeeld, oog vr rol vd automatische
drijfveren
en ≠
omgevingsinvloeden
4
LES 1a
1) Wat is het verschil tss effectief en efficiënt?
Effectief = het werkt daadwerkelijk je bereikt je doel
Efficiënt = met de moeite dat je doet gaat het goed vooruit
2) Wat is het verschil tss functies en rollen?
6 rollen:
- Gastheer: verwelkomt deelnemers bij aanvang en maakt bewust contact met hen
- Presentator: vangt de aandacht vd deelnemers
- Didacticus: geeft instructie
- Pedagoog: zorgt voor een veilig klimaat
- Afsluiter: laat deelnemers reflexteren en sluit les/sessie af op een effectieve manier
- Coach: ervaren lesgever die focust op het leerproces vd individuele deelnemer
Functies??
3) Link deze benamingen aan een vb uit je eigen leefomgeving:
o Gastheer:
o Presentator:
o Didacticus:
o Pedagoog:
o Afsluiter:
o Coach:
4) Welke modellen/kapstokken zijn voor jullie interessant om ze in u hoofd te steken en er
meer over te willen weten?
-
Welke modellen hebben jou het meest geholpen om verder te kunnen met u lessen en deze
te verbeteren? Leg uit wrm.
Modellen didactisch handelen: schematische voorstelling = referentiekader voor didactisch denken &
handelen visualisatie onderwijsleerproces EN didactisch handelen w doorzichtiger, hanteerbaar en
bespreekbaar
- Eenvoudigste didactisch model: ‘wie geeft aan wie’
1
, - Klassieke model ‘didactische analyse’ (Gelder) tijd = aanwezig!
- Multi-level modellen met 3-4 concentrische cirkels
o Macroniveau = beleidsniveau: centraal beleid, wetgeving, Vlaamse of nationale struct
o Mesoniveau = organisatieniveau: eigen gebruiken & tradities binnen lokale school,
gemeente, club, fitness, ... dat zich verder vertaalt
o Microniveau = groepsniveau: waar de concrete instructieactiviteit doorgaat, zoals
klas, groep, ploeg, … met concrete planning en evaluatie v leren en onderwijzen
o Nanoniveau = individuele deelnemersniveau: unieke, individuele leerproces dat zich
bv vertaalt in een lln-of patiëntenvolgsysteem
- Ecologisch model volgens Richard et al. zonder tijd
- Socio-ecologisch model met tijd
- Biopsychosociaal model
Ziekte & genezingsproces gereduceerd tt
probleem in biologische processen uitbreiding
v medisch model over menselijk functioneren
(aandacht voor biomedische aspecten,
psychologische en sociale factoren die mede
bepalend zijn)
2
, - ABCD-classificatie (Lane)
- Biopsychosociaal model vd seksualiteit: elkaar wederzijdse beïnvloedende factoren
- Trans-theoretisch model gedragsverandering = mensen in fasen in u hoofd hebben
3
, - ASE-model: attitude, sociale norm, effectiviteit (eigen)
o Gebruikt in NL en Vl om gezondheid gerelateerd gedrag te verklaren & voorspellen
o Intentie tt gedrag stellen = staat centraal
o Gaat uit vh idee dat gedrag altijd gepland is
o Gebaseerd op theory of planned behaviour
o Opvolger: I-change-model gedrag = resultaat v imnds intenties & mogelijkheden
o Klemtoon op rationele denkprocessen als gedragsvoorspellers
Niet elk gedrag is gepland/gevolg v weloverwogen/doordachte keuzes
Opm: onmogelijk om 1 basismodel te creëren met ALLE gedragingen correct in
DUS thema-specifieke determinantenmodellen nodig
uitdaging: overzicht behouden v ≠ mogelijke gedragsdeterminanten
- Gedragswiel = eenvoudig kader voor alle mogelijke gedragsdeterminanten te ordenen
waarop binnen actie / methodiek kan of zal w ingespeeld, oog vr rol vd automatische
drijfveren
en ≠
omgevingsinvloeden
4