100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Alle vwo examenstof maatschappijwetenschappen

Puntuación
-
Vendido
1
Páginas
33
Subido en
18-11-2025
Escrito en
2024/2025

Maatschappijwetenschappen -vorming -verandering -verhouding -binding -concept en vaardigheden ALLES wordt behandeld inclusief syllabus stof. VWO handig voor examen

Nivel
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Institución
Escuela secundaria
Nivel
Grado
Año escolar
6

Información del documento

¿Un libro?
No
¿Qué capítulos están resumidos?
1
Subido en
18 de noviembre de 2025
Número de páginas
33
Escrito en
2024/2025
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Hoofdstuk 1
Paragraaf 1
De sociale binding tussen mensen is van groot belang.
- Binding = verwijzen naar de relatie en onderlinge afhankelijkheden tussen mensen
in een gezin, tussen leden van een groep, in de maatschappij en op niveau van de
staat.
Mensen zijn van elkaar afhankelijk als mensen zich verbonden voelen, voelen ze zich ook
meer betrokken bij de groep

In een groep ontstaat er een wij gevoel. Hiermee kan je gemeenschappelijke problemen
oplossen
Je hebt bindingen op verschillende niveau´s:
● Macroniveau = binding op gebied van samenleving, nationaal, internationaal
● Mesoniveau = binding op gebied van een groep, organisatie
● Microniveau = binding op gebied van gezin, familie
Mensen hebben interdependenties ( wederzijdse afhankelijkheid ) tot elkaar

Er zijn ook verschillende soorten bindingen:
1. Economische bindingen: afhankelijkheden die te maken hebben met schaarse
goederen
2. Politieke bindingen: afhankelijkheden die te maken hebben met de politieke macht
die mensen hebben
- denk aan politie: hun vaardigheden gebruiken tegen conflicten ( een situatie
waarin individuen, groepen en of staten elkaar tegenwerken om de eigen
doelen te bereiken )
3. Affectieve bindingen: afhankelijkheden die te maken hebben met de positieve en
negatieve gevoelens naar elkaar
4. Cognitieve bindingen: afhankelijkheden die te maken hebben met kennisoverdracht
- Socialisatie = het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van
de groep en de samenleving waartoe mensen toe behoren. Het proces
bestaat uit opvoeding, opleiding en andere vormen van omgang met andere

Iedere sociale relatie heeft meer van deze bindingen tegelijk
Er is sociale ongelijkheid = een situatie waarin verschillen tussen mensen in al dan niet
aangeboren kenmerken, consquenties hebben voor hun maatschappelijke positie en leiden
tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken van waardering en
behandeling 2

,Paragraaf 3
Er is sprake van groepsvorming als er bindingen tussen meer dan 2 mensen tot stand
komen doordat ze elkaar beïnvloeden en gemeenschappelijke waarden en normen
ontwikkelen
- insluiting: wie wel tot de groep wordt toegelaten
- uitsluiting: wie niet tot de groep wordt toegelaten
Iedereen deelt zich in, in een bepaalde groep in de samenleving. Men maakt dan
onderscheid in:
1. geslacht
2. leeftijd
3. godsdienst
4. huidskleur
5. herkomst
Dit noemen we variabelen = de eigenschappen van de objecten die de onderzoeker in het
bijzonder interesseren en die van elkaar kunnen verschillen


Je kan de samenleving in diverse optieken beschouwen
● Wij perspectief: de groep waartoe je behoort ( meestal subjectief )
- waarneming, de beleving en bedoelingen van de leden zelf van de bestuurde
samenleving
● Zij perspectief: de groep waartoe je niet behoort

Er worden 5 fases onderscheiden in de ontwikkeling van nieuwe groepen.
1. oriëntatie: onzekerheid over de manier van het met elkaar omgaan overheerst. Wat
mogen de leden van de groep wel en niet tegen elkaar zeggen?
2. conflictfase: verschillen in opvattingen ( vaak over hoe taakgericht of sociaal-
emotioneel men met elkaar omgaat ) worden duidelijk en dat leidt tot conflicten. De
manier waarop met tegenstellingen moet worden omgegaan is onduidelijk
3. integratiefase: een zeker evenwicht komt tot stand tussen opvattingen over
samenwerking. Er zijn gedeelde waarden en normen waardoor mensen naar elkaar
luisteren en elkaar meer steunen.
4. uitvoeringsfase: samenwerking loopt soepel. Er zijn duidelijke doelen en iedereen
staat er achter
5. orde fase: de groepsleden proberen de manier van samenwerken aan verdere
regels te binden wat leidt tot institutionalisering ( het proces waarbij een complex
van waarden en min of meer geformaliseerde regels vastgelegd wordt in standaard
gedragspatronen, de het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren )

,Er zijn 3 groepen te onderscheiden
1. Formele en informele groepen
- Formele groepen: een groep waar er vast omschreven doelen zijn en de
regels zijn vastgelegd.
- Informele groepen: een stille binding waar geen officiële regels aan zijn
vastgebonden, vaak is er een rollen structuur


2. Primaire en secundaire groepen
● primaire groepen ( informeel ): groep met persoonlijke en emotionele band
Deze zijn belangrijk op micro en meso niveau. Denk aan een gezin of een
werkgroep
Kenmerken:
- een beperkt aantal leden
- een persoonlijke en emotionele band tussen de leden
- een wij gevoel
- een informeel karakter
- vervult een rol bij socialisatie
- sterke sociale cohesie

● secundaire groepen ( formeel ): doelgericht onpersoonlijk en functioneel
belangrijk op macro niveau en voor sociale controle
Kenmerken:
- grote omvang
- onpersoonlijk karakter
- vervult een rol bij socialisatie
- minder betrokkenheid = minder groepscohesie

3. In-en outgroup
● Ingroup = groep die een persoon een sociale binding en identiteit geeft
- positief zelfbeeld ( wij )
- grote sociale cohesie
● Outgroup = groep waar een persoon afwijzend tegenover staat of competitieve
gevoelens mee heeft

Bij sociaalwetenschappelijk onderzoek wordt er gesproken van sociale categorieën ( een
aanduiding voor mensen met dezelfde achtergrond variabelen of culturele variabelen. zij
hebben geen interactie en ook geen gedeelde waarden en normen )

Soms horen mensen niet meer bij een groep
1. er niet meer bij willen horen ( dropping out/opting out )
2. Er niet meer bij mogen horen ( uitsluiting en discriminatie )
3. er niet meer bij kunnen horen

Anomie = gemeenschappelijke normen, waarden en regels die hun kracht verliezen of
onduidelijk worden.

, Paragraaf 4
Bij sociale cohesie gaat het om de band die mensen ervaren. Mensen delen waarden en
normen.
- Dit zorgt voor een collectieve identiteit. Dit is ook te binden aan de politiek. Ze kijken
naar zaken die de samenleving bindt en bij elkaar houdt

Er zijn 3 factoren die de sociale cohesie kunnen bevorderen
1. wederzijdse afhankelijkheid
Participatiesamenleving ( overheid zorgt voor een sociaal vangnet voor mensen die
in problemen verkeren, wel is het de bedoeling dat mensen zelf initiatieven nemen
om hun situatie te verbeteren ). Mensen hebben elkaar dus nodig.
Denk aan mantelzorg: het verzorgen van hulpbehoevende mensen
2. Dwang of Macht = het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde
doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van andere te beperken of
te vergroten
Met deze macht wordt de overheid bedoeld
3. Gedeelde waarden en normen ( saamhorigheid besef )

sterke cohesie kan leiden tot conflicten. Hierdoor kan de cohesie verzwakken van het
grotere verband. Een zwakke sociale cohesie binnen groepen kan leiden tot een sterkere
sociale cohesie tussen groepen

Als een homogene samenleving verandert in een heterogene samenleving neemt de
cohesie af. Er ontstaat een scheiding.
Bij afname kunnen andere dingen ontwikkelen
● onderlinge tegenstellingen nemen af
● meer tolerantie voor afwijkend
● toename van individuele vrijheid

Welke sociale verschijnselen kunnen de sociale cohesie verder afnemen
1. heterogenisering ( toename van verschillen in opvattingen )
We hebben te maken met xenofobieën = angstig zijn voor hetgeen wat afwijkt van
wat we gehad hebben.
2. flexibilisering: de toename van flexibele contracten, tijdelijke banen, zzp-werk en de
afname van vaste, stabiele arbeidsrelaties.
3. Individualisering: het proces waarbij individuen in toenemende mate hun
zelfstandigheid op verschillende gebieden kunnen vergroten
Je maakt je los van de gemeenschap
4. ontkerkelijking: mensen hebben minder behoefte om zich te binden met een kerk
5. ẃerkloosheid: mensen raken het bindings kader kwijt
6. jeugdcriminaliteit
7. drugsgebruik
8. Onveiligheidsgevoelens: mensen voelen zich onveilig en gaan dus sneller thuis
blijven
9. gettovorming: ontstaan anomie
10. afnemende politieke betrokkenheid
11. openbare bestuur staat meer van de mensen af
$7.02
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor
Seller avatar
575304P

Conoce al vendedor

Seller avatar
575304P Fontys Hogeschool
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
1
Miembro desde
3 semanas
Número de seguidores
0
Documentos
2
Última venta
2 semanas hace

0.0

0 reseñas

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes