Bedrijfseconomie
Jaarrekening
Vermogen:
- Eigen vermogen: vermogen dat je zelf hebt ingebracht in het bedrijf
Eigen vermogen = bezit – schulden
- Vreemd vermogen: vermogen niet van jezelf (bezittingen, activia)
Investering: later profijt van (vb nieuwe machine), gaat minimaal meer dan een jaar mee, schrijf je af
KPI’s: getal dat zegt hoe goed je het hebt gedaan
Jaarrekening:
1. Beginbalans & eindbalans (momentopname)
2. Winst & verliesrekening (over het hele jaar)
3. Kasstroomoverzicht
4. Toelichting
Balans: bezit (debet, links) vs schulden (credit, rechts)
Winst & verliesrekening: heel jaar kosten vs opbrengst
Waardevermindering: afschijven verlagen eigen vermogen
Waardevermeerdering: eigen vermogen stijgt
Debiteur: (bezit kant balans) geld van te goed
Crediteur: (schulden kant balans): moet jij geld aan betalen na verloop van tijd
Voorbeeld balans:
1. Storting eigen privé spaargeld startkapitaal per bank van € 15.000
2. Storting lening door pa per bank van € 15.000
3. Aankoop per bank van computer € 3.000 en Meubilair € 2.000
, 4. Versturen factuur inzake advies € 10.000, verstrekte krediettermijn 14 dagen.
5. Ontvangst per bank betaling door debiteur inzake advies € 10.000.
6. Inkoop op rekening voorraad voor keuken € 3.000 i.v.m. productie vissoep t.b.v. groothandel
7. Ingrediënten uit voorraad voor keuken € 3.000 i.v.m. productie vissoep.
Jaarrekening
Vermogen:
- Eigen vermogen: vermogen dat je zelf hebt ingebracht in het bedrijf
Eigen vermogen = bezit – schulden
- Vreemd vermogen: vermogen niet van jezelf (bezittingen, activia)
Investering: later profijt van (vb nieuwe machine), gaat minimaal meer dan een jaar mee, schrijf je af
KPI’s: getal dat zegt hoe goed je het hebt gedaan
Jaarrekening:
1. Beginbalans & eindbalans (momentopname)
2. Winst & verliesrekening (over het hele jaar)
3. Kasstroomoverzicht
4. Toelichting
Balans: bezit (debet, links) vs schulden (credit, rechts)
Winst & verliesrekening: heel jaar kosten vs opbrengst
Waardevermindering: afschijven verlagen eigen vermogen
Waardevermeerdering: eigen vermogen stijgt
Debiteur: (bezit kant balans) geld van te goed
Crediteur: (schulden kant balans): moet jij geld aan betalen na verloop van tijd
Voorbeeld balans:
1. Storting eigen privé spaargeld startkapitaal per bank van € 15.000
2. Storting lening door pa per bank van € 15.000
3. Aankoop per bank van computer € 3.000 en Meubilair € 2.000
, 4. Versturen factuur inzake advies € 10.000, verstrekte krediettermijn 14 dagen.
5. Ontvangst per bank betaling door debiteur inzake advies € 10.000.
6. Inkoop op rekening voorraad voor keuken € 3.000 i.v.m. productie vissoep t.b.v. groothandel
7. Ingrediënten uit voorraad voor keuken € 3.000 i.v.m. productie vissoep.