KENNISMAKING MET DE PSYCHOLOGIE
Thema 4 - De behavioristische benadering
→ observeerbare & meetbare aspecten → aangeleerd
→ zelfmoord → nooit geleerd problemen op andere manieren op te lossen
1 - Uitgangspunten en basisbegrippen
John Watson
→ richtte de aandacht op het uiterlijk waarneembare gedrag ipv de
innerlijke processen
→ pleitte ervoor enkel gebruik te maken van experimenteel & empirisch
wetenschappelijk onderzoek
→ nadruk moest liggen op observeerbaarheid & objectiviteit
=> wilde psychologie dezelfde wetenschappelijke status als natuurwetenschappen geven
de uitgangspunten
= vormen de ruggengraat van dit hoofdstuk
= bepalen hoe je vanuit bepaald perspectief moet kijken naar het gedrag van mensen
= zijn als een soort axioma’s als zodanig niet te bewijzen zijn
(uitgangspunten kun je niet bewijzen, want ze zijn vergelijkbaar met
axioma’s → ze zijn het fundament waarop de rest rust)
= dien je te aanvaarden als je je in deze benadering wilt inwerken
psychoanalytische benadering behavioristische benadering
gedrag wordt intern gedetermineerd gedrag wordt extern gedetermineerd
→ mens zelf (deels onbewust, deels → prikkels uit de omgeving
bewust)
oorzaak van gedrag: oorzaak van gedrag:
→ dynamieken in de persoon → allerlei factoren in de omgeving
1.1 - Ons gedrag, onze gevoelens, onze gedachten en onze interacties worden
bepaald door allerlei externe prikkels in onze omgeving
een behavioristische benadering is:
1) periferaltisch = de prikkels in de periferie (=de omgeving) worden gezien als
oorzaak van allerlei gedragingen van mensen
→ doelbewust buiten beschouwing: interne/mentale processen
→ Skinner → geen plaats voor persoonlijkheidsverschillen
=> mensen hebben geen persoonlijkheid MAAR zijn zoals marionetten volledig afhankelijk
van de touwtjes uit hun omgeving
, 2) deterministisch = idee dat ons gedrag volledig bepaald wordt door externe prikkels
+ geen plaats voor vrije wil/keuzevrijheid
3) optimistisch = alles is aangeleerd DUS ook alle negatieve gedragingen/gevoelens
kunnen afgeleerd worden
psychoanalytische benadering behavioristische benadering
mensen zijn de speelbal van het onbewuste mensen zijn de speelbal van
→ deterministisch omgevingsprikkels
→ pessimistisch → deterministisch
1.2 - Ons gedrag, onze gevoelens, onze gedachten en onze interacties worden
bepaald door wat we geleerd hebben
klassieke behaviorisme = veronderstelt dat mensen als een blanco blad (= tabula rasa) op
de wereld komen
→ begon bij Aristoteles (filosoof uit oudheid), dan volgde Thomas van Aquino
(middeleeuwen)
=> pas populair 17de eeuw → John Locke
=> mensen hebben geen aangeboren eigenschappen → alle gedragingen,
gevoelens … = voortgekomen uit wat ze hebben meegemaakt/geleerd
=> 3) optimistische visie = als alles aangeleerd is kunnen we ook alle negatieve
gedragingen/gevoelens afleren
psychoanalytische benadering behavioristische benadering
mensen worden bepaald door hun eerste mensen worden geboren met een
levensjaren onbeschreven blad/tabula rasa
→ pessimistisch → optimistisch
GEEN wezenlijk verschil tussen het gedrag van mensen & dieren
→ gedrag van mensen = hooguit ingewikkelder dan dat van ratten
=> gebruik gemaakt van resultaten uit dierenexperimenten om gedrag van mensen te
begrijpen (wetmatigheden vastgesteld bij dieren, worden ook teruggevonden bij mensen)
=> OOK geen onderscheid tussen gedrag (kleine) kinderen & volwassenen (volwassenen
leren nieuwe gedragingen volgens dezelfde wetmatigheden als kinderen & omgekeerd)
nature nurture
, psychologische & sociale verschillen zijn psychologische & sociale verschillen zijn
erfelijk bepaald maatschappelijk bepaald
pedagogisch pessimisme pedagogisch optimisme
nadruk op genetische factoren nadruk op omgevingsfactoren
genen sturen persoonlijkheid & intelligentie opvoeding staat centraal
nurture-benadering = stelt de invloed van het milieu in het algemeen & van de opvoeding in
het bijzonder op de ontwikkeling van het kind centraal
→ kinderen = tabula rasa + worden later ‘gemaakt’ door ervaringen,
opvoeding & omgeving
=> sluit aan bij het empirisme = mensen kunnen bij hun geboorte nog alle kanten uit,
afhankelijk van het soort milieu-invloeden die op hen inwerken
=> aanleiding tot een pedagogisch optimisme = de overtuiging dat elke leerling zich kan
ontwikkelen & dat leraren/opvoeders hierin een positieve rol spelen door te geloven in de
potentie van kinderen & door kansen/mogelijkheden te zien
→ Simone de Beauvoir => pleitte voor meer kansen voor vrouwen: je wordt niet als vrouw
geboren, maar tot vrouw gemaakt
→ gelijke kansen voor iedereen, ook voor vrouwen (kregen vroeger
gewoon minder kansen)
tegenhangers behaviorisme => benadrukken invloed van de ‘nature’
→ verschillen tussen mensen (sociaal, psychologisch, anatomisch …) =
erfelijk bepaald & leveren bijdrage tot ‘veretering’ van de menselijke
soort via natuurlijke selectie
→ ontwikkeling gebeurt endogeen = spontaan & van binnenuit
→ geboorte: alle menselijke predisposities (= aangeboren aanleg) zijn al
aanwezig
=> latere gebeurtenissen & ervaringen = nauwelijks/geen invloed
=> gebaseerd op het nativisme = gedrag, gevoelens, gedachten & interactiepatronen zijn
erfelijk bepaald
→ sommigen = mens is van nature goed
→ anderen = mens is van nature slecht
=> aanleiding tot een pedagogisch pessimisme = als we niets aan onszelf kunnen
veranderen/als al onze mogelijkheden & eigenschappen toch al vastliggen van bij de
geboorte, dan kunnen ouders & andere opvoeders dat nog weinig beïnvloeden
Thema 4 - De behavioristische benadering
→ observeerbare & meetbare aspecten → aangeleerd
→ zelfmoord → nooit geleerd problemen op andere manieren op te lossen
1 - Uitgangspunten en basisbegrippen
John Watson
→ richtte de aandacht op het uiterlijk waarneembare gedrag ipv de
innerlijke processen
→ pleitte ervoor enkel gebruik te maken van experimenteel & empirisch
wetenschappelijk onderzoek
→ nadruk moest liggen op observeerbaarheid & objectiviteit
=> wilde psychologie dezelfde wetenschappelijke status als natuurwetenschappen geven
de uitgangspunten
= vormen de ruggengraat van dit hoofdstuk
= bepalen hoe je vanuit bepaald perspectief moet kijken naar het gedrag van mensen
= zijn als een soort axioma’s als zodanig niet te bewijzen zijn
(uitgangspunten kun je niet bewijzen, want ze zijn vergelijkbaar met
axioma’s → ze zijn het fundament waarop de rest rust)
= dien je te aanvaarden als je je in deze benadering wilt inwerken
psychoanalytische benadering behavioristische benadering
gedrag wordt intern gedetermineerd gedrag wordt extern gedetermineerd
→ mens zelf (deels onbewust, deels → prikkels uit de omgeving
bewust)
oorzaak van gedrag: oorzaak van gedrag:
→ dynamieken in de persoon → allerlei factoren in de omgeving
1.1 - Ons gedrag, onze gevoelens, onze gedachten en onze interacties worden
bepaald door allerlei externe prikkels in onze omgeving
een behavioristische benadering is:
1) periferaltisch = de prikkels in de periferie (=de omgeving) worden gezien als
oorzaak van allerlei gedragingen van mensen
→ doelbewust buiten beschouwing: interne/mentale processen
→ Skinner → geen plaats voor persoonlijkheidsverschillen
=> mensen hebben geen persoonlijkheid MAAR zijn zoals marionetten volledig afhankelijk
van de touwtjes uit hun omgeving
, 2) deterministisch = idee dat ons gedrag volledig bepaald wordt door externe prikkels
+ geen plaats voor vrije wil/keuzevrijheid
3) optimistisch = alles is aangeleerd DUS ook alle negatieve gedragingen/gevoelens
kunnen afgeleerd worden
psychoanalytische benadering behavioristische benadering
mensen zijn de speelbal van het onbewuste mensen zijn de speelbal van
→ deterministisch omgevingsprikkels
→ pessimistisch → deterministisch
1.2 - Ons gedrag, onze gevoelens, onze gedachten en onze interacties worden
bepaald door wat we geleerd hebben
klassieke behaviorisme = veronderstelt dat mensen als een blanco blad (= tabula rasa) op
de wereld komen
→ begon bij Aristoteles (filosoof uit oudheid), dan volgde Thomas van Aquino
(middeleeuwen)
=> pas populair 17de eeuw → John Locke
=> mensen hebben geen aangeboren eigenschappen → alle gedragingen,
gevoelens … = voortgekomen uit wat ze hebben meegemaakt/geleerd
=> 3) optimistische visie = als alles aangeleerd is kunnen we ook alle negatieve
gedragingen/gevoelens afleren
psychoanalytische benadering behavioristische benadering
mensen worden bepaald door hun eerste mensen worden geboren met een
levensjaren onbeschreven blad/tabula rasa
→ pessimistisch → optimistisch
GEEN wezenlijk verschil tussen het gedrag van mensen & dieren
→ gedrag van mensen = hooguit ingewikkelder dan dat van ratten
=> gebruik gemaakt van resultaten uit dierenexperimenten om gedrag van mensen te
begrijpen (wetmatigheden vastgesteld bij dieren, worden ook teruggevonden bij mensen)
=> OOK geen onderscheid tussen gedrag (kleine) kinderen & volwassenen (volwassenen
leren nieuwe gedragingen volgens dezelfde wetmatigheden als kinderen & omgekeerd)
nature nurture
, psychologische & sociale verschillen zijn psychologische & sociale verschillen zijn
erfelijk bepaald maatschappelijk bepaald
pedagogisch pessimisme pedagogisch optimisme
nadruk op genetische factoren nadruk op omgevingsfactoren
genen sturen persoonlijkheid & intelligentie opvoeding staat centraal
nurture-benadering = stelt de invloed van het milieu in het algemeen & van de opvoeding in
het bijzonder op de ontwikkeling van het kind centraal
→ kinderen = tabula rasa + worden later ‘gemaakt’ door ervaringen,
opvoeding & omgeving
=> sluit aan bij het empirisme = mensen kunnen bij hun geboorte nog alle kanten uit,
afhankelijk van het soort milieu-invloeden die op hen inwerken
=> aanleiding tot een pedagogisch optimisme = de overtuiging dat elke leerling zich kan
ontwikkelen & dat leraren/opvoeders hierin een positieve rol spelen door te geloven in de
potentie van kinderen & door kansen/mogelijkheden te zien
→ Simone de Beauvoir => pleitte voor meer kansen voor vrouwen: je wordt niet als vrouw
geboren, maar tot vrouw gemaakt
→ gelijke kansen voor iedereen, ook voor vrouwen (kregen vroeger
gewoon minder kansen)
tegenhangers behaviorisme => benadrukken invloed van de ‘nature’
→ verschillen tussen mensen (sociaal, psychologisch, anatomisch …) =
erfelijk bepaald & leveren bijdrage tot ‘veretering’ van de menselijke
soort via natuurlijke selectie
→ ontwikkeling gebeurt endogeen = spontaan & van binnenuit
→ geboorte: alle menselijke predisposities (= aangeboren aanleg) zijn al
aanwezig
=> latere gebeurtenissen & ervaringen = nauwelijks/geen invloed
=> gebaseerd op het nativisme = gedrag, gevoelens, gedachten & interactiepatronen zijn
erfelijk bepaald
→ sommigen = mens is van nature goed
→ anderen = mens is van nature slecht
=> aanleiding tot een pedagogisch pessimisme = als we niets aan onszelf kunnen
veranderen/als al onze mogelijkheden & eigenschappen toch al vastliggen van bij de
geboorte, dan kunnen ouders & andere opvoeders dat nog weinig beïnvloeden