BT1.1 Het bouwproces:
Benoem de bouwdeelnemers, opdrachtgever, architect, constructeur,
adviseurs, aannemers/onderaannemers, makelaar, gemeente in een
bouwproces:
Opdrachtgever:
- Betaalt het project
- Bepaalt de eisen via een PvE
Architect:
- Ontwerpt het gebouw
- Maakt ontwerp
- Maakt bestek- en werktekeningen
Constructeur:
- Berekent draagconstructies
- Ontwerpt draagconstructies
(beton, staal en hout)
Adviseurs:
- Geven kennis/advies over:
- Installaties
- Duurzaamheid
- Brandveiligheid
- Geluid
Aannemer:
Realiseert het gebouw volgens de tekeningen en het bestek
- Organiseert het werk op de bouwplaats.
Onderaannnemers:
Voeren onderdelen/ werkzaamheden van het werk uit in opdracht van de
hoofdaannemer.
- Metselwerk
- Dakbedekking
- Installaties
Makelaar:
Bemiddelt bij aan- en verkoop of verhuur van onroerend goed.
Gemeente:
- Verleent vergunningen
- Controleert of het plan voldoet aan het omgevingsplan en het Bbl.
Overig:
, Analist/ontwikkeler = programma analyses maken, bouwbehoeften
onderzoeken en haalbaarheidsstudies.
Projectmanager
Directievoering= begeleider
Opzichter (in dienst bij architect)
Kwaliteitsborger: expert die eisen toetst.
Nutsbedrijven
Licht de verschillende fases, van initiatieffase tot exploitatiefase, van een
bouwproces toe:
Een bouwproces verloopt in verschillende opeenvolgende fasen:
1. Initiatieffase:
Idee voor het project
- Behoefteonderzoek
- Haalbaarheid
- Programma van eisen (PvE).
- Schetsplan/voorontwerp
2.Ontwerpfase
- Architect maakt schetsen en ontwerpen.
- Overleg met opdrachtgever
- Ontwerptekeningen
3. Bestekfase/ Voorbereidingsfase
Bestektekeningen + bestek worden opgesteld.
- Kostenraming
- Omgevingsvergunning
4. Uitvoeringsfase:
Aannemer voert het werk uit op de bouwplaats.
- Werk en detailtekeningen worden gebruikt.
- Ruwbouw, afbouw
- Installaties
- Oplevering
- Garantie en nazorg
5. Beheer- exploitatiefase:
- Gebruiks- en beheerfase
- Diverse onderhoudsfasen tijdens gebruik.
Licht de begrippen: bouwterrein/bouwgrond, bouwrijp, eigendomsgrens,
bouwvlak en rooilijn toe:
Bouwterrein= Terrein waarop gebouwd gaat worden.
Een onbebouwde grond die bestemd is om te worden bebouwd met 1 of meer
gebouwen.
(Is al bouwrijp)
,Bouwgrond= Het stuk grond dat bestemd is voor de bouw, vaak binnen de
eigendomsgrenzen.
(Mag worden bebouwd via bestemmingsplan maar is nog niet bouwrijp).
Bouwrijp: Het maaiveld is ontzien van eventuele verhardingen, funderingen, gebouwen,
bomen, wortels, struiken en andere obstakels. --> Het terrein is in dusdanige staat dat er
gebouwd kan worden.
Eigendomsgrens= Grens van het perceel zoals vastgelegd bij het Kadaster (met
kadastraal nummer).
Bouwvlak= Het vlak op de kaart waarbinnen gebouwd mag worden volgens het
omgevingsplan.
Rooilijn= Denkbeeldige grens tussen de openbare weg en private eigendommen.
Het is de officiële lijn die aangeeft waar gebouwen mogen worden geplaatst en mag
worden overschreden bij het bouwen of verbouwen.
Staat in het Omgevingsplan
Soms staat aangegeven dat de voorgevel op de voorgevelrooilijn moet worden
geplaatst.
Benoem de hoofdonderwerpen van het Besluit bouwwerken
leefomgeving (Bbl):
In het BBL staan regels over veiligheid, gezondheid, duurzaamheid en bruikbaarheid van
bouwwerken. Daarnaast heeft het BBL regels over de staat en het gebruik van een
bouwwerk. En over het uitvoeren van bouw en sloopwerkzaamheden.
Veiligheid:
Eisen voor constructieve stabiliteit (fundering, muren, daken).
Gebruiksveiligheid zoals veilige trappen, leuningen en valbeveiliging.
Gezondheid en Welzijn:
Ventilatie voor gezonde luchtkwaliteit.
Geluidsisolatie voor comfort en bescherming tegen geluidsoverlast.
Verlichting voor voldoende daglicht en kunstverlichting.
Duurzaamheid:
Energieprestatie van gebouwen voor lagere energieverbruik.
Gebruik van duurzame materialen en waterbesparende systemen.
Toegankelijkheid:
Eisen voor rolstoeltoegankelijke voorzieningen en routes.
Duidelijke signalisatie voor mensen met beperkingen.
Gebruik van een Bouwwerk:
Bouwwerken moeten geschikt zijn voor het beoogde gebruik.
Onderhoud en inspectie om veiligheid en gezondheid te waarborgen.
Uitvoeren van Bouw- en Sloopwerkzaamheden:
Vergunningen en meldingen voor bouwwerkzaamheden.
Veiligheidsmaatregelen en verantwoorde afvalverwerking tijdens sloop.
Gebruiksfunctie
Geeft aan waarvoor een ruimte/gebouw is bedoeld:
1. Woonfunctie
, 2. Bijeenkomstfunctie
3. Celfunctie
4. Gezondheidszorg
5. Industrie
6. Kantoor
7. Logies
8. Onderwijs
9. Sport
10. Winkel
11. Overige gebruiksfunctie
12. Bouwwerk geen bouwwerk zijnde
Eisen indeling woning:
Eisen verblijfsruimten:
Verblijfsruimte= een ruimte binnen een verblijfsgebied waar mensen daadwerkelijk
verblijven (woonkamer, slaapkamer, klaslokaal).
Eisen plafond- en vrije doorgangshoogte:
Algemene doorgang= 2.1 meter vrije hoogte
Woning= 2,3 meter vrije hoogte
Vluchtroutes= minimaal 2,1 meter vrije hoogte.
Minimale vrije breedte= 0,85 meter.
Eisen toegankelijkheid
Gebouwen/ruimtes moeten integraal toegankelijk zijn: de ruimte is geschikt voor
rolstoelgebruikers en minder validen.
- Max hoogteverschil vloer = 0,02 meter.
- Minimale doorgang= 0.85 m breed
2.30 m hoog.
(Geldt voor badkamers en toiletten in woningen)
Bij recreatiewoningen:
- Deurhoogte min 2.10 meter.
- Toegankelijkheidssector:
- Deel van een gebouw dat volledig zelfstandig bruikbaar is voor
rolstoelgebruikers.
- Voldoende manoeuvreerruimte, geen drempels, bedieningselementen
bereikbaar.
Eisen trap:
- Moet gemakkelijk te belopen zijn.
- Moet degelijk geconstrueerd zijn.
- Veilig gebruik moet gewaarborgd zijn.