Aantekeningen kennisclips
Clips: Het onderzoeksproces (3 kennisclips)
De stappen in het onderzoeksproces (Kennisclip M1.1)
- Gaat over H1 in boek
De elementen van het onderzoeksproces:
(1) Onderzoeksvraag
(2) Literatuur bestuderen (literature review)
(3) Concepten en theorie
(4) Selectie van onderzoekseenheden (=sampling cases)
(5) Dataverzameling
(6) Data-analyse
(7) Rapportage (writing up)
De cyclus van emperisch-wetenschappelijk onderzoek
Cyclus = kringloop
Onderzoeksvraag > Literature review & theorie (speelt overal tijdens het onderzoeksproces een
rol) > Ontwerp onderzoek (o.a. selectie van cases, wie ga je interviewen?) > Data verzameling >
data analyse > Evaluatie en rapportage > onderzoeksvraag
Onderzoeksvraag: heel belangrijk!
- Aanleiding en relevantie: wetenschappelijk probleem? Of juist focus op de praktijk?
- Type vragen
> Exploratory study (verkennend)
> Descriptive study (beschrijvend)
> Explanatory study (verklarend)
> Evaluative study (evaluatie)
- Beïnvloedt alle overige fasen vh onderzoeksproces
> Welke literatuur ga je bestuderen?
> Onderzoeksdesign? (o.a. populație en sample)
> Welke analyses?
> Conclusies en aanbevelingen
Voorbeeld onderzoeksvragen:
Enquete van LSVb (2017) over de mentale gezondheid van studenten.
Titel van de studie: ‘’Van succes-student naar stress. Hoe groot is het probleem?’’
Formuleer onderzoeksvragen
(1) Exploratief = inventarisatie: welke soorten mentale gezondheidsproblemen zijn er? Welke
factoren zouden een rol kunnen spelen?
(2) Beschrijving = ‘’Hoe groot is de groep studenten in Nederland die psychsociale problemen
heeft?’’
(3) Verklaring (‘’waarom..?’’) = ‘’Welke factoren hebben een negatieve of positieve invloed op de
psychosociale gezondheid van Nederlandse studenten?’’
(4) Evaluatie (‘’hoe e ectief..?’’) = hoe e ectief is een interventie om stress onder studenten te
verminderen? Wat zijn voor- en nadelen van verschillende interventies?
Geen onderzoeksvraag?
Alan Bryman: ‘’Very open-ended research is risk .. unless your supervisor advises you to the
contrary, I would de nitely formulate some research questions, even if they turn out to be
somewhat less speci c’’
Jasper Muis: ‘’even if your supervisor advises you to the contrary, I would de nitely formulate
some research questions, …’’
fifffi ff fi
, Het onderscheid tussen sociaal-wetenschappelijk onderzoek en "alledaags"
onderzoek (kennisclip M1.2):
‘’Attention to these steps, particularly to the ideas and intellectual traditions of the social sciences
(their theories and concepts), is what distinguishes academic social research from other kinds of
social research’’
- Systematisch: bewuste planning, duidelijk onderzoeksproces
> Contrast: intuïtief, ad hoc. Dit kan bijv leiden tot ‘’con rmation bias’’ (bevestiging-
vertekening): selectief zoeken naar informatie en/of alleen waarde hechten aan informatie die je
eigen idee en overtuiging bevestigd
- Transparant: controleerbaar, open voor kritiek: uitleg en re ectie over hoe je tot kennis bent
gekomen
> Contrast: ondoorzichtig en dogmatisch
- Empirisch bewijs (‘’data’’) geeft de doorslag (vs. Speculatie, eigen ideeën)
> Contrast tussen empirisme (kennis vergaren via onze zintuigen / waarnemingen) en
rationalisme (kennis vergaren via denken/redeneren)
The messiness of social research
- ‘’Reconstructed logic’’ (navolgbare logica): een duidelijke stap-voor-stap procedure
vs
- ‘’Logic in practice’’ (logica vd praktijk): rommeliger, verschilt per project, meer exibel, meer
ambachtsschap.
In de praktijk is onderzoek veel rommeliger, stappen lopen door elkaar heen.
Kortom: ‘’Social research is often a lot less smooth than it appears when it is set out in books’’
Daarom: ‘’Re exitivity, not recipes, is the hallmark of the good social science researcher’’.
De rol van theorie in onderzoek (kennisclip M1.3):
Richting van theorie-ontwikkeling
Deductie = van theorie naar concrete hypothese
Inductie = van speci eke observaties naar theorie
Deductie
U1. Alle mensen zijn sterfelijk
U2. Socrates is een mens
Conclusie: Socrates is sterfelijk
- Dus: ‘’Hypothesis to be tested’’: Socrates is sterfelijk
- Deductie is gebaseerd op logische a eiding
U1. Hoe meer tijd een student studeert, des te groter de kans op een hoog tentamencijfer
U2. Socrates studeert langer voor MTSWO dan Plato
Conclusie: Socrates heeft een grotere kans op een hoog tentamencijfer voor MTSWO dan Plato
Inductie
O1. Alle zwanen die ik eergisteren zag, waren wit
O2. Alle zwanen die ik gisteren zag, waren wit.
Conclusie: alle zwanen zijn wit.
O1. Henk: lang gestudeerd en hoog cijfer
O2. Ingrid: gemiddeld gestudeerd en gem. cijfer
O3. Jasper: kort gestudeerd en laag cijfer
Conclusie: Hoe meer tijd een student studeert, des te groter de kans op een hoog tentamencijfer
fl fi fl fi fl fl
Clips: Het onderzoeksproces (3 kennisclips)
De stappen in het onderzoeksproces (Kennisclip M1.1)
- Gaat over H1 in boek
De elementen van het onderzoeksproces:
(1) Onderzoeksvraag
(2) Literatuur bestuderen (literature review)
(3) Concepten en theorie
(4) Selectie van onderzoekseenheden (=sampling cases)
(5) Dataverzameling
(6) Data-analyse
(7) Rapportage (writing up)
De cyclus van emperisch-wetenschappelijk onderzoek
Cyclus = kringloop
Onderzoeksvraag > Literature review & theorie (speelt overal tijdens het onderzoeksproces een
rol) > Ontwerp onderzoek (o.a. selectie van cases, wie ga je interviewen?) > Data verzameling >
data analyse > Evaluatie en rapportage > onderzoeksvraag
Onderzoeksvraag: heel belangrijk!
- Aanleiding en relevantie: wetenschappelijk probleem? Of juist focus op de praktijk?
- Type vragen
> Exploratory study (verkennend)
> Descriptive study (beschrijvend)
> Explanatory study (verklarend)
> Evaluative study (evaluatie)
- Beïnvloedt alle overige fasen vh onderzoeksproces
> Welke literatuur ga je bestuderen?
> Onderzoeksdesign? (o.a. populație en sample)
> Welke analyses?
> Conclusies en aanbevelingen
Voorbeeld onderzoeksvragen:
Enquete van LSVb (2017) over de mentale gezondheid van studenten.
Titel van de studie: ‘’Van succes-student naar stress. Hoe groot is het probleem?’’
Formuleer onderzoeksvragen
(1) Exploratief = inventarisatie: welke soorten mentale gezondheidsproblemen zijn er? Welke
factoren zouden een rol kunnen spelen?
(2) Beschrijving = ‘’Hoe groot is de groep studenten in Nederland die psychsociale problemen
heeft?’’
(3) Verklaring (‘’waarom..?’’) = ‘’Welke factoren hebben een negatieve of positieve invloed op de
psychosociale gezondheid van Nederlandse studenten?’’
(4) Evaluatie (‘’hoe e ectief..?’’) = hoe e ectief is een interventie om stress onder studenten te
verminderen? Wat zijn voor- en nadelen van verschillende interventies?
Geen onderzoeksvraag?
Alan Bryman: ‘’Very open-ended research is risk .. unless your supervisor advises you to the
contrary, I would de nitely formulate some research questions, even if they turn out to be
somewhat less speci c’’
Jasper Muis: ‘’even if your supervisor advises you to the contrary, I would de nitely formulate
some research questions, …’’
fifffi ff fi
, Het onderscheid tussen sociaal-wetenschappelijk onderzoek en "alledaags"
onderzoek (kennisclip M1.2):
‘’Attention to these steps, particularly to the ideas and intellectual traditions of the social sciences
(their theories and concepts), is what distinguishes academic social research from other kinds of
social research’’
- Systematisch: bewuste planning, duidelijk onderzoeksproces
> Contrast: intuïtief, ad hoc. Dit kan bijv leiden tot ‘’con rmation bias’’ (bevestiging-
vertekening): selectief zoeken naar informatie en/of alleen waarde hechten aan informatie die je
eigen idee en overtuiging bevestigd
- Transparant: controleerbaar, open voor kritiek: uitleg en re ectie over hoe je tot kennis bent
gekomen
> Contrast: ondoorzichtig en dogmatisch
- Empirisch bewijs (‘’data’’) geeft de doorslag (vs. Speculatie, eigen ideeën)
> Contrast tussen empirisme (kennis vergaren via onze zintuigen / waarnemingen) en
rationalisme (kennis vergaren via denken/redeneren)
The messiness of social research
- ‘’Reconstructed logic’’ (navolgbare logica): een duidelijke stap-voor-stap procedure
vs
- ‘’Logic in practice’’ (logica vd praktijk): rommeliger, verschilt per project, meer exibel, meer
ambachtsschap.
In de praktijk is onderzoek veel rommeliger, stappen lopen door elkaar heen.
Kortom: ‘’Social research is often a lot less smooth than it appears when it is set out in books’’
Daarom: ‘’Re exitivity, not recipes, is the hallmark of the good social science researcher’’.
De rol van theorie in onderzoek (kennisclip M1.3):
Richting van theorie-ontwikkeling
Deductie = van theorie naar concrete hypothese
Inductie = van speci eke observaties naar theorie
Deductie
U1. Alle mensen zijn sterfelijk
U2. Socrates is een mens
Conclusie: Socrates is sterfelijk
- Dus: ‘’Hypothesis to be tested’’: Socrates is sterfelijk
- Deductie is gebaseerd op logische a eiding
U1. Hoe meer tijd een student studeert, des te groter de kans op een hoog tentamencijfer
U2. Socrates studeert langer voor MTSWO dan Plato
Conclusie: Socrates heeft een grotere kans op een hoog tentamencijfer voor MTSWO dan Plato
Inductie
O1. Alle zwanen die ik eergisteren zag, waren wit
O2. Alle zwanen die ik gisteren zag, waren wit.
Conclusie: alle zwanen zijn wit.
O1. Henk: lang gestudeerd en hoog cijfer
O2. Ingrid: gemiddeld gestudeerd en gem. cijfer
O3. Jasper: kort gestudeerd en laag cijfer
Conclusie: Hoe meer tijd een student studeert, des te groter de kans op een hoog tentamencijfer
fl fi fl fi fl fl