Samenvatting Leren en onderwijzen
Samenvatting leren en onderwijzen hoofdstuk 1.2
3 leertheorieën:
- behaviorisme
- cognitivisme
- constructivisme
Behaviorisme gaat erom dat mensen je iets aan kunnen leren. En de andere 2 gaan ervan uit
dat de mensen het altijd zelf doet.
Behaviorisme
Hierbij gaan ze ervan uit dat mensen hun gedrag aanpassen aan de omgeving, dat ze
reageren op de omstandigheden. De omgeving biedt je aanleiding om iets te doen of te laten
( stimulus ) aan de reactie van de omgeving. Onderwijs is een proces van het versterken en
verzwakken van gedrag. Behaviorisme gaat om het sturen van aandacht over ( leer ) gedrag
dat zichtbaar en hoorbaar is.
Kenmerken:
- nauwkeurig omschreven leerinhouden: leerdoelen en subdoelen, vaardigheden en
deelvaardigheden.
- Stap voor stap leren
- Een sterk sturende rol voor de docent
- Directe feedback
- Toetsen, ook van deelvaardigheden
- Meten is weten
- Beloningsysteem
- Nadruk op oefenen.
Het versterken en verzwakken van gedrag ziet er vaak uit als straf en beloning.
Voorbeelden van behavioristisch leren:
- Leren lezen door eerst de afzonderlijke letters te leren en te leren hakken en plakken
- Leren van woordrijen en betekenis erbij.
, - Leren opzeggen van tafels
- Leren aanwijzen van plaatsnamen op blinde kaart.
Leren van netjes eten. Netjes eten levert een punt op. En 10 punten ga je samen eten in een
restaurant.
Cognitivisme:
Cognitivisme is vooral geïnteresseerd in de processen die tot leren leiden. Zij denken na over
hoe leren in zijn werk gaat en welke mentale processen daarbij een rol spelen en hoe de
leraar op grond van die inzichten de leerling het beste kan ondersteunen.
De vraag hierbij is veel meer hoe iemand leert een probleem op te lossen dan hoe iemand
bepaald gedrag aanlevert.
Vragen hierover:
- Hoe onthoud je iets het best?
- Wat zijn goede strategieën om problemen op te lossen?
- Hoe verloopt het denken van een mens?
- Kun je leren denken?
- Hoe krijg je grip op complexe informatie en concepten?
In het cognitivisme wordt het menselijke leren en denken vaak vergeleken met een
computer. Net als bij een computer is er bij het leren een input en output. Leren is
verwerken van informatie. Hierbij wordt een onderscheiding gemaakt tussen het
werkgeheugen en het langetermijngeheugen. Bij leren is vooral het werkgeheugen actief.
Het aanbieden van ezelbruggetjes helpt om informatie te verwerken en op te slaan.
Informatieverwerking in 4 stappen:
- Informatie wordt ontvangen
- Vervolgend wordt de informatie gefilterd en geselecteerd. Wat is relevant en wat niet?
- De informatie worden geordend en georganiseerd: informatie wordt kennis als die is
ingebed in interne schema’s en mentale modellen.
- Ten slotte wordt de informatie in samenhang gebracht met bestaande kennis. Dat is
integreren van kennis.
Deze fasering is vooral te herkennen bij declaratieve kennis, kennis die je terug kunt vragen.
Een andere indeling van leerstappen in de cognitivistische traditie is die in:
- Verkennen ( waar gaat dit over, wat kun je ermee, hoe werkt dit?)
Samenvatting leren en onderwijzen hoofdstuk 1.2
3 leertheorieën:
- behaviorisme
- cognitivisme
- constructivisme
Behaviorisme gaat erom dat mensen je iets aan kunnen leren. En de andere 2 gaan ervan uit
dat de mensen het altijd zelf doet.
Behaviorisme
Hierbij gaan ze ervan uit dat mensen hun gedrag aanpassen aan de omgeving, dat ze
reageren op de omstandigheden. De omgeving biedt je aanleiding om iets te doen of te laten
( stimulus ) aan de reactie van de omgeving. Onderwijs is een proces van het versterken en
verzwakken van gedrag. Behaviorisme gaat om het sturen van aandacht over ( leer ) gedrag
dat zichtbaar en hoorbaar is.
Kenmerken:
- nauwkeurig omschreven leerinhouden: leerdoelen en subdoelen, vaardigheden en
deelvaardigheden.
- Stap voor stap leren
- Een sterk sturende rol voor de docent
- Directe feedback
- Toetsen, ook van deelvaardigheden
- Meten is weten
- Beloningsysteem
- Nadruk op oefenen.
Het versterken en verzwakken van gedrag ziet er vaak uit als straf en beloning.
Voorbeelden van behavioristisch leren:
- Leren lezen door eerst de afzonderlijke letters te leren en te leren hakken en plakken
- Leren van woordrijen en betekenis erbij.
, - Leren opzeggen van tafels
- Leren aanwijzen van plaatsnamen op blinde kaart.
Leren van netjes eten. Netjes eten levert een punt op. En 10 punten ga je samen eten in een
restaurant.
Cognitivisme:
Cognitivisme is vooral geïnteresseerd in de processen die tot leren leiden. Zij denken na over
hoe leren in zijn werk gaat en welke mentale processen daarbij een rol spelen en hoe de
leraar op grond van die inzichten de leerling het beste kan ondersteunen.
De vraag hierbij is veel meer hoe iemand leert een probleem op te lossen dan hoe iemand
bepaald gedrag aanlevert.
Vragen hierover:
- Hoe onthoud je iets het best?
- Wat zijn goede strategieën om problemen op te lossen?
- Hoe verloopt het denken van een mens?
- Kun je leren denken?
- Hoe krijg je grip op complexe informatie en concepten?
In het cognitivisme wordt het menselijke leren en denken vaak vergeleken met een
computer. Net als bij een computer is er bij het leren een input en output. Leren is
verwerken van informatie. Hierbij wordt een onderscheiding gemaakt tussen het
werkgeheugen en het langetermijngeheugen. Bij leren is vooral het werkgeheugen actief.
Het aanbieden van ezelbruggetjes helpt om informatie te verwerken en op te slaan.
Informatieverwerking in 4 stappen:
- Informatie wordt ontvangen
- Vervolgend wordt de informatie gefilterd en geselecteerd. Wat is relevant en wat niet?
- De informatie worden geordend en georganiseerd: informatie wordt kennis als die is
ingebed in interne schema’s en mentale modellen.
- Ten slotte wordt de informatie in samenhang gebracht met bestaande kennis. Dat is
integreren van kennis.
Deze fasering is vooral te herkennen bij declaratieve kennis, kennis die je terug kunt vragen.
Een andere indeling van leerstappen in de cognitivistische traditie is die in:
- Verkennen ( waar gaat dit over, wat kun je ermee, hoe werkt dit?)