2.1. Zeven fundamenten
Er zijn verschillende aspecten die de basis leggen voor een goede
ontwikkeling van een kind. Dit noem je de fundamenten van
ontwikkeling. De zeven fundamenten van ontwikkeling zijn:
emotionele en fysieke veiligheid
uitnodigende en uitdagende omgeving
mogelijkheden tot onderzoeken en experimenteren
interactie
samenspelen
zelfvertrouwen
eigenwaarde
Emotionele en fysieke veiligheid
Een kind moet zich vrij kunnen bewegen zonder gevaar te lopen. De
omgeving moet zorgen voor fysieke veiligheid. Dat betekent dat de
ruimte waarin het kind zich bevindt, veilig is. Natuurlijk loopt een kind wel
eens een schrammetje of een wondje op. Dat kun je niet voorkomen. Bij
fysieke veiligheid gaat het om grotere gevaren, zoals het vallen van de
trap of het oplopen van brandwonden. Kinderdagverblijven en scholen
moeten zich houden aan wettelijke regels voor de fysieke veiligheid. Naast
fysiek veilig moet het kind zich ook mentaal veilig voelen. Dit noem
je emotionele veiligheid. Het kind moet het gevoel hebben dat er altijd
iemand is die hem beschermt en troost als er iets naars gebeurt.
Emotionele veiligheid bereik je door een goede band op te bouwen met
het kind en te zorgen voor structuur.
Uitnodigende en uitdagende omgeving
Een uitnodigende omgeving is een omgeving die de belangstelling van
het kind wekt. Vaak zie je bij de kinderopvang tekeningen van kabouters
of elfjes op de ramen. Binnen zijn de muren in vrolijke kleuren geverfd.
Kinderen gaan graag naar zo’n omgeving. Het ziet er mooi uit en het voelt
goed. Naast uitnodigend moet de omgeving ook uitdagend zijn.
Een uitdagende omgeving is een omgeving die kinderen motiveert en
ervoor zorgt dat het kind iets wil gaan doen. Het zal bijvoorbeeld al snel
gaan bouwen als het een grote doos met gekleurde houten blokken ziet.
Uitdagend betekent ook dat er telkens iets nieuws valt te ontdekken. Zo
blijven kinderen zich steeds ontwikkelen.
Onderzoeken en experimenteren
Kinderen willen de wereld ontdekken. Dit doen ze door te onderzoeken en
dingen uit te proberen. Zo vinden peuters het geweldig om met water te
spelen. Het gevoel van natte handen en de spetters op het gezicht leert
hen wat water is. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als je water in een emmer
doet en deze emmer omkeert? En wat krijg je als je water mengt met
, zand? Je kunt kinderen helpen de wereld te ontdekken door ze een
omgeving aan te bieden waarin genoeg te beleven valt. Er moeten
voldoende materialen zijn om uit te proberen. Soms is het ook goed als je
iets voordoet of uitleg geeft. Een kind kan immers niet alles zelf
ontdekken. Wanneer je kinderen laat zien wat er mogelijk is, gaan ze
vanzelf weer verder op onderzoek uit.
Interactie
Het is goed voor de ontwikkeling van kinderen om contact te hebben met
anderen. Dit noem je interactie. Je hebt interactie met andere mensen
nodig om je prettig te voelen en je verder te kunnen ontwikkelen. Het is
dus van groot belang dat je veel praat, uitlegt en probeert te begrijpen wat
kinderen bedoelen als ze op een bepaalde manier contact maken of
zoeken. Je stemt jouw interactie af op de leeftijd en de behoeften van het
kind. Door interactie leren kinderen onder meer samenspelen en voor
zichzelf opkomen. Door het begeleiden van interactie tussen kinderen
onderling leer je ze op welke manier ze met elkaar om horen te gaan.
Samenspelen
Door samen te spelen leren kinderen vaardigheden als samenwerken,
onderhandelen en delen. Kleine kinderen zijn nog vooral op zichzelf
gericht. Ze willen wel spelen met anderen in de buurt, maar vaak spelen
ze naast elkaar. Van echt samenspelen is dan nog geen sprake. Pas vanaf
een jaar of vier zoeken kinderen bewust anderen op om mee te spelen.
Kinderen krijgen door dat een spel leuker is als je het met meer speelt.
Vadertje en moedertje speel je nu eenmaal niet zo makkelijk alleen.
Kinderen leren ook dat er regels zijn bij het samenspelen. En ze merken
dat ieder kind weer anders is. Ze krijgen reacties op hun eigen gedrag.
Hierdoor leren ze zichzelf beter kennen.
Zelfvertrouwen en eigenwaarde
Een goede omgeving stimuleert het zelfvertrouwen en
de eigenwaarde van het kind. Het leert dat het een belangrijk en
waardevol persoon is, die er mag zijn. Kinderen ontdekken niet alleen de
wereld. Ze ontdekken tegelijkertijd ook zichzelf. Door interactie met de
omgeving leert een kind wat het kan en wat nog niet. Voor een kind is het
belangrijk dat het een gevoel van eigenwaarde ontwikkelt. Om
eigenwaarde bij een kind te ontwikkelen, is positieve aandacht vanuit de
omgeving nodig. Heet het kind welkom. Geef persoonlijke aandacht.
Kinderen groeien van complimenten. Als een kind iets fout doet, benadruk
dan altijd dat het gedrag fout was, maar dat je de persoon nog steeds heel
lief vindt.
Er zijn verschillende aspecten die de basis leggen voor een goede
ontwikkeling van een kind. Dit noem je de fundamenten van
ontwikkeling. De zeven fundamenten van ontwikkeling zijn:
emotionele en fysieke veiligheid
uitnodigende en uitdagende omgeving
mogelijkheden tot onderzoeken en experimenteren
interactie
samenspelen
zelfvertrouwen
eigenwaarde
Emotionele en fysieke veiligheid
Een kind moet zich vrij kunnen bewegen zonder gevaar te lopen. De
omgeving moet zorgen voor fysieke veiligheid. Dat betekent dat de
ruimte waarin het kind zich bevindt, veilig is. Natuurlijk loopt een kind wel
eens een schrammetje of een wondje op. Dat kun je niet voorkomen. Bij
fysieke veiligheid gaat het om grotere gevaren, zoals het vallen van de
trap of het oplopen van brandwonden. Kinderdagverblijven en scholen
moeten zich houden aan wettelijke regels voor de fysieke veiligheid. Naast
fysiek veilig moet het kind zich ook mentaal veilig voelen. Dit noem
je emotionele veiligheid. Het kind moet het gevoel hebben dat er altijd
iemand is die hem beschermt en troost als er iets naars gebeurt.
Emotionele veiligheid bereik je door een goede band op te bouwen met
het kind en te zorgen voor structuur.
Uitnodigende en uitdagende omgeving
Een uitnodigende omgeving is een omgeving die de belangstelling van
het kind wekt. Vaak zie je bij de kinderopvang tekeningen van kabouters
of elfjes op de ramen. Binnen zijn de muren in vrolijke kleuren geverfd.
Kinderen gaan graag naar zo’n omgeving. Het ziet er mooi uit en het voelt
goed. Naast uitnodigend moet de omgeving ook uitdagend zijn.
Een uitdagende omgeving is een omgeving die kinderen motiveert en
ervoor zorgt dat het kind iets wil gaan doen. Het zal bijvoorbeeld al snel
gaan bouwen als het een grote doos met gekleurde houten blokken ziet.
Uitdagend betekent ook dat er telkens iets nieuws valt te ontdekken. Zo
blijven kinderen zich steeds ontwikkelen.
Onderzoeken en experimenteren
Kinderen willen de wereld ontdekken. Dit doen ze door te onderzoeken en
dingen uit te proberen. Zo vinden peuters het geweldig om met water te
spelen. Het gevoel van natte handen en de spetters op het gezicht leert
hen wat water is. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als je water in een emmer
doet en deze emmer omkeert? En wat krijg je als je water mengt met
, zand? Je kunt kinderen helpen de wereld te ontdekken door ze een
omgeving aan te bieden waarin genoeg te beleven valt. Er moeten
voldoende materialen zijn om uit te proberen. Soms is het ook goed als je
iets voordoet of uitleg geeft. Een kind kan immers niet alles zelf
ontdekken. Wanneer je kinderen laat zien wat er mogelijk is, gaan ze
vanzelf weer verder op onderzoek uit.
Interactie
Het is goed voor de ontwikkeling van kinderen om contact te hebben met
anderen. Dit noem je interactie. Je hebt interactie met andere mensen
nodig om je prettig te voelen en je verder te kunnen ontwikkelen. Het is
dus van groot belang dat je veel praat, uitlegt en probeert te begrijpen wat
kinderen bedoelen als ze op een bepaalde manier contact maken of
zoeken. Je stemt jouw interactie af op de leeftijd en de behoeften van het
kind. Door interactie leren kinderen onder meer samenspelen en voor
zichzelf opkomen. Door het begeleiden van interactie tussen kinderen
onderling leer je ze op welke manier ze met elkaar om horen te gaan.
Samenspelen
Door samen te spelen leren kinderen vaardigheden als samenwerken,
onderhandelen en delen. Kleine kinderen zijn nog vooral op zichzelf
gericht. Ze willen wel spelen met anderen in de buurt, maar vaak spelen
ze naast elkaar. Van echt samenspelen is dan nog geen sprake. Pas vanaf
een jaar of vier zoeken kinderen bewust anderen op om mee te spelen.
Kinderen krijgen door dat een spel leuker is als je het met meer speelt.
Vadertje en moedertje speel je nu eenmaal niet zo makkelijk alleen.
Kinderen leren ook dat er regels zijn bij het samenspelen. En ze merken
dat ieder kind weer anders is. Ze krijgen reacties op hun eigen gedrag.
Hierdoor leren ze zichzelf beter kennen.
Zelfvertrouwen en eigenwaarde
Een goede omgeving stimuleert het zelfvertrouwen en
de eigenwaarde van het kind. Het leert dat het een belangrijk en
waardevol persoon is, die er mag zijn. Kinderen ontdekken niet alleen de
wereld. Ze ontdekken tegelijkertijd ook zichzelf. Door interactie met de
omgeving leert een kind wat het kan en wat nog niet. Voor een kind is het
belangrijk dat het een gevoel van eigenwaarde ontwikkelt. Om
eigenwaarde bij een kind te ontwikkelen, is positieve aandacht vanuit de
omgeving nodig. Heet het kind welkom. Geef persoonlijke aandacht.
Kinderen groeien van complimenten. Als een kind iets fout doet, benadruk
dan altijd dat het gedrag fout was, maar dat je de persoon nog steeds heel
lief vindt.