Toets AVG-hoofdstuk 8
De regels omtrent privacy staan in de algemene verordening
gegevensbescherming (AVG). De AVG is een Europese verordening, het
geldt voor alle landen van de Europese unie.
Natuurlijk persoon die te identificeren is op basis van persoonsgegevens
wordt in de AVG betrokkene genoemd.
Soorten persoonsgegevens:
1 gewone persoonsgevens= Art. 4 AVG
2 bijzondere persoonsgegevens=Art. 9 lid 1 AVG
3 gegevens over strafrechtelijk verleden= Art. 10 AVG
Een organisatie mag geen bijzondere persoonsgegevens en
strafrechtelijke gegevens gebruiken tenzij de wet dit toestaan. Art. 9
& 10 AVG
Artsen en ziekenhuizen mogen gegevens over iemand zijn of haar
gezondheid registeren en gebruiken. Voor scholen is dit ook
toegestaan, voor zover het nodig is voor het geven van goed
onderwijs.
1
, Persoonsgevens mogen alleen verwerkt worden binnen een organisatie
als het een duidelijk doeleinde heeft. Dit is nodig om het verwerkingsdoel
te halen.
Naast een duidelijk omgeschreven doel moet er ook een goede rede zijn
om persoonsgegevens te kunnen en mogen verwerken, deze redenen
heten grondslagen. Art. 6 AVG
De grondslagen voor de verwerking van persoonsgegevens zijn:
Het is noodzakelijk voor de uitvoering van een overeenkomst.
Het is noodzakelijk voor het nakomen van een wettelijke
verplichting.
Het is noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen
belang of de uitoefening van openbaar gezag.
Het is noodzakelijk ter bescherming van vitale belangen.
Het is noodzakelijk voor de behartiging van gerechtvaardigde
belangen.
De betrokkene heeft toestemming gegeven voor het verwerken van
gegevens.
Veel organisaties moeten een functionaris gegevensberscherming (FG)
hebben. Dit is iemand die bij de organisatie werkt en in de gaten houdt of
alle regels van de AVG worden nageleefd.
De volgende instanties zijn verplicht om een FG te benoemen
Rijksoverheid
Scholen
Provincies
Gemeente
Ziekenhuizen
Bedrijven of instellingen die bijzondere gegevens en/of
strafrechtelijke gegevens verwerken, moeten ook een FG
benoemen.
2
De regels omtrent privacy staan in de algemene verordening
gegevensbescherming (AVG). De AVG is een Europese verordening, het
geldt voor alle landen van de Europese unie.
Natuurlijk persoon die te identificeren is op basis van persoonsgegevens
wordt in de AVG betrokkene genoemd.
Soorten persoonsgegevens:
1 gewone persoonsgevens= Art. 4 AVG
2 bijzondere persoonsgegevens=Art. 9 lid 1 AVG
3 gegevens over strafrechtelijk verleden= Art. 10 AVG
Een organisatie mag geen bijzondere persoonsgegevens en
strafrechtelijke gegevens gebruiken tenzij de wet dit toestaan. Art. 9
& 10 AVG
Artsen en ziekenhuizen mogen gegevens over iemand zijn of haar
gezondheid registeren en gebruiken. Voor scholen is dit ook
toegestaan, voor zover het nodig is voor het geven van goed
onderwijs.
1
, Persoonsgevens mogen alleen verwerkt worden binnen een organisatie
als het een duidelijk doeleinde heeft. Dit is nodig om het verwerkingsdoel
te halen.
Naast een duidelijk omgeschreven doel moet er ook een goede rede zijn
om persoonsgegevens te kunnen en mogen verwerken, deze redenen
heten grondslagen. Art. 6 AVG
De grondslagen voor de verwerking van persoonsgegevens zijn:
Het is noodzakelijk voor de uitvoering van een overeenkomst.
Het is noodzakelijk voor het nakomen van een wettelijke
verplichting.
Het is noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen
belang of de uitoefening van openbaar gezag.
Het is noodzakelijk ter bescherming van vitale belangen.
Het is noodzakelijk voor de behartiging van gerechtvaardigde
belangen.
De betrokkene heeft toestemming gegeven voor het verwerken van
gegevens.
Veel organisaties moeten een functionaris gegevensberscherming (FG)
hebben. Dit is iemand die bij de organisatie werkt en in de gaten houdt of
alle regels van de AVG worden nageleefd.
De volgende instanties zijn verplicht om een FG te benoemen
Rijksoverheid
Scholen
Provincies
Gemeente
Ziekenhuizen
Bedrijven of instellingen die bijzondere gegevens en/of
strafrechtelijke gegevens verwerken, moeten ook een FG
benoemen.
2