FILOSOFIE
14.10.2020
LES 3: Middeleeuwen
Hoofdstuk 2: Het middeleeuwse perspectief (Vde - XVde eeuw)
Herhaling van de les:
Plato:
Realisme (objectieve kennis boven deze wereld – ideeën)
Methode: deductief
Mimesis/participatie
Hoogste: het idee van het Goede
Aristoteles:
Realisme (objectieve wereld deze wereld – vormen)
Methode: inductief
Oorzaken/categorieën
Hoogste: onbewogen beweger of zichzelf denkende denken (oorzaak van
beweging in universum)
Toongevende filosofen (twee scholen)
Les:
1. Stabiliteit in de wereld tot VIde eeuw n.C.
Vooral door de Romeinse Rijk
- Vanaf IVde eeuw n.C. kan het Rijk de druk van de barbaren aan de grenzen
niet tegenhouden
- Door deze centrifugale tendensen en door de toenemende onveiligheid maakt
de geldeconomie plaats voor een economie gebaseerd op grondbezit, de enige
rijkdom die in tijden van onzekerheid en gebrekkige infrastructuur overleeft
- Dat leidt tot ontstaan feodaliteit in de Middeleeuwen (politieke macht is
gebonden aan grondbezit, en in een strakke hiërarchische structuur is de ene
grondbezitter leenheer van de andere)
Filosofie kon floreren
Teksten van Plato (Athene) en Aristoteles (Alexandria) werden in verschillende
plaatsen bewaard
Teksten van Aristoteles werden grotendeels verloren
2. Middeleeuwen: context
1
, Uitbreiding van zeer uiteenlopende sekten, genoemd christenen
- Petrus en Paulus verspreiden het woord van Christus (ca. jaar 30 n.C.)
- Regio rond Israël, later komen tot Rome
- Tegen jaar 300 was christendom de grootste religie
- Tegen jaar 600 was christendom verspreid over de hele Europa
- Heel andere visies dan christendom nu, geen ene gezag
- Christus keert niet terug – een hele nieuwe ideologie opstellen (juiste
manier van handelen)
Het jaar 312: Constantijn de Grote behaalt reeks militaire overwinningen onder
christelijke banier
- Christelijke symbolen op zijn boog in Rome
- Constantijn de Grote – keizer van Rome
- Droom met christelijke symbolen, versiert zijn banier en behaalt een
overwinning (wordt overtuig en gelooft in christendom)
- Doop van de Romeinse Rijk
West-Romeinse rijk valt door inval Germanen (476)
- Rest van Europa was ook gekerstend, maar door missionaren (namelijk de
Arianen, andere deel, maar iedereen was wel christelijk)
- Rijk valt uit elkaar, maar christendom blijkt factor van eenheid
- Toch zeer uiteenlopende interpretaties christendom (e.g. Arianisme: God
is niet gelijk aan Jezus, tegen de Niceanse concilie)
- Oecumenische concilies (vanaf VIde eeuw n.C., samenkomsten van
allerlei sekten om te discussiëren wat Christendom is):
o Nicea (325) – geloofspatroon, nieuwe interpretatie (Jezus was niet
enkel de leidsman, maar ook de openbaring van God: Jezus = God)
o Constantinopel (381)
o Efeze (431)
o Chalcedon (451)
- Veel discussies over geloofspatroon:
i) Jezus geboren als mens en geadopteerd door God (kon niet want dat wel
orspronkeljike zonde)
ii) Onbevlekt ontvangenis (geen rol van Jozef)
Hereniging Romeinse Rijk onder Karel de Grote (800)
2
14.10.2020
LES 3: Middeleeuwen
Hoofdstuk 2: Het middeleeuwse perspectief (Vde - XVde eeuw)
Herhaling van de les:
Plato:
Realisme (objectieve kennis boven deze wereld – ideeën)
Methode: deductief
Mimesis/participatie
Hoogste: het idee van het Goede
Aristoteles:
Realisme (objectieve wereld deze wereld – vormen)
Methode: inductief
Oorzaken/categorieën
Hoogste: onbewogen beweger of zichzelf denkende denken (oorzaak van
beweging in universum)
Toongevende filosofen (twee scholen)
Les:
1. Stabiliteit in de wereld tot VIde eeuw n.C.
Vooral door de Romeinse Rijk
- Vanaf IVde eeuw n.C. kan het Rijk de druk van de barbaren aan de grenzen
niet tegenhouden
- Door deze centrifugale tendensen en door de toenemende onveiligheid maakt
de geldeconomie plaats voor een economie gebaseerd op grondbezit, de enige
rijkdom die in tijden van onzekerheid en gebrekkige infrastructuur overleeft
- Dat leidt tot ontstaan feodaliteit in de Middeleeuwen (politieke macht is
gebonden aan grondbezit, en in een strakke hiërarchische structuur is de ene
grondbezitter leenheer van de andere)
Filosofie kon floreren
Teksten van Plato (Athene) en Aristoteles (Alexandria) werden in verschillende
plaatsen bewaard
Teksten van Aristoteles werden grotendeels verloren
2. Middeleeuwen: context
1
, Uitbreiding van zeer uiteenlopende sekten, genoemd christenen
- Petrus en Paulus verspreiden het woord van Christus (ca. jaar 30 n.C.)
- Regio rond Israël, later komen tot Rome
- Tegen jaar 300 was christendom de grootste religie
- Tegen jaar 600 was christendom verspreid over de hele Europa
- Heel andere visies dan christendom nu, geen ene gezag
- Christus keert niet terug – een hele nieuwe ideologie opstellen (juiste
manier van handelen)
Het jaar 312: Constantijn de Grote behaalt reeks militaire overwinningen onder
christelijke banier
- Christelijke symbolen op zijn boog in Rome
- Constantijn de Grote – keizer van Rome
- Droom met christelijke symbolen, versiert zijn banier en behaalt een
overwinning (wordt overtuig en gelooft in christendom)
- Doop van de Romeinse Rijk
West-Romeinse rijk valt door inval Germanen (476)
- Rest van Europa was ook gekerstend, maar door missionaren (namelijk de
Arianen, andere deel, maar iedereen was wel christelijk)
- Rijk valt uit elkaar, maar christendom blijkt factor van eenheid
- Toch zeer uiteenlopende interpretaties christendom (e.g. Arianisme: God
is niet gelijk aan Jezus, tegen de Niceanse concilie)
- Oecumenische concilies (vanaf VIde eeuw n.C., samenkomsten van
allerlei sekten om te discussiëren wat Christendom is):
o Nicea (325) – geloofspatroon, nieuwe interpretatie (Jezus was niet
enkel de leidsman, maar ook de openbaring van God: Jezus = God)
o Constantinopel (381)
o Efeze (431)
o Chalcedon (451)
- Veel discussies over geloofspatroon:
i) Jezus geboren als mens en geadopteerd door God (kon niet want dat wel
orspronkeljike zonde)
ii) Onbevlekt ontvangenis (geen rol van Jozef)
Hereniging Romeinse Rijk onder Karel de Grote (800)
2