GESCHIEDENIS VAN HET PUBLIEKRECHT
ALGEMEEN DEEL: Constitutioneel-historische kernproblemen
1. Staatsvormen: monarchie, oligarchie, democratie
Nota bene:
- Het gaat om theoretische ‘types’ van staatsvormen
- In de praktijk: meestal een gemengde vorm, al dan niet met overwicht van één
type
- Westerse geschiedenis: algemene tendens naar ‘democratie’
- Niet verwarren met andere constitutioneelrechtelijke principes: bijvoorbeeld
rechtstaat (een monarchie kan de rechtstaat soms beter vrijwaren dan een
democratie)
Monarchie
- Staatsvorm waarbij de openbare macht geconcentreerd is in de persoon van een
heerser (personal rule)
- Diverse vormen, diverse grondslagen: bijvoorbeeld koning bij de gratie Gods,
vorst door acclamatie, door staatsgreep, door plebisciet, etc,
- Historische voorbeelden:
o Sommige Middeleeuwse (territoriale) vorsten en ‘absolutistische’ vorsten
uit de Nieuwe Tijd
o 20ste eeuwse dictaturen
o Enkele hedendaagse stelsels behouden symbolen en deelaspecten van de
monarchie: koninkrijken (als symbool), sommige (quasi-) presidentiële
stelsels (bijvoorbeeld 5de Franse Republiek, VSA, etc.)
Oligarchie
- Staatsvorm waarbij de openbare macht geconcentreerd is in een netwerk van een
beperkt aantal belangengroepen
- Diverse vormen, de types en het aantal belangengroepen kunnen sterk verschillen
- Historische voorbeelden:
o De rege nten in de Oude Republiek
o De grondadel in vroegmodern Engeland
o De ‘cijns-democratieën’ van de 19de eeuw
o De kaderleden van de Communistische Partij in communistische regimes
1
, Democratie
- Staatsvorm waarbij de openbare macht geconcentreerd is in de volksmassa, en in
meerdere of mindere mate uitgeoefend wordt met de goedkeuring van de
volksmassa
- Diverse vormen om de ‘volksmassa’ te definiëren, alsook de machtsdelegatie te
organiseren
- Historische voorbeelden:
o Huidige ‘Westerse’ democratieën
o Ook een aantal van de voorbeelden vermeld onder monarchieën en
oligarchieën
- Hedendaagse Europese systeem: principe van de volkssoevereiniteit als grondslag
van de politieke macht
o Gevolg: exclusieve legitimiteit in het democratisch stelsel
o Maar: de vormgeving van die democratie kan gepaard gaan met
overblijfselen van andere stelsel
o Europese ‘monarchieën': legitimiteit van de macht berust bij het volk of de
natie
- De normale vorm waarop de volkssoevereiniteit wordt uitgeoefend is via een
parlementair systeem
o Normaliteir is de parlementaire vertegenwoordiging thans gebaseerd op
algemeen enkelvoudig stemrecht
o Mits uitzonderingen:
Indirecte ‘getrapte’ verkiezingen (zoals de Franse Senaat)
Vertegenwoordiging van de deelstaten in een federale staat
(bijvoorbeeld Bondsraad in Duitsland)
- De volkssoevereiniteit kan echter ook op andere manieren via de parlementaire
vertegenwoordiging uitdrukking krijgen
o Zoals de rechtstreekse verkiezingen van het staatshoofd (bijvoorbeeld
president in Frankrijk)
o Zoals door een referendum
a) Engeland
- Het democratisch principe vindt men vooral terug in de verkiezingen en
samenstelling van het Lagerhuis, maar het kiesstelsel bevoordeelt de grote
2
ALGEMEEN DEEL: Constitutioneel-historische kernproblemen
1. Staatsvormen: monarchie, oligarchie, democratie
Nota bene:
- Het gaat om theoretische ‘types’ van staatsvormen
- In de praktijk: meestal een gemengde vorm, al dan niet met overwicht van één
type
- Westerse geschiedenis: algemene tendens naar ‘democratie’
- Niet verwarren met andere constitutioneelrechtelijke principes: bijvoorbeeld
rechtstaat (een monarchie kan de rechtstaat soms beter vrijwaren dan een
democratie)
Monarchie
- Staatsvorm waarbij de openbare macht geconcentreerd is in de persoon van een
heerser (personal rule)
- Diverse vormen, diverse grondslagen: bijvoorbeeld koning bij de gratie Gods,
vorst door acclamatie, door staatsgreep, door plebisciet, etc,
- Historische voorbeelden:
o Sommige Middeleeuwse (territoriale) vorsten en ‘absolutistische’ vorsten
uit de Nieuwe Tijd
o 20ste eeuwse dictaturen
o Enkele hedendaagse stelsels behouden symbolen en deelaspecten van de
monarchie: koninkrijken (als symbool), sommige (quasi-) presidentiële
stelsels (bijvoorbeeld 5de Franse Republiek, VSA, etc.)
Oligarchie
- Staatsvorm waarbij de openbare macht geconcentreerd is in een netwerk van een
beperkt aantal belangengroepen
- Diverse vormen, de types en het aantal belangengroepen kunnen sterk verschillen
- Historische voorbeelden:
o De rege nten in de Oude Republiek
o De grondadel in vroegmodern Engeland
o De ‘cijns-democratieën’ van de 19de eeuw
o De kaderleden van de Communistische Partij in communistische regimes
1
, Democratie
- Staatsvorm waarbij de openbare macht geconcentreerd is in de volksmassa, en in
meerdere of mindere mate uitgeoefend wordt met de goedkeuring van de
volksmassa
- Diverse vormen om de ‘volksmassa’ te definiëren, alsook de machtsdelegatie te
organiseren
- Historische voorbeelden:
o Huidige ‘Westerse’ democratieën
o Ook een aantal van de voorbeelden vermeld onder monarchieën en
oligarchieën
- Hedendaagse Europese systeem: principe van de volkssoevereiniteit als grondslag
van de politieke macht
o Gevolg: exclusieve legitimiteit in het democratisch stelsel
o Maar: de vormgeving van die democratie kan gepaard gaan met
overblijfselen van andere stelsel
o Europese ‘monarchieën': legitimiteit van de macht berust bij het volk of de
natie
- De normale vorm waarop de volkssoevereiniteit wordt uitgeoefend is via een
parlementair systeem
o Normaliteir is de parlementaire vertegenwoordiging thans gebaseerd op
algemeen enkelvoudig stemrecht
o Mits uitzonderingen:
Indirecte ‘getrapte’ verkiezingen (zoals de Franse Senaat)
Vertegenwoordiging van de deelstaten in een federale staat
(bijvoorbeeld Bondsraad in Duitsland)
- De volkssoevereiniteit kan echter ook op andere manieren via de parlementaire
vertegenwoordiging uitdrukking krijgen
o Zoals de rechtstreekse verkiezingen van het staatshoofd (bijvoorbeeld
president in Frankrijk)
o Zoals door een referendum
a) Engeland
- Het democratisch principe vindt men vooral terug in de verkiezingen en
samenstelling van het Lagerhuis, maar het kiesstelsel bevoordeelt de grote
2