ANATOMIE
Inleiding
Andreas Vesalius → Dessecties + moderne geneeskunde
1.1. Microscopische VS macroscopische anatomie
• Microscopische:
- Uit van celniveau
• Macroscopische anatomie:
Studie vorm, structuur en functie van het musculosketale systeem in een volgroeid, normaal individu
1.2. Systematische VS topografische aanpak
• Systematische aanpak:
- Beschrijving van stelsel of systemen
o Stelsel: deel lichaam dat samen eenzelfde functie vervult
- locomotorisch systeem (bewegingsstelsel) → ons bebied
o Actief: mytologie
o Passief: artrologie/osteologie
• Topografische aanpak:
- Bespreken van organen in regio’s
- Ruimtelijke verhoudingen
2. Nomina anatomica – posities
Flexie-extensie = sagittale vlak, transversale as
Abductie-adductie: frontale vlak, sagittale as
Endorotatie-exorotatie: transversaal vlak,
Longitudinale as
, 2.1. Buigingen
ROMP:
Lateraal flexie = in het frontale vlak opzij buigen
SCHOUDERBLAD:
SCHOUDER:
ELLEBOOG:
ELLEBOOG:
ONDERARM:
,POLS:
VINGERS:
DUIM:
HEUP:
KNIE:
ENKEL EN VOET: → → →
, 3. Belangrijkste weefsels van het bewegingsstelsel
3.1. Steunweefsels
Functie:
• Verpakking
• Ondersteuning
o Opslag
o Aan- en afvoer
o Herstel
Organisatie:
• fibrolasten
• Matrix of grondsubstantie
• Vezels:
Losmazig bindweefsel:
• Vooral collagene vezels
• Steun aan → organen: bloedvaten, zenuwen
• Lichte beweging organen
Reticulair bindweefsel:
• Vooral in beenmerg → later rode bloedcellen
• Reticulaire vezels
Vezelig bindweefsel:
• Elastische en collagene vezels
• Wanden grote slagaders
• Gele ligamenten wervelkolom
• Pezen
3.2. Kraakbeen
Eigenschappen:
• Vast en veerkrachtig → drukvast, niet trekvast
• Avasculair, aneuraal
Inleiding
Andreas Vesalius → Dessecties + moderne geneeskunde
1.1. Microscopische VS macroscopische anatomie
• Microscopische:
- Uit van celniveau
• Macroscopische anatomie:
Studie vorm, structuur en functie van het musculosketale systeem in een volgroeid, normaal individu
1.2. Systematische VS topografische aanpak
• Systematische aanpak:
- Beschrijving van stelsel of systemen
o Stelsel: deel lichaam dat samen eenzelfde functie vervult
- locomotorisch systeem (bewegingsstelsel) → ons bebied
o Actief: mytologie
o Passief: artrologie/osteologie
• Topografische aanpak:
- Bespreken van organen in regio’s
- Ruimtelijke verhoudingen
2. Nomina anatomica – posities
Flexie-extensie = sagittale vlak, transversale as
Abductie-adductie: frontale vlak, sagittale as
Endorotatie-exorotatie: transversaal vlak,
Longitudinale as
, 2.1. Buigingen
ROMP:
Lateraal flexie = in het frontale vlak opzij buigen
SCHOUDERBLAD:
SCHOUDER:
ELLEBOOG:
ELLEBOOG:
ONDERARM:
,POLS:
VINGERS:
DUIM:
HEUP:
KNIE:
ENKEL EN VOET: → → →
, 3. Belangrijkste weefsels van het bewegingsstelsel
3.1. Steunweefsels
Functie:
• Verpakking
• Ondersteuning
o Opslag
o Aan- en afvoer
o Herstel
Organisatie:
• fibrolasten
• Matrix of grondsubstantie
• Vezels:
Losmazig bindweefsel:
• Vooral collagene vezels
• Steun aan → organen: bloedvaten, zenuwen
• Lichte beweging organen
Reticulair bindweefsel:
• Vooral in beenmerg → later rode bloedcellen
• Reticulaire vezels
Vezelig bindweefsel:
• Elastische en collagene vezels
• Wanden grote slagaders
• Gele ligamenten wervelkolom
• Pezen
3.2. Kraakbeen
Eigenschappen:
• Vast en veerkrachtig → drukvast, niet trekvast
• Avasculair, aneuraal