Advanced Behavioral Finance (MAN-MEC043):
- Assessment:
o Exam 70% (at least 5.5 to pass the course)
o Two written reports 30%
Topic 1 - Myopic Loss Aversion
Nudging à Is het subtiel beïnvloeden van keuzes van mensen zonder hun opties te beperken,
door de manier waarop keuzes worden gepresenteerd te veranderen om gewenst gedrag te
stimuleren.
Verliesaversie à De neiging van mensen om verliezen zwaarder te laten wegen dan
vergelijkbare winsten.
Risicoaversie à De algemene voorkeur om situaties met onzekerheid te vermijden,
ongeacht de uitkomst.
Verschil: Verliesaversie focust op het vermijden van verliezen, terwijl risicoaversie betrekking
heeft op het vermijden van onzekerheid, ongeacht of het om mogelijke winsten of verliezen gaat.
Myopic loss aversion à Dat mensen vaak te veel bezig zijn met de korte termijn en bang zijn om
geld te verliezen, zelfs als het op de lange termijn beter zou kunnen uitpakken.
Een voorbeeld van myopic loss aversion is wanneer beleggers hun aandelenportefeuille te vaak controleren en
daardoor bij korte-termijn verliezen geneigd zijn om uit angst voor verder verlies hun beleggingen te verkopen,
zelfs als de lange-termijn vooruitzichten positief zijn.
Equity premium puzzle = De economische paradox dat aandelen historisch gezien een veel
hoger rendement hebben opgeleverd dan risicovrije obligaties, terwijl dit verschil niet verklaard
kan worden door het relatief lage risico van aandelen volgens traditionele economische modellen.
Hier zijn korte uitleggen van mogelijke verklaringen voor de equity premium puzzle:
- Reitz (1988): Stelt dat de equity premium een rationele reactie is op het variërende risico
van een economische catastrofe. Maar de data sinds 1926 bevat al crashes; de vraag is
of crashes alleen aandelen raken.
- Dataset-kenmerk: Het is niet vreemd; tijdsubsets laten vergelijkbare eigenschappen zien.
- Epstein en Zin (1989): Introduceerden niet-verwachte nutsvoorkeuren, maar dit verklaart
slechts een derde van de equity premium.
- Mankiw en Zeldes (1991): Zeggen dat homogene aannames onder investeerders nodig
zijn, maar dit verklaart ook slechts een deel van de equity premium.
- Constantinidis (1990): Model van gewoontes (habit-formation) kan alleen intertemporele
dynamieken verklaren, maar niet de verschillen in gemiddelde rendementen tussen activa
(volgens Ferson en Constantinidis, 1991).
- Bansal en Yaron (2004): Combineren Epstein-Zin-voorkeuren met “business cycles,” wat
een veelbelovende aanpak is om de equity premium en het risicovrije rendement te
verklaren.
Evaluating myolopically = beslissingen op basis van kortetermijnvoordelen zonder rekening te
houden met de langetermijngevolgen à 1 voor 1 (losse loterijen ipv samenvoegen)
Prospect Theory = stelt dat mensen beslissingen nemen op basis van potentiële winsten en
verliezen ten opzichte van een referentiepunt, waarbij ze verliesaversie en irrationele voorkeuren
voor zekerheid vertonen. Kijkt alleen naar verschil.
,Expected Utility Theory = Expected Utility Theory gaat ervan uit dat mensen rationeel kiezen
tussen alternatieven door de uitkomsten te wegen op basis van hun waarschijnlijkheid en hun
verwachte nut te maximaliseren. Kijkt naar totale nut.
Bootstrapping method = een manier om uit een bestaande groep gegevens steeds opnieuw
willekeurige steekproeven te trekken, zodat we beter kunnen inschatten hoe betrouwbaar onze
resultaten zijn, zonder dat we extra gegevens hoeven te verzamelen
Bv. Stel je voor dat je wil weten hoe hoog mensen gemiddeld kunnen springen; met
bootstrapping trek je telkens kleine groepen uit jouw lijst van sprongen, zodat je beter kunt
inschatten wat het echte gemiddelde is zonder nieuwe sprongen te meten.
Benartzi/Thaler (1995): Myopic Loss Aversion and the Equity Premium Puzzle, QJE, 110, 73-92
https://www.nber.org/system/files/working_papers/w4369/w4369.pdf
De 'equity premium puzzle' is het idee dat aandelen op de lange termijn veel beter renderen dan
obligaties, maar dit verschil is moeilijk te verklaren met gewone economische theorieën. Om dit
beter te begrijpen, gebruiken onderzoekers een andere theorie, namelijk de 'prospect theory' van
Kahneman en Tversky. Deze theorie zegt dat mensen verlies erger vinden dan winst even groot
is en dat ze vaak hun investeringen bekijken, zelfs als ze voor de lange termijn investeren. Dit
noemen ze 'myopische verliesaversie', wat betekent dat mensen zich druk maken om korte-
termijnverliezen, zelfs als hun doelen verder weg liggen. Uit simulaties blijkt dat als beleggers hun
portefeuilles jaarlijks beoordelen, de hogere winst van aandelen ten opzichte van obligaties beter
te begrijpen is. Het lijkt erop dat beleggers hun investeringen beoordelen alsof ze maar een jaar
vooruitkijken.
Gneezy, U., Potters, J., (1997). An experiment on risk taking and evaluation periods. Quarterly Journal of Economics
https://academic.oup.com/qje/article-abstract/112/2/631/1870944
De auteurs van deze studie onderzochten of myopische verliesaversie (MLA) kan verklaren
waarom aandelen historisch gezien veel hogere rendementen hebben behaald dan obligaties,
een fenomeen dat bekendstaat als de 'equity premium puzzle'. MLA is de combinatie van het
vermijden van verliezen en het vaak controleren van beleggingen. Dit kan ervoor zorgen dat
mensen te voorzichtig worden met hun investeringen, omdat ze verlies willen vermijden.
Om dit te testen, lieten de onderzoekers twee
groepen mensen risicovolle keuzes maken: de
eerste groep kreeg na elke ronde feedback over
hun resultaten, terwijl de tweede groep pas na
elke drie rondes feedback kreeg. Ze ontdekten
dat de mensen die minder vaak feedback
kregen, meer risico durfden te nemen. Dit wijst
erop dat MLA kan verklaren waarom beleggers
vaak voorzichtiger zijn dan nodig, wat bijdraagt
aan het verschil in rendement tussen aandelen
en obligaties.
Thaler, R., Tversky, A., Kahneman, D., Schwartz, A., (1997). The effect of myopia and loss aversion on risk taking: an
experimental test. Quarterly Journal of Economics, 647–661.
https://academic.oup.com/qje/article-abstract/112/2/647/1870948
De onderzoekers wilden begrijpen waarom aandelen historisch gezien meer winst opleveren dan
obligaties, een fenomeen dat bekendstaat als de 'equity premium puzzle'. Ze dachten
dat myopische verliesaversie - wat betekent dat mensen gevoeliger zijn voor verliezen dan voor
winsten en vaak hun beleggingen controleren - hiervoor een verklaring kan zijn. Ze deden een
experiment waarbij deelnemers moesten kiezen tussen een risicovolle belegging (zoals
aandelen) en een veilige belegging (zoals obligaties). De deelnemers waren verdeeld in vier
groepen, die verschilden in hoe vaak ze feedback kregen over hun investeringsresultaten.
Sommigen kregen ook een aanpassing die verliezen verminderde. De resultaten lieten zien dat
mensen die vaker hun resultaten controleerden, minder risico namen en daardoor minder
verdienden. Dit suggereert dat verliesaversie en het vaak checken van je beleggingen ervoor
zorgen dat mensen voorzichtiger investeren. De onderzoekers concludeerden dat als mensen
minder vaak feedback krijgen of minder vaak hun keuzes mogen aanpassen, dit hen kan helpen
betere investeringsbeslissingen te nemen.
,Haigh, M., List, J., (2005): Do professional traders exhibit myopic loss aversion? an
experimental analysis. The Journal of Finance 523–534.
https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1111/j.1540-6261.2005.00737.x
In het experiment moesten zowel studenten als professionele handelaren
risicovolle keuzes maken, zoals investeren in risicovolle of veilige
beleggingen. Sommige deelnemers kregen na elke keuze snel feedback
over hun resultaten, terwijl anderen minder vaak feedback kregen. Het
doel was te zien hoe de frequentie van feedback hun bereidheid om
risico's te nemen beïnvloedde.
De conclusie van het experiment was dat, in tegenstelling tot wat werd
verwacht, professionele handelaren meer last hadden van myopische
verliesaversie (MLA) dan studenten. Dit betekende dat de handelaren, die hun portefeuilles
vaker evalueerden, minder risico durfden te nemen. De onderzoekers suggereerden dat
beleggingsstrategieën die minder vaak feedback geven of de flexibiliteit om snel beslissingen te
veranderen verminderen, de effecten van MLA kunnen helpen verminderen.
Eriksen, K., Kvaloy, O., (2009): Do financial advisors exhibit myopic loss aversion? Journal of Financial Markets and
Portfolio Management, 159–170.
https://link.springer.com/article/10.1007/s11408-009-0124-z
In dit experiment wilden de onderzoekers testen of financiële
adviseurs, net als andere beleggers, vatbaar zijn voor myopische
verliesaversie (MLA), wat betekent dat mensen die hun
beleggingen vaak controleren, minder risico durven te nemen omdat
ze bang zijn voor verliezen. Ze herhaalden een experiment met 50
professionele financiële adviseurs en 160 studenten, waarbij
deelnemers keuzes maakten over investeringen en ze verschillende
keren feedback kregen over hun resultaten. De resultaten lieten zien
dat zowel adviseurs als studenten meer risico durfden te nemen
wanneer ze minder vaak feedback kregen, wat duidt op MLA. Het verrassende was dat dit
effect sterker was bij de financiële adviseurs dan bij de studenten, wat betekent dat ervaring
niet beschermt tegen MLA, maar het zelfs kan versterken.
Donald A. Redelmeier , and Amos Tversky: On the framing of multiple prospects
https://journals.sagepub.com/doi/pdf/10.1111/j.1467-9280.1992.tb00025.x
+ $ 2000
Deze paper onderzoekt hoe mensen beslissingen nemen als ze meerdere
50 %
50 %
- $ 500
gokmogelijkheden hebben. In plaats van alles tegelijk te bekijken, kijken ze naar elke + $ 10000
gok apart, wat soms tot onlogische keuzes leidt. De onderzoekers ontdekten
3%
50 % + $ 2000 + $ 7500
16 %
50 %
- $ 500
bijvoorbeeld dat mensen een gok vaker accepteren als deze meerdere keren wordt 50 % + $ 2000
31 %
31 %
+ $ 5000
+ $ 2500
gespeeld, maar nog vaker als het als één grote kans wordt gepresenteerd. Ook wijzen - $ 500
50 %
16 %
3%
+$ 0
ze vaak een extra gok af als deze wordt toegevoegd aan een reeks, terwijl ze liever + $ 2000
50 %
- $ 2500
50 %
- $ 500
meer gokken als het direct wordt aangeboden. De onderzoekers zeggen dat de manier 50 % + $ 2000
- $ 500
waarop keuzes gepresenteerd worden, invloed heeft op de beslissing, en in sommige
50 %
gevallen, zoals bij medische keuzes, kan het leiden tot slechte keuzes. Acceptance rate: 63% 83%
Advanced Behavioural Finance | Anita Kopányi-Peuker
Benartzi/Thaler (1999): Risk Aversion or Myopia? Choices in Repeated Gambles and Retirement Investments,
Management Science, 45, 364-381.
https://pubsonline.informs.org/doi/abs/10.1287/mnsc.45.3.364
Deze paper onderzoekt hoe mensen keuzes maken als ze herhaaldelijk kunnen gokken of
investeren. De auteurs testen de theorie van "myopische verliesaversie", die zegt dat mensen
zich meer zorgen maken over korte termijn verliezen, zelfs als dit hun lange termijn keuzes slecht
maakt. In de experimenten moesten deelnemers kiezen tussen gokken met een positieve
verwachte waarde of een vast bedrag, of tussen verschillende investeringsopties. Ze ontdekten
dat mensen vaker de gok accepteerden als ze de uiteindelijke uitkomst zagen, in plaats van de
losse gokken, en meer in aandelen investeerden als ze langetermijnrendementen zagen, in
plaats van kortetermijnrendementen. De auteurs concluderen dat mensen de risico's van
herhaalde gokken te groot inschatten, en dat ze betere keuzes kunnen maken als ze de totale
informatie krijgen. Dit betekent dat beleggingsadviseurs beter kunnen helpen door de nadruk te
leggen op lange termijn resultaten en diversificatie.
, 5 apart benoemde papers:
1. Fellner, G., Sutter, M. (2009)
In deze studie onderzochten Fellner en Sutter (2009) of myopische verliesaversie (MLA) vooral
wordt beïnvloed door de lengte van de beleggingshorizon of de frequentie van feedback. Ze
ontdekten dat beide factoren invloed hebben op het risiconiveau van mensen. Wanneer
deelnemers de keuze kregen, gaven ze de voorkeur aan kortere beleggingshorizons en vaker
feedback, wat resulteerde in meer myopisch gedrag (kortetermijngerichtheid). Een effectieve
gedragsinterventie tegen MLA bleek het instellen van lange beleggingshorizons en infrequente
feedback als standaardopties. Dit werkt doordat mensen vaak vasthouden aan de status quo (het
huidige besluit), wat ook wel *status quo bias* wordt genoemd. Door deze inertia
(besluiteloosheid) te benutten, kan gedrag in een gewenste richting worden gestuurd om betere
beslissingen te nemen.
2. Looney, C., Hardin, A. (2009)
Het doel van deze studie was het ontwerpen van een webgebaseerd
beslissingsondersteuningssysteem om toekomstige gepensioneerden te helpen bij het
overwinnen van de neiging om te conservatieve portefeuilles aan te houden, wat te maken heeft
met myopische verliesaversie (MLA). In het online experiment werden drie interventies getest die
gericht waren op het verminderen van myopie:
Informatie horizon (IH): De lengte van de beleggingshorizon werd gevarieerd.
Systeem restrictiviteit: De vrijheid in beslissingen werd aangepast.
Beslissingsbegeleiding: Suggesties werden gegeven om het besluitvormingsproces te
sturen.
De belangrijkste bevindingen waren dat de informatie horizon een sterke invloed had op
risiconemingsgedrag. Wanneer een lange beleggingshorizon werd gepresenteerd, hadden de
andere twee interventies geen significant effect op het risiconemingsgedrag. Bij een korte
beleggingshorizon echter, hadden zowel de interventie van systeemrestrictiviteit als de
beslissingsbegeleiding wel een significant effect, wat suggereert dat het beperken van de horizon
en het geven van begeleiding mensen helpt meer risico te nemen.
3. Beshears, J., Choi, J., Laibson, D., Madrian, B. (2012)
Het doel van deze studie was om te onderzoeken of de effecten van myopische verliesaversie
(MLA) ook standhouden in een realistischere setting. Er werden drie belangrijke problemen van
eerdere studies geïdentificeerd:
1. Stroom van achtergrondinformatie: Deelnemers kregen geen interactie met anderen
en hun aandacht was volledig op het experiment gericht, met volledige controle over de
informatie die ze ontvingen.
2. Lengte van het experiment: Tot dat moment waren alle experimenten slechts één
sessie.
3. Labeling van de activa: Het gebruik van context-vrije etiketten voor de activa
beïnvloedde het gedrag van de deelnemers, doordat zij geen voorkennis hadden.
De belangrijkste bevinding was dat er bijna geen effecten werden gevonden in de
behandelingsdimensies van het experiment. De auteurs merkten op dat er mogelijke problemen
waren met de studie, zoals een laag aantal deelnemers, onduidelijke prikkels en een niet-
representatieve rendementshistorie van de activa.
- Assessment:
o Exam 70% (at least 5.5 to pass the course)
o Two written reports 30%
Topic 1 - Myopic Loss Aversion
Nudging à Is het subtiel beïnvloeden van keuzes van mensen zonder hun opties te beperken,
door de manier waarop keuzes worden gepresenteerd te veranderen om gewenst gedrag te
stimuleren.
Verliesaversie à De neiging van mensen om verliezen zwaarder te laten wegen dan
vergelijkbare winsten.
Risicoaversie à De algemene voorkeur om situaties met onzekerheid te vermijden,
ongeacht de uitkomst.
Verschil: Verliesaversie focust op het vermijden van verliezen, terwijl risicoaversie betrekking
heeft op het vermijden van onzekerheid, ongeacht of het om mogelijke winsten of verliezen gaat.
Myopic loss aversion à Dat mensen vaak te veel bezig zijn met de korte termijn en bang zijn om
geld te verliezen, zelfs als het op de lange termijn beter zou kunnen uitpakken.
Een voorbeeld van myopic loss aversion is wanneer beleggers hun aandelenportefeuille te vaak controleren en
daardoor bij korte-termijn verliezen geneigd zijn om uit angst voor verder verlies hun beleggingen te verkopen,
zelfs als de lange-termijn vooruitzichten positief zijn.
Equity premium puzzle = De economische paradox dat aandelen historisch gezien een veel
hoger rendement hebben opgeleverd dan risicovrije obligaties, terwijl dit verschil niet verklaard
kan worden door het relatief lage risico van aandelen volgens traditionele economische modellen.
Hier zijn korte uitleggen van mogelijke verklaringen voor de equity premium puzzle:
- Reitz (1988): Stelt dat de equity premium een rationele reactie is op het variërende risico
van een economische catastrofe. Maar de data sinds 1926 bevat al crashes; de vraag is
of crashes alleen aandelen raken.
- Dataset-kenmerk: Het is niet vreemd; tijdsubsets laten vergelijkbare eigenschappen zien.
- Epstein en Zin (1989): Introduceerden niet-verwachte nutsvoorkeuren, maar dit verklaart
slechts een derde van de equity premium.
- Mankiw en Zeldes (1991): Zeggen dat homogene aannames onder investeerders nodig
zijn, maar dit verklaart ook slechts een deel van de equity premium.
- Constantinidis (1990): Model van gewoontes (habit-formation) kan alleen intertemporele
dynamieken verklaren, maar niet de verschillen in gemiddelde rendementen tussen activa
(volgens Ferson en Constantinidis, 1991).
- Bansal en Yaron (2004): Combineren Epstein-Zin-voorkeuren met “business cycles,” wat
een veelbelovende aanpak is om de equity premium en het risicovrije rendement te
verklaren.
Evaluating myolopically = beslissingen op basis van kortetermijnvoordelen zonder rekening te
houden met de langetermijngevolgen à 1 voor 1 (losse loterijen ipv samenvoegen)
Prospect Theory = stelt dat mensen beslissingen nemen op basis van potentiële winsten en
verliezen ten opzichte van een referentiepunt, waarbij ze verliesaversie en irrationele voorkeuren
voor zekerheid vertonen. Kijkt alleen naar verschil.
,Expected Utility Theory = Expected Utility Theory gaat ervan uit dat mensen rationeel kiezen
tussen alternatieven door de uitkomsten te wegen op basis van hun waarschijnlijkheid en hun
verwachte nut te maximaliseren. Kijkt naar totale nut.
Bootstrapping method = een manier om uit een bestaande groep gegevens steeds opnieuw
willekeurige steekproeven te trekken, zodat we beter kunnen inschatten hoe betrouwbaar onze
resultaten zijn, zonder dat we extra gegevens hoeven te verzamelen
Bv. Stel je voor dat je wil weten hoe hoog mensen gemiddeld kunnen springen; met
bootstrapping trek je telkens kleine groepen uit jouw lijst van sprongen, zodat je beter kunt
inschatten wat het echte gemiddelde is zonder nieuwe sprongen te meten.
Benartzi/Thaler (1995): Myopic Loss Aversion and the Equity Premium Puzzle, QJE, 110, 73-92
https://www.nber.org/system/files/working_papers/w4369/w4369.pdf
De 'equity premium puzzle' is het idee dat aandelen op de lange termijn veel beter renderen dan
obligaties, maar dit verschil is moeilijk te verklaren met gewone economische theorieën. Om dit
beter te begrijpen, gebruiken onderzoekers een andere theorie, namelijk de 'prospect theory' van
Kahneman en Tversky. Deze theorie zegt dat mensen verlies erger vinden dan winst even groot
is en dat ze vaak hun investeringen bekijken, zelfs als ze voor de lange termijn investeren. Dit
noemen ze 'myopische verliesaversie', wat betekent dat mensen zich druk maken om korte-
termijnverliezen, zelfs als hun doelen verder weg liggen. Uit simulaties blijkt dat als beleggers hun
portefeuilles jaarlijks beoordelen, de hogere winst van aandelen ten opzichte van obligaties beter
te begrijpen is. Het lijkt erop dat beleggers hun investeringen beoordelen alsof ze maar een jaar
vooruitkijken.
Gneezy, U., Potters, J., (1997). An experiment on risk taking and evaluation periods. Quarterly Journal of Economics
https://academic.oup.com/qje/article-abstract/112/2/631/1870944
De auteurs van deze studie onderzochten of myopische verliesaversie (MLA) kan verklaren
waarom aandelen historisch gezien veel hogere rendementen hebben behaald dan obligaties,
een fenomeen dat bekendstaat als de 'equity premium puzzle'. MLA is de combinatie van het
vermijden van verliezen en het vaak controleren van beleggingen. Dit kan ervoor zorgen dat
mensen te voorzichtig worden met hun investeringen, omdat ze verlies willen vermijden.
Om dit te testen, lieten de onderzoekers twee
groepen mensen risicovolle keuzes maken: de
eerste groep kreeg na elke ronde feedback over
hun resultaten, terwijl de tweede groep pas na
elke drie rondes feedback kreeg. Ze ontdekten
dat de mensen die minder vaak feedback
kregen, meer risico durfden te nemen. Dit wijst
erop dat MLA kan verklaren waarom beleggers
vaak voorzichtiger zijn dan nodig, wat bijdraagt
aan het verschil in rendement tussen aandelen
en obligaties.
Thaler, R., Tversky, A., Kahneman, D., Schwartz, A., (1997). The effect of myopia and loss aversion on risk taking: an
experimental test. Quarterly Journal of Economics, 647–661.
https://academic.oup.com/qje/article-abstract/112/2/647/1870948
De onderzoekers wilden begrijpen waarom aandelen historisch gezien meer winst opleveren dan
obligaties, een fenomeen dat bekendstaat als de 'equity premium puzzle'. Ze dachten
dat myopische verliesaversie - wat betekent dat mensen gevoeliger zijn voor verliezen dan voor
winsten en vaak hun beleggingen controleren - hiervoor een verklaring kan zijn. Ze deden een
experiment waarbij deelnemers moesten kiezen tussen een risicovolle belegging (zoals
aandelen) en een veilige belegging (zoals obligaties). De deelnemers waren verdeeld in vier
groepen, die verschilden in hoe vaak ze feedback kregen over hun investeringsresultaten.
Sommigen kregen ook een aanpassing die verliezen verminderde. De resultaten lieten zien dat
mensen die vaker hun resultaten controleerden, minder risico namen en daardoor minder
verdienden. Dit suggereert dat verliesaversie en het vaak checken van je beleggingen ervoor
zorgen dat mensen voorzichtiger investeren. De onderzoekers concludeerden dat als mensen
minder vaak feedback krijgen of minder vaak hun keuzes mogen aanpassen, dit hen kan helpen
betere investeringsbeslissingen te nemen.
,Haigh, M., List, J., (2005): Do professional traders exhibit myopic loss aversion? an
experimental analysis. The Journal of Finance 523–534.
https://onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1111/j.1540-6261.2005.00737.x
In het experiment moesten zowel studenten als professionele handelaren
risicovolle keuzes maken, zoals investeren in risicovolle of veilige
beleggingen. Sommige deelnemers kregen na elke keuze snel feedback
over hun resultaten, terwijl anderen minder vaak feedback kregen. Het
doel was te zien hoe de frequentie van feedback hun bereidheid om
risico's te nemen beïnvloedde.
De conclusie van het experiment was dat, in tegenstelling tot wat werd
verwacht, professionele handelaren meer last hadden van myopische
verliesaversie (MLA) dan studenten. Dit betekende dat de handelaren, die hun portefeuilles
vaker evalueerden, minder risico durfden te nemen. De onderzoekers suggereerden dat
beleggingsstrategieën die minder vaak feedback geven of de flexibiliteit om snel beslissingen te
veranderen verminderen, de effecten van MLA kunnen helpen verminderen.
Eriksen, K., Kvaloy, O., (2009): Do financial advisors exhibit myopic loss aversion? Journal of Financial Markets and
Portfolio Management, 159–170.
https://link.springer.com/article/10.1007/s11408-009-0124-z
In dit experiment wilden de onderzoekers testen of financiële
adviseurs, net als andere beleggers, vatbaar zijn voor myopische
verliesaversie (MLA), wat betekent dat mensen die hun
beleggingen vaak controleren, minder risico durven te nemen omdat
ze bang zijn voor verliezen. Ze herhaalden een experiment met 50
professionele financiële adviseurs en 160 studenten, waarbij
deelnemers keuzes maakten over investeringen en ze verschillende
keren feedback kregen over hun resultaten. De resultaten lieten zien
dat zowel adviseurs als studenten meer risico durfden te nemen
wanneer ze minder vaak feedback kregen, wat duidt op MLA. Het verrassende was dat dit
effect sterker was bij de financiële adviseurs dan bij de studenten, wat betekent dat ervaring
niet beschermt tegen MLA, maar het zelfs kan versterken.
Donald A. Redelmeier , and Amos Tversky: On the framing of multiple prospects
https://journals.sagepub.com/doi/pdf/10.1111/j.1467-9280.1992.tb00025.x
+ $ 2000
Deze paper onderzoekt hoe mensen beslissingen nemen als ze meerdere
50 %
50 %
- $ 500
gokmogelijkheden hebben. In plaats van alles tegelijk te bekijken, kijken ze naar elke + $ 10000
gok apart, wat soms tot onlogische keuzes leidt. De onderzoekers ontdekten
3%
50 % + $ 2000 + $ 7500
16 %
50 %
- $ 500
bijvoorbeeld dat mensen een gok vaker accepteren als deze meerdere keren wordt 50 % + $ 2000
31 %
31 %
+ $ 5000
+ $ 2500
gespeeld, maar nog vaker als het als één grote kans wordt gepresenteerd. Ook wijzen - $ 500
50 %
16 %
3%
+$ 0
ze vaak een extra gok af als deze wordt toegevoegd aan een reeks, terwijl ze liever + $ 2000
50 %
- $ 2500
50 %
- $ 500
meer gokken als het direct wordt aangeboden. De onderzoekers zeggen dat de manier 50 % + $ 2000
- $ 500
waarop keuzes gepresenteerd worden, invloed heeft op de beslissing, en in sommige
50 %
gevallen, zoals bij medische keuzes, kan het leiden tot slechte keuzes. Acceptance rate: 63% 83%
Advanced Behavioural Finance | Anita Kopányi-Peuker
Benartzi/Thaler (1999): Risk Aversion or Myopia? Choices in Repeated Gambles and Retirement Investments,
Management Science, 45, 364-381.
https://pubsonline.informs.org/doi/abs/10.1287/mnsc.45.3.364
Deze paper onderzoekt hoe mensen keuzes maken als ze herhaaldelijk kunnen gokken of
investeren. De auteurs testen de theorie van "myopische verliesaversie", die zegt dat mensen
zich meer zorgen maken over korte termijn verliezen, zelfs als dit hun lange termijn keuzes slecht
maakt. In de experimenten moesten deelnemers kiezen tussen gokken met een positieve
verwachte waarde of een vast bedrag, of tussen verschillende investeringsopties. Ze ontdekten
dat mensen vaker de gok accepteerden als ze de uiteindelijke uitkomst zagen, in plaats van de
losse gokken, en meer in aandelen investeerden als ze langetermijnrendementen zagen, in
plaats van kortetermijnrendementen. De auteurs concluderen dat mensen de risico's van
herhaalde gokken te groot inschatten, en dat ze betere keuzes kunnen maken als ze de totale
informatie krijgen. Dit betekent dat beleggingsadviseurs beter kunnen helpen door de nadruk te
leggen op lange termijn resultaten en diversificatie.
, 5 apart benoemde papers:
1. Fellner, G., Sutter, M. (2009)
In deze studie onderzochten Fellner en Sutter (2009) of myopische verliesaversie (MLA) vooral
wordt beïnvloed door de lengte van de beleggingshorizon of de frequentie van feedback. Ze
ontdekten dat beide factoren invloed hebben op het risiconiveau van mensen. Wanneer
deelnemers de keuze kregen, gaven ze de voorkeur aan kortere beleggingshorizons en vaker
feedback, wat resulteerde in meer myopisch gedrag (kortetermijngerichtheid). Een effectieve
gedragsinterventie tegen MLA bleek het instellen van lange beleggingshorizons en infrequente
feedback als standaardopties. Dit werkt doordat mensen vaak vasthouden aan de status quo (het
huidige besluit), wat ook wel *status quo bias* wordt genoemd. Door deze inertia
(besluiteloosheid) te benutten, kan gedrag in een gewenste richting worden gestuurd om betere
beslissingen te nemen.
2. Looney, C., Hardin, A. (2009)
Het doel van deze studie was het ontwerpen van een webgebaseerd
beslissingsondersteuningssysteem om toekomstige gepensioneerden te helpen bij het
overwinnen van de neiging om te conservatieve portefeuilles aan te houden, wat te maken heeft
met myopische verliesaversie (MLA). In het online experiment werden drie interventies getest die
gericht waren op het verminderen van myopie:
Informatie horizon (IH): De lengte van de beleggingshorizon werd gevarieerd.
Systeem restrictiviteit: De vrijheid in beslissingen werd aangepast.
Beslissingsbegeleiding: Suggesties werden gegeven om het besluitvormingsproces te
sturen.
De belangrijkste bevindingen waren dat de informatie horizon een sterke invloed had op
risiconemingsgedrag. Wanneer een lange beleggingshorizon werd gepresenteerd, hadden de
andere twee interventies geen significant effect op het risiconemingsgedrag. Bij een korte
beleggingshorizon echter, hadden zowel de interventie van systeemrestrictiviteit als de
beslissingsbegeleiding wel een significant effect, wat suggereert dat het beperken van de horizon
en het geven van begeleiding mensen helpt meer risico te nemen.
3. Beshears, J., Choi, J., Laibson, D., Madrian, B. (2012)
Het doel van deze studie was om te onderzoeken of de effecten van myopische verliesaversie
(MLA) ook standhouden in een realistischere setting. Er werden drie belangrijke problemen van
eerdere studies geïdentificeerd:
1. Stroom van achtergrondinformatie: Deelnemers kregen geen interactie met anderen
en hun aandacht was volledig op het experiment gericht, met volledige controle over de
informatie die ze ontvingen.
2. Lengte van het experiment: Tot dat moment waren alle experimenten slechts één
sessie.
3. Labeling van de activa: Het gebruik van context-vrije etiketten voor de activa
beïnvloedde het gedrag van de deelnemers, doordat zij geen voorkennis hadden.
De belangrijkste bevinding was dat er bijna geen effecten werden gevonden in de
behandelingsdimensies van het experiment. De auteurs merkten op dat er mogelijke problemen
waren met de studie, zoals een laag aantal deelnemers, onduidelijke prikkels en een niet-
representatieve rendementshistorie van de activa.