PSYCHOPATHOLOGIE HCO 1 + zelfstudie
HOOFDSTUK 1: ABNORMALITEIT
Criteria voor abnormaal gedrag (7 factoren):
- Als gedrag waaronder mensen lijden
- Als disfunctioneel gedrag
- Als irrationeel en onbegrijpelijk gedrag
- Als onvoorspelbaar en oncontroleerbaar gedrag
- Als opvallend en onconventioneel gedrag
- Als ongemakkelijk aanvoelend gedrag
- Als norm overschrijdend gedrag
! geen van deze criteria is op zichzelf voldoende en noodzakelijk !
Naarmate:
- Aan meer van deze criteria is voldaan
- Een criterium extremer of frequenter voorkomt
- Meer mensen eensgezind zijn in hun beoordeling van deze criteria
Bestaat er meer evidentie voor abnormaliteit.
! zelden zullen deze criteria allemaal aanwezig zijn !
Wanneer we op basis van die criteria gedrag als abnormaal beschouwen betekent
dit niet noodzakelijk dat er ook een psychische stoornis is!
Psychisch gestoord gedrag impliceert een lijdensdruk en een disfunctioneren
1.1 Gedrag waaronder mensen lijden
UITGANGSPUNT: De betrokkene staat centraal. Hij of zij kan uiteindelijk het best
zelf bepalen wat voor hem/haar nog kan en wat niet.
We noemen gedrag abnormaal wanneer iemand zeer sterk of zeer lang lijdt als
gevolg van problematische emoties zoals:
- Sterke angsten
- Extreme negativiteit
- Gevoel van nooit stoppende ellende
- ….
En van daaruit beslist dat het niet zo verder kan.
De klemtoon ligt dus heel sterk op het individuele en de persoonlijke waardering
door de betrokkene zelf.
Niet elk lijden is abnormaal, we maken in ons leven allemaal gebeurtenissen mee
die ons voor kortere of langere periode leed bezorgen.
Niet elke psychische stoornis gaat gepaard met persoonlijk lijden.
1.2 Disfunctioneel gedrag
1
, PSYCHOPATHOLOGIE HCO 1 + zelfstudie
UITGANGSPUNT: ieder mens heeft in zijn leven verschillende rollen te vervullen.
Iemands welbevinden hangt in belangrijke mate af van of iemand al dan niet
goed die rollen kan vervullen.
We noemen gedrag abnormaal wanneer iemand faalt in het opnemen van de rol:
- Als partner
- Als ouder
- Als werknemer
- …
Een belangrijk criterium om te spreken van een fobie is de mate waarin iemand
nog functioneert in het dagelijkse leven.
Een belangrijk criterium om te spreken van problematisch alcoholmisbruik is de
mate waarin iemand nog functioneert als partner, ouder, werknemer, student, …
Niet elk disfunctioneel gedrag gaat gepaard met een psychische stoornis.
Iemand die altijd te laat komt op zijn werk, disfunctioneert maar is niet psychisch
gestoord.
Een student die in paniek slaat op een examen disfunctioneert maar is niet
psychisch gestoord.
1.3 Irrationeel en onbegrijpelijk gedrag
UITGANGSPUNT: ieder mens gedraagt zich rationeel volgens een zekere logica.
We noemen gedrag abnormaal wanneer iemand zich irrationeel of onlogisch
gedraagt, bizar of onbegrijpelijk gedraagt.
Extreme paranoia = iemand die gelooft dat iedereen om hem heen een
complot tegen hen smeedt, zonder enige logische of feitelijke basis, vertoont
irrationeel gedrag.
Hallucinaties = het zien of horen van dinge die er niet zijn, zoals stemmen die
opdrachten geven of visioenen van niet-bestaande personen, kan als irrationeel
en onbegrijpelijk worden beschouwd.
Het is bijzonder irrationeel of onlogisch, zinloos of onbegrijpelijk, chaotisch of
bizar wanneer iemand zich gaat uithongeren of overeten op gevaar van eigen
leven.
1.4 Onvoorspelbaar en oncontroleerbaar gedrag
UITGANGSPUNT: mensen hebben nood aan voorspelbaarheid en
beheersbaarheid. Mensen voelen zich bedreigd wanneer anderen zich niet
voorspelbaar of oncontroleerbaar gedragen.
We noemen abnormaal gedrag:
- Wanneer mensen zich niet voorspelbaar gedragen
- Wanneer mensen zich ontremd gedragen en zichzelf niet onder controle
hebben
2
, PSYCHOPATHOLOGIE HCO 1 + zelfstudie
- Wanneer mensen de oorzaak of aanleiding van iemand gedrag niet kunnen
achterhalen.
Met Aalst carnaval gedragen de voil janetten zich op maandag niet volgens de
regels en compleet ontremd en toch beschouwd niemand die gedrag als
abnormaal, omdat het gedrag voorspelbaar was en de oorzaak/aanleiding van
het gedrag duidelijk te achterhalen was.
Onvoorspelbare en ongecontroleerde angstaanvallen = iemand die
plotselinge en intense angstaanvallen ervaart zonder duidelijke trigger, zoals
paniekstoornis, vertoont oncontroleerbaar gedrag.
Personen die impulsief handelen zonder na te denken over de gevolgen, zoals
plotselinge woede uitbarstingen, roekeloos rijden of impulsieve aankopen,
kunnen als onvoorspelbaar en oncontroleerbaar worden beschouwd.
1.5 Opvallend en onconventioneel gedrag
UITGANGSPUNT: ieder mens gedraagt zich zoals ik mezelf gedraag en zoals de
meeste mensen zich gedragen.
We noemen gedrag abnormaal:
- Wanneer iemands gedrag sterkt afwijkt van hoe ik mij gedraag
- Wanneer gedrag opvalt
Mensen met veel piercings of tattoos vallen misschien meer op en gedragen zich
onconventioneel. Ze wijken misschien meer af van hoe ik mij gedraag en worden
daarom eerder beschouwd als abnormaal.
Iemand die in een formele zakelijke bijeenkomst plotseling begint te zingen en te
dansen, gedraagt zich opvallend en onconventioneel en wordt daardoor als
abnormaal beschouwd.
1.6 Ongemakkelijk aanvoelend gedrag
UITGANGSPUNT: We weten zo ongeveer wat we van andere mensen kunnen
verwachten en dat stelt ons gerust en zorgt ervoor dat we weten hoe we moeten
reageren.
We noemen gedrag abnormaal wanneer iemand zich gedraagt dat andere
mensen zich hierbij ongemakkelijk gaan voelen en niet weten hoe ze hierop
moeten reageren.
Mensen voelen zich ongemakkelijk en weten niet hoe zich moeten gedragen
wanneer de andere in sociale contacten geen oogcontact maakt.
Mensen voelen zich ongemakkelijk en weten niet hoe zich moeten gedragen
wanneer partners ruzie maken op een openbare plaats.
1.7 Norm overschrijdend gedrag
3
HOOFDSTUK 1: ABNORMALITEIT
Criteria voor abnormaal gedrag (7 factoren):
- Als gedrag waaronder mensen lijden
- Als disfunctioneel gedrag
- Als irrationeel en onbegrijpelijk gedrag
- Als onvoorspelbaar en oncontroleerbaar gedrag
- Als opvallend en onconventioneel gedrag
- Als ongemakkelijk aanvoelend gedrag
- Als norm overschrijdend gedrag
! geen van deze criteria is op zichzelf voldoende en noodzakelijk !
Naarmate:
- Aan meer van deze criteria is voldaan
- Een criterium extremer of frequenter voorkomt
- Meer mensen eensgezind zijn in hun beoordeling van deze criteria
Bestaat er meer evidentie voor abnormaliteit.
! zelden zullen deze criteria allemaal aanwezig zijn !
Wanneer we op basis van die criteria gedrag als abnormaal beschouwen betekent
dit niet noodzakelijk dat er ook een psychische stoornis is!
Psychisch gestoord gedrag impliceert een lijdensdruk en een disfunctioneren
1.1 Gedrag waaronder mensen lijden
UITGANGSPUNT: De betrokkene staat centraal. Hij of zij kan uiteindelijk het best
zelf bepalen wat voor hem/haar nog kan en wat niet.
We noemen gedrag abnormaal wanneer iemand zeer sterk of zeer lang lijdt als
gevolg van problematische emoties zoals:
- Sterke angsten
- Extreme negativiteit
- Gevoel van nooit stoppende ellende
- ….
En van daaruit beslist dat het niet zo verder kan.
De klemtoon ligt dus heel sterk op het individuele en de persoonlijke waardering
door de betrokkene zelf.
Niet elk lijden is abnormaal, we maken in ons leven allemaal gebeurtenissen mee
die ons voor kortere of langere periode leed bezorgen.
Niet elke psychische stoornis gaat gepaard met persoonlijk lijden.
1.2 Disfunctioneel gedrag
1
, PSYCHOPATHOLOGIE HCO 1 + zelfstudie
UITGANGSPUNT: ieder mens heeft in zijn leven verschillende rollen te vervullen.
Iemands welbevinden hangt in belangrijke mate af van of iemand al dan niet
goed die rollen kan vervullen.
We noemen gedrag abnormaal wanneer iemand faalt in het opnemen van de rol:
- Als partner
- Als ouder
- Als werknemer
- …
Een belangrijk criterium om te spreken van een fobie is de mate waarin iemand
nog functioneert in het dagelijkse leven.
Een belangrijk criterium om te spreken van problematisch alcoholmisbruik is de
mate waarin iemand nog functioneert als partner, ouder, werknemer, student, …
Niet elk disfunctioneel gedrag gaat gepaard met een psychische stoornis.
Iemand die altijd te laat komt op zijn werk, disfunctioneert maar is niet psychisch
gestoord.
Een student die in paniek slaat op een examen disfunctioneert maar is niet
psychisch gestoord.
1.3 Irrationeel en onbegrijpelijk gedrag
UITGANGSPUNT: ieder mens gedraagt zich rationeel volgens een zekere logica.
We noemen gedrag abnormaal wanneer iemand zich irrationeel of onlogisch
gedraagt, bizar of onbegrijpelijk gedraagt.
Extreme paranoia = iemand die gelooft dat iedereen om hem heen een
complot tegen hen smeedt, zonder enige logische of feitelijke basis, vertoont
irrationeel gedrag.
Hallucinaties = het zien of horen van dinge die er niet zijn, zoals stemmen die
opdrachten geven of visioenen van niet-bestaande personen, kan als irrationeel
en onbegrijpelijk worden beschouwd.
Het is bijzonder irrationeel of onlogisch, zinloos of onbegrijpelijk, chaotisch of
bizar wanneer iemand zich gaat uithongeren of overeten op gevaar van eigen
leven.
1.4 Onvoorspelbaar en oncontroleerbaar gedrag
UITGANGSPUNT: mensen hebben nood aan voorspelbaarheid en
beheersbaarheid. Mensen voelen zich bedreigd wanneer anderen zich niet
voorspelbaar of oncontroleerbaar gedragen.
We noemen abnormaal gedrag:
- Wanneer mensen zich niet voorspelbaar gedragen
- Wanneer mensen zich ontremd gedragen en zichzelf niet onder controle
hebben
2
, PSYCHOPATHOLOGIE HCO 1 + zelfstudie
- Wanneer mensen de oorzaak of aanleiding van iemand gedrag niet kunnen
achterhalen.
Met Aalst carnaval gedragen de voil janetten zich op maandag niet volgens de
regels en compleet ontremd en toch beschouwd niemand die gedrag als
abnormaal, omdat het gedrag voorspelbaar was en de oorzaak/aanleiding van
het gedrag duidelijk te achterhalen was.
Onvoorspelbare en ongecontroleerde angstaanvallen = iemand die
plotselinge en intense angstaanvallen ervaart zonder duidelijke trigger, zoals
paniekstoornis, vertoont oncontroleerbaar gedrag.
Personen die impulsief handelen zonder na te denken over de gevolgen, zoals
plotselinge woede uitbarstingen, roekeloos rijden of impulsieve aankopen,
kunnen als onvoorspelbaar en oncontroleerbaar worden beschouwd.
1.5 Opvallend en onconventioneel gedrag
UITGANGSPUNT: ieder mens gedraagt zich zoals ik mezelf gedraag en zoals de
meeste mensen zich gedragen.
We noemen gedrag abnormaal:
- Wanneer iemands gedrag sterkt afwijkt van hoe ik mij gedraag
- Wanneer gedrag opvalt
Mensen met veel piercings of tattoos vallen misschien meer op en gedragen zich
onconventioneel. Ze wijken misschien meer af van hoe ik mij gedraag en worden
daarom eerder beschouwd als abnormaal.
Iemand die in een formele zakelijke bijeenkomst plotseling begint te zingen en te
dansen, gedraagt zich opvallend en onconventioneel en wordt daardoor als
abnormaal beschouwd.
1.6 Ongemakkelijk aanvoelend gedrag
UITGANGSPUNT: We weten zo ongeveer wat we van andere mensen kunnen
verwachten en dat stelt ons gerust en zorgt ervoor dat we weten hoe we moeten
reageren.
We noemen gedrag abnormaal wanneer iemand zich gedraagt dat andere
mensen zich hierbij ongemakkelijk gaan voelen en niet weten hoe ze hierop
moeten reageren.
Mensen voelen zich ongemakkelijk en weten niet hoe zich moeten gedragen
wanneer de andere in sociale contacten geen oogcontact maakt.
Mensen voelen zich ongemakkelijk en weten niet hoe zich moeten gedragen
wanneer partners ruzie maken op een openbare plaats.
1.7 Norm overschrijdend gedrag
3