1. Structuur awb.
Algemeen VS bijzonder bestuursrecht.
Indeling Awb (besluitvorming / rechtsbescherming).
Gelaagde structuur:
o Van algemeen naar bijzonder.
o Dubbelingen voorkomen.
o Veel verwijzingen.
o Scheelt papier maar werkt niet fijn.
De algemene bepalingen zijn altijd van toepassing op de bijzondere bepalingen.
Opbouw Awb: gelaagde structuur!
2. Overheid en bevoegdheid.
Trias politica: uitvoerende macht.
Legaliteitsbeginsel (wetgever à uitvoerende macht).
Verbod van détournement de pouvoir: bevoegdheid die je hebt gekregen mag je niet gebruiken voor
een ander doel)
Specialiteitsbeginsel. : een bestuursorgaan mag zijn bevoegdheden alleen gebruiken voor het
doel waarvoor de bevoegdheid is gegeven.
Legaliteitsbeginsel à specialiteitsbeginsel à verbod van détournement de pouvoir.
(3. overheid en bevoegdheid)
1. Attributie. (nieuwe bevoegdheid wordt aan bestuursorgaan toegekend)
2. Delegatie. (bevoegdheid wordt volledig overgedragen, dus ook de verantwoordelijkheid)
3. Mandaat. (bevoegdheid wordt in naam van bestuursorgaan die de taak overdraagt uitgevoerd, de
verantwoordelijkheid blijft liggen bij het bestuursorgaan dat die bevoegdheid overdraagt)
Delegatie en mandaat: langslopen regeling Awb (hoofdstuk 10 Awb) en vergelijken: welke
beïnvloedingsmogelijkheden heeft de mandaatgever/delegans?
,Belang van besluitbegrip.
Wat is een bestuursorgaan?
Artikel 1:1 lid 1 Awb: onder bestuursorgaan word verstaan.
o Sub a (A-orgaan): een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld,
of
o Sub b (B-orgaan): een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.
Grootste voorbeeld verschil tussen A- of B-orgaan: Denk aan APK-keuringsstation.
o Dat is een orgaan in de zin van sub b; Een B-orgaan (een persoon met enig openbaar gezag
bekleed).
3. Bestuursorgaan.
Artikel 1:1 Awb.
o Lid 1 sub a: organisatorische benadering.
o Lid 1 sub b: functionele benadering.
o Lid 2: uitzonderingen.
o Lid 3: uitzondering op de uitzondering.
o (Lid 4: vreemde plek)
Wat is een bestuursorgaan? In andere woorden.
Bestuursorgaan (artikel 1:1 lid 1 Awb), onder bestuursorgaan wordt verstaan.
o Sub a (A-orgaan): Organen die bestuurder zijn van een openbaar lichaam/personen of colleges
die onderdeel zijn van een openbaar lichaam (overheid).
o Sub b (B-orgaan): Natuurlijke personen of privaatrechtelijke rechtspersonen die door de
wetgever zijn aangewezen om een wet uit te voeren.
Nagaan of iets een bestuursorgaan is: Is het college van B en W een A-orgaan?
, (3. Bestuursorgaan)
A-orgaan kenmerken:
o Organisatorische definitie (publiekrechtelijke bevoegdheid geen vereiste).
o Fulltime bestuursorgaan (Awb hoofdstuk 2 altijd van toepassing).
o Drie elementen.
Orgaan.
Van een rechtspersoon.
Die krachtens publiekrecht is ingesteld.
Benoem in tentamen artikel 1:1 Awb, 2:1 BW, maar ook een subartikel dat aangeeft dat het specifiek
gaat over dat het orgaan krachtens publiekrecht is ingesteld. Zie bijvoorbeeld college van B en W
artikel 123 lid 1 Grondwet.
(3. bestuursorgaan)
Eerste element “krachtens publiekrecht ingesteld”
o In het leven geroepen door publiekrechtelijke beslissing.
o Privaatrechtelijke rechtspersonen (in het leven geroepen op grond van Boek 2 BW).
Voorbeelden:
1. Gemeenten en provincies: artikel 123 lid 1 Grondwet: Bij wet kunnen provincies en
gemeenten worden opgeheven en nieuwe ingesteld. Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk
en inkomen.
2. Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen: Artikel 2 lid 1 Wet structuur
uitvoeringsorganisatie werk en inkomen: Er is een uitvoeringsinstituut
werknemersverzekeringen, dat belast is met de taken, bedoeld in hoofdstuk 5.
3. Sociale verzekeringsbank: Artikel 3 lid 1 Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en
inkomen: Er is een sociale verzekeringsbank, die belast is met de taken, bedoeld in hoofdstuk
6.
(3. bestuursorgaan)
Tweede element: rechtspersoonlijkheid.
Op drie manieren:
a. Sui generis.
b. Staat/provincies/gemeenten.
c. Openbare lichamen met verordenende bevoegdheid.
a. Sui generis = simpelweg rechtspersoonlijkheid op grond van de publiekrechtelijke wet; artikel
2:1 lid 2 BW.
Voorbeelden.