Chemie samenvatting
1 Bouwstenen van de materie
Chemie gaat de samenstelling en structuur van materie bestuderen, ook de veranderingen van
materie en de energieveranderingen die gebeuren tijdens de reactie. De materie wordt gekenmerkt
door massa en ruimte (het volume). De bouwstenen van deze materie zijn atomen en zijn de kleinste
deeltjes. Een corpuscule of molecule is een verzameling van zo 2 atomen en is de voorstelling van de
kleinste eenheid van een stof. De atomen van zo een molecule worden samenhouden door een
chemische binding.
De materie bestaat uit verschillende soorten zoals mengsels en zuivere stoffen. Er zijn daar
verschillende onderverdelingen van:
Een zuivere stof is gekenmerkt door bepaalde eigenschappen, zowel fysisch als chemisch. Een fysisch
veschijnsel gaat zijn moleculaire samenstelling helemaal niet veranderen, zoals bij het smelten van
ijs. Bij een chemisch verschijnsel gaat dit wel veranderen. Als je alcohol verbrandt, verandert dit in
water en koolstofdioxide.
Er zijn ook een aantal belangrijke wetten ingesteld bij de basis van chemische reacties:
,De volgende persoon is Dalton. Die kwam met de atoomtheorie op de proppen en heeft daar 4
belangrijke regels bij:
Zijn theorie zal in de 19de eeuw beïndigd worden want die ondeelbare deeltjes zijn ontkracht.
Thomson kwam met kathodestralen die bestaan uit geladen deeltjes, de elektronen. Milikan zorgt
voor de lading en de massa van die elektronen te kunnen bepalen en Rutherford ontdekte dat de
atomen een ijle structuur hebben.
,Atomen worden voorgesteld met een massagetal en een atoomnummer. Het atoomnummer zijn het
aantal protonen in de kern en het massagetal is het aantal protonen en neutronen in de kern (de
nucleonen).
Alle atomen zitten dan opgeslagen in het periodiek systeem:
Van deze atomen kunnen er ook isotopen gemaakt worden. Dat zijn dezelfde atomen met hetzelfde
aantal protonen maar een ander aantal neutronen. De isotopen zijn chemisch nauwlijks te
onderscheiden van elkaar.
Een element is een groep van isotopen. Daarvan komt een percentage van een isotoop in voor, wat
de natuurlijk abundantie is.
,
,De massa van een isotoop of een atoom kunnen we bepalen. Ze zijn klein en hebben een eigen
massa-eenheid, zijnde u. De atoommassa eenheid u= 1/12 van een C12 isotoop= 1,66 x 10-27.
De massa van een element is de som van de abundanties van de isotopen.
Heel van de kernen zijn stabiel, dat er 271. Maar er zijn ook 71 onstabiele kernen. Die onstabiele
isotopen gaan dan een radioactief verval tonen, gepaard met 3 soorten straling:
In het periodiek systeem zijn er ook edelgassen die mono-atomisch gebonden. Zuivere stoffen zijn
stoichiometrisch gebonden. Verder zijn er nog andere bindingssoorten:
,Met al deze bindingen moeten we het atoom of stof ook kunnen voorstellen in de ruimte. Voor de
bindingen hebben we daarvoor de valentie-elektronen uitgevonden. Dat zijn de elektronen op de
buitenste schil en bepalen het chemisch gedrag en de chemische bindingen van het element. Een
bolletje is een ongepaard valentie-elektron en een streepje is een gebonden valentie-elekronenpaar.
Dit is nodig om te streven naar de stabielste toestand die we de edelgasconfiguratie noemen. Darabij
hebben we een octetregel (met 8 valentie-elektronen) en een duetregel (met 2 valentie-elektronen),
dat laatste vooral voor H.
Dit zijn zuivere covalente bindingen:
De gepolariseerde covalente binding heeft te maken met de EN, de elektronegativiteitswaarde. Dat is
de aantrekkingskracht tussen van u atoom op het elektronenpaar. Dit gaat van 0,7 tot 4,0, dus van
francium tot fluor.
,De ruimtelijke structuur van een molecule wordt gemaakt door de VSEPR-theorie. Dit gaat over de
afstand tussen de atomen onderling en de elektronenparen rond het atoom dat zo groot mogelijk
moet zijn. Dit wordt bepaald door het sferisch getal SG. Dat is de som van bindingen en de vrije
elektronenparen.
,
,
,
1 Bouwstenen van de materie
Chemie gaat de samenstelling en structuur van materie bestuderen, ook de veranderingen van
materie en de energieveranderingen die gebeuren tijdens de reactie. De materie wordt gekenmerkt
door massa en ruimte (het volume). De bouwstenen van deze materie zijn atomen en zijn de kleinste
deeltjes. Een corpuscule of molecule is een verzameling van zo 2 atomen en is de voorstelling van de
kleinste eenheid van een stof. De atomen van zo een molecule worden samenhouden door een
chemische binding.
De materie bestaat uit verschillende soorten zoals mengsels en zuivere stoffen. Er zijn daar
verschillende onderverdelingen van:
Een zuivere stof is gekenmerkt door bepaalde eigenschappen, zowel fysisch als chemisch. Een fysisch
veschijnsel gaat zijn moleculaire samenstelling helemaal niet veranderen, zoals bij het smelten van
ijs. Bij een chemisch verschijnsel gaat dit wel veranderen. Als je alcohol verbrandt, verandert dit in
water en koolstofdioxide.
Er zijn ook een aantal belangrijke wetten ingesteld bij de basis van chemische reacties:
,De volgende persoon is Dalton. Die kwam met de atoomtheorie op de proppen en heeft daar 4
belangrijke regels bij:
Zijn theorie zal in de 19de eeuw beïndigd worden want die ondeelbare deeltjes zijn ontkracht.
Thomson kwam met kathodestralen die bestaan uit geladen deeltjes, de elektronen. Milikan zorgt
voor de lading en de massa van die elektronen te kunnen bepalen en Rutherford ontdekte dat de
atomen een ijle structuur hebben.
,Atomen worden voorgesteld met een massagetal en een atoomnummer. Het atoomnummer zijn het
aantal protonen in de kern en het massagetal is het aantal protonen en neutronen in de kern (de
nucleonen).
Alle atomen zitten dan opgeslagen in het periodiek systeem:
Van deze atomen kunnen er ook isotopen gemaakt worden. Dat zijn dezelfde atomen met hetzelfde
aantal protonen maar een ander aantal neutronen. De isotopen zijn chemisch nauwlijks te
onderscheiden van elkaar.
Een element is een groep van isotopen. Daarvan komt een percentage van een isotoop in voor, wat
de natuurlijk abundantie is.
,
,De massa van een isotoop of een atoom kunnen we bepalen. Ze zijn klein en hebben een eigen
massa-eenheid, zijnde u. De atoommassa eenheid u= 1/12 van een C12 isotoop= 1,66 x 10-27.
De massa van een element is de som van de abundanties van de isotopen.
Heel van de kernen zijn stabiel, dat er 271. Maar er zijn ook 71 onstabiele kernen. Die onstabiele
isotopen gaan dan een radioactief verval tonen, gepaard met 3 soorten straling:
In het periodiek systeem zijn er ook edelgassen die mono-atomisch gebonden. Zuivere stoffen zijn
stoichiometrisch gebonden. Verder zijn er nog andere bindingssoorten:
,Met al deze bindingen moeten we het atoom of stof ook kunnen voorstellen in de ruimte. Voor de
bindingen hebben we daarvoor de valentie-elektronen uitgevonden. Dat zijn de elektronen op de
buitenste schil en bepalen het chemisch gedrag en de chemische bindingen van het element. Een
bolletje is een ongepaard valentie-elektron en een streepje is een gebonden valentie-elekronenpaar.
Dit is nodig om te streven naar de stabielste toestand die we de edelgasconfiguratie noemen. Darabij
hebben we een octetregel (met 8 valentie-elektronen) en een duetregel (met 2 valentie-elektronen),
dat laatste vooral voor H.
Dit zijn zuivere covalente bindingen:
De gepolariseerde covalente binding heeft te maken met de EN, de elektronegativiteitswaarde. Dat is
de aantrekkingskracht tussen van u atoom op het elektronenpaar. Dit gaat van 0,7 tot 4,0, dus van
francium tot fluor.
,De ruimtelijke structuur van een molecule wordt gemaakt door de VSEPR-theorie. Dit gaat over de
afstand tussen de atomen onderling en de elektronenparen rond het atoom dat zo groot mogelijk
moet zijn. Dit wordt bepaald door het sferisch getal SG. Dat is de som van bindingen en de vrije
elektronenparen.
,
,
,
