Sociaal methodisch werken: verdiepen en verbreden samenvatting
Herhaling leerstof:
1
, Inleiding in de algemene systeemtheorie (AST)
Belang van Belang van systemische kijk als hulpverlener:
de kijk Elke student brengt een uniek referentiekader mee, beweegt in diverse systemen
- Ken jij jouw systeem/systemen waarin jij beweegt?
Zo ja, welke zijn deze systemen?
- Welke waarden, normen, regels… zijn inherent aan elk systeem?
- Staat jouw systemen open voor invloed vanuit de omgeving of zijn er starre grenzen?
- Op welke manier vinden de interacties plaats binnen jouw systeem?
Reflectie op het eigen systeem helpt studenten om:
- Patronen in zichzelf te herkennen
- Te begrijpen hoe hun systeem botst of aansluit bij dat van de cliënt
- Meer open en contextgevoelig te werken
- Alerter te zijn voor tegenoverdracht
Syteem heeft verschillende regels, in bepaalde omgeving ga je anders gedragen dan in ander syteem/
omgeving. Bv iets zeggen krak-boem bij de scouts maar thuis als je krak zou horen ga je geen boem
zeggen want je weet is apart en een ander systeem.
De systemische benadering helpt studenten om deze lagen te ontdekken:
- Welke normen en waarden spelen mee in het systeem van de cliënt?
- Hoe ziet dit systeem/systemen eruit? Hoe is dit gegroeid? Hoe wordt er gecommuniceerd binnen
deze systemen?
- Minder vlug een waardeoordeel uit te spreken
De verbinding in praktijk en reflectie: Een student die systemisch leert denken en reflecteren op zijn
eigen systeem:
- Herkent dat zijn kijk niet neutraal is
- Kan normatieve spanningen benoemen (bv. autonomie vs. zorg)
- Leert om niet te oordelen, maar te verkennen
- Bouwt aan een gelijkwaardige relatie met de cliënt
Link gelegd worden tussen de theorie, het eigen verhaal en het verhaal van de cliënt
De verbinding in praktijk en reflectie
Een student die systemisch leert denken en reflecteren op zijn eigen systeem:
- Herkent dat zijn kijk niet neutraal is
- Kan normatieve spanningen benoemen (bv. autonomie vs. zorg)
- Leert om niet te oordelen, maar te verkennen
- Bouwt aan een gelijkwaardige relatie met de cliënt
Vertrouwvoll Een aanzet tot een vertrouwensvolle hulpverlening: systeemgerichte methode
e - Wijze van kijken naar menselijk welzijn en onwelzijn
hulpverlenin - Bril geeft richting aan jouw ‘kijk’ op problemen van mensen
g - Wat je wel en niet ziet
- Doorheen de geschiedenis nieuwe denkmodellen
Jouw kennis en ervaring beinvloed je kijk op bepaalde dingen
- Ga na wat is de hulpvraag in de casus?
- Welke zijn mogelijke hypotheses?
- Wie heeft er ‘last’ van?
- Wie is de aanmelder?
Casus 1: katrien (zie voor andere vb dia 12, 13..)
Enkele jaren geleden werd een meisje van 13 jaar verwezen naar het JAC. De ouders maakten zich zorgen
om haar welzijn en haar eetgewoonten. 3 maanden geleden is haar oma onverwachts overleden op 72-
jarige leeftijd.
Ze was vaak somber, at steeds slechter, had bijna geen vriendinnen meer en haar ouders konden moeilijk
contact maken met haar. Steeds vaker trok ze zich terug op haar kamer. Haar schoolresultaten werden
steeds slechter. Bij aanmelding vertoonde ze dit gedrag ruim driekwart jaar.
Thuis is de regel dat er niet gesproken wordt over overledenen, het heeft immers geen nut om in het
verleden te leven, enkel de toekomst is belangrijk. Er staan dan ook nergens meer foto’s van oma, er
2
, worden geen herinnering opgehaald, …
De ouders hechten ook veel belang aan goede schoolresultaten aangezien zij beiden universitaire studies
gedaan hebben. Vaak zijn ze teleurgesteld over de schoolresultaten van Katrien,
De ouders hebben bij hun dokter aangegeven dat het rouwproces moeilijk verloopt en hun dochter zichzelf
vaak verwaarloost (persoonlijke hygiëne, slechte eetgewoonten, veel tijd op gsm, spreekt niet meer af met
vrienden, …)
De hulpvraag van de ouders en de dokter is om haar te begeleiden en te ondersteunen in haar
rouwverwerkingsproces. De dokter gaat haar medisch verder opvolgen.
Klasbespreking:
De band met de oma? Zinsgeving? Gevoelens?
Hypothese: katrien kan het geen plekje geven en heeft een slechte copingsmechanisme
Hulpvraag;
- Katrien heeft last van het rouwproces/ verwerking, volgens ouders moet jac hiermee aan de slag.
- Ook lichamelijk klachten (zelfzorg),
- Voelt zich eenzaam (niet spreken over gevoelens),
- Eetgewoontes,
- Haar school resultaten zijn ook deel van de hulpvraag want systeem van katrien (ouders) hebben
andere visie op schoolresultaten en zijn ze ‘minder” goede resultaten niet gewend, misschien
geslaagd maar niet hoog genoeg dus gesprek met ouders hierover.
- Emotieregulatie,
- Communicatie binnen gezin
Vragen te stellen aan katrien:
- In welke mate word er gesproken over overledene en welke impact heeft dit op haar
Hulpverlenin Hulpverlening- evolutie in paradigma’s:
g evolutie Paradigma: algemeen aanvaard denkkader van een bepaalde tijd, hierop worden verdere theorieën
ontwikkeld. Door heen de geschiedenis ontwikkelen zich nieuwe denkmodellen, ook op terrein van
hulpverlening
Hulpverleningsmodellen: “evolutie”:
Persoonsgerichte paradigma
- Oorzaak-gevolg denken = lineair causale denkmodel
- Psychologie:
Behaviorisme (stimulus-respons) – psychoanalyse – humanistische psychologie (Rogers = cliënt
centered)
Oorsprong medisch discours van behandeling en diagnose (oorzaak – gevolg)
Wisselwerkingsgerichte paradigma
- Circulaire causaliteit (altijd beïnvloeden, is constant) + systeemdenken
Als je gedrag van bv katrien wilt begrijpen, dan moet je haar systeem leren
Oorzaak-gevolg begrijpen,
denken is hetalles
lineair
beinvloed elkaar. Bv kinderpsychologe werkt hele sessie
causalemetdenkmodel:
kind en laatste 10min met ouder
erbij want syteem hoort er ook bij.
Medische model
Niet alles op katrien duwen, niet dat ze niet goed eet en
jeProbleemgerichte
zegt alles is gwn opgelost
modelals ze goed
(Social
eet. Nee systeem speelt ook een rol, niet alle schuld op de client duwen.
Paradigma: casework)
Wisselwerkingsgericht denken is
circulaire causaliteit:
Systeemtheorie
Communicatietheorie
Structurele benadering (gezin als
structuur)
Contextuele benadering
Hoe kunnen we de vooruitgang meten, hoe kunnen wij
(intergenerationele
of je omgeving merken dat er verandering is. bv ik zou
verbondenheid)
dan rust in mn hoofd hebben, rust vinden in bv co -
ouderschap en kinderverzorging. (bepaalde doelen Oplossingsgerichte benadering
waar je naartoe wil werken)
3
, Casuïstiek
Eclectische integratieve benadering:
Beiden benaderingen zijn goed om naar een hulpvraag of situatie van een cliënt en zijn omgeving te kijken
- Heb ik alles in de kamer gekregen?
- De complexiteit van een situatie is niet altijd te vatten vanuit één theorie
Eclectisch integratief is vereist van de hulpverlener
- Eclectisch: systematisch integreren van elementen uit diverse theorieën
- Integratief: uw aanpak is een integratie van verschillende denkmodellen, werkwijzen, technieken
en strategieën
Systeemgerichte methoden in de hulpverlening
Uitgangspun Theoretische uitgangspunten AST
ten Systeemtheorie= uitgangspunten toegepast in verschillende
wetenschapsgebieden.
Gestaltpsychologie:
- Uitgaan van gehelen – geheel is meer dan de som van de delen
Cliënt zien in het geheel van al zijn systemen
- Onderscheid tussen voorgrond en achtergrond; als we waarnemen zien we altijd 1 figuur
scherp en een ander figuur minder scherp, je kan nooit beide figuren scherp zien
Hulpverlening richten op cliënt, gezin cliënt achtergrond daarna richten op gezin, leden van het
4
Herhaling leerstof:
1
, Inleiding in de algemene systeemtheorie (AST)
Belang van Belang van systemische kijk als hulpverlener:
de kijk Elke student brengt een uniek referentiekader mee, beweegt in diverse systemen
- Ken jij jouw systeem/systemen waarin jij beweegt?
Zo ja, welke zijn deze systemen?
- Welke waarden, normen, regels… zijn inherent aan elk systeem?
- Staat jouw systemen open voor invloed vanuit de omgeving of zijn er starre grenzen?
- Op welke manier vinden de interacties plaats binnen jouw systeem?
Reflectie op het eigen systeem helpt studenten om:
- Patronen in zichzelf te herkennen
- Te begrijpen hoe hun systeem botst of aansluit bij dat van de cliënt
- Meer open en contextgevoelig te werken
- Alerter te zijn voor tegenoverdracht
Syteem heeft verschillende regels, in bepaalde omgeving ga je anders gedragen dan in ander syteem/
omgeving. Bv iets zeggen krak-boem bij de scouts maar thuis als je krak zou horen ga je geen boem
zeggen want je weet is apart en een ander systeem.
De systemische benadering helpt studenten om deze lagen te ontdekken:
- Welke normen en waarden spelen mee in het systeem van de cliënt?
- Hoe ziet dit systeem/systemen eruit? Hoe is dit gegroeid? Hoe wordt er gecommuniceerd binnen
deze systemen?
- Minder vlug een waardeoordeel uit te spreken
De verbinding in praktijk en reflectie: Een student die systemisch leert denken en reflecteren op zijn
eigen systeem:
- Herkent dat zijn kijk niet neutraal is
- Kan normatieve spanningen benoemen (bv. autonomie vs. zorg)
- Leert om niet te oordelen, maar te verkennen
- Bouwt aan een gelijkwaardige relatie met de cliënt
Link gelegd worden tussen de theorie, het eigen verhaal en het verhaal van de cliënt
De verbinding in praktijk en reflectie
Een student die systemisch leert denken en reflecteren op zijn eigen systeem:
- Herkent dat zijn kijk niet neutraal is
- Kan normatieve spanningen benoemen (bv. autonomie vs. zorg)
- Leert om niet te oordelen, maar te verkennen
- Bouwt aan een gelijkwaardige relatie met de cliënt
Vertrouwvoll Een aanzet tot een vertrouwensvolle hulpverlening: systeemgerichte methode
e - Wijze van kijken naar menselijk welzijn en onwelzijn
hulpverlenin - Bril geeft richting aan jouw ‘kijk’ op problemen van mensen
g - Wat je wel en niet ziet
- Doorheen de geschiedenis nieuwe denkmodellen
Jouw kennis en ervaring beinvloed je kijk op bepaalde dingen
- Ga na wat is de hulpvraag in de casus?
- Welke zijn mogelijke hypotheses?
- Wie heeft er ‘last’ van?
- Wie is de aanmelder?
Casus 1: katrien (zie voor andere vb dia 12, 13..)
Enkele jaren geleden werd een meisje van 13 jaar verwezen naar het JAC. De ouders maakten zich zorgen
om haar welzijn en haar eetgewoonten. 3 maanden geleden is haar oma onverwachts overleden op 72-
jarige leeftijd.
Ze was vaak somber, at steeds slechter, had bijna geen vriendinnen meer en haar ouders konden moeilijk
contact maken met haar. Steeds vaker trok ze zich terug op haar kamer. Haar schoolresultaten werden
steeds slechter. Bij aanmelding vertoonde ze dit gedrag ruim driekwart jaar.
Thuis is de regel dat er niet gesproken wordt over overledenen, het heeft immers geen nut om in het
verleden te leven, enkel de toekomst is belangrijk. Er staan dan ook nergens meer foto’s van oma, er
2
, worden geen herinnering opgehaald, …
De ouders hechten ook veel belang aan goede schoolresultaten aangezien zij beiden universitaire studies
gedaan hebben. Vaak zijn ze teleurgesteld over de schoolresultaten van Katrien,
De ouders hebben bij hun dokter aangegeven dat het rouwproces moeilijk verloopt en hun dochter zichzelf
vaak verwaarloost (persoonlijke hygiëne, slechte eetgewoonten, veel tijd op gsm, spreekt niet meer af met
vrienden, …)
De hulpvraag van de ouders en de dokter is om haar te begeleiden en te ondersteunen in haar
rouwverwerkingsproces. De dokter gaat haar medisch verder opvolgen.
Klasbespreking:
De band met de oma? Zinsgeving? Gevoelens?
Hypothese: katrien kan het geen plekje geven en heeft een slechte copingsmechanisme
Hulpvraag;
- Katrien heeft last van het rouwproces/ verwerking, volgens ouders moet jac hiermee aan de slag.
- Ook lichamelijk klachten (zelfzorg),
- Voelt zich eenzaam (niet spreken over gevoelens),
- Eetgewoontes,
- Haar school resultaten zijn ook deel van de hulpvraag want systeem van katrien (ouders) hebben
andere visie op schoolresultaten en zijn ze ‘minder” goede resultaten niet gewend, misschien
geslaagd maar niet hoog genoeg dus gesprek met ouders hierover.
- Emotieregulatie,
- Communicatie binnen gezin
Vragen te stellen aan katrien:
- In welke mate word er gesproken over overledene en welke impact heeft dit op haar
Hulpverlenin Hulpverlening- evolutie in paradigma’s:
g evolutie Paradigma: algemeen aanvaard denkkader van een bepaalde tijd, hierop worden verdere theorieën
ontwikkeld. Door heen de geschiedenis ontwikkelen zich nieuwe denkmodellen, ook op terrein van
hulpverlening
Hulpverleningsmodellen: “evolutie”:
Persoonsgerichte paradigma
- Oorzaak-gevolg denken = lineair causale denkmodel
- Psychologie:
Behaviorisme (stimulus-respons) – psychoanalyse – humanistische psychologie (Rogers = cliënt
centered)
Oorsprong medisch discours van behandeling en diagnose (oorzaak – gevolg)
Wisselwerkingsgerichte paradigma
- Circulaire causaliteit (altijd beïnvloeden, is constant) + systeemdenken
Als je gedrag van bv katrien wilt begrijpen, dan moet je haar systeem leren
Oorzaak-gevolg begrijpen,
denken is hetalles
lineair
beinvloed elkaar. Bv kinderpsychologe werkt hele sessie
causalemetdenkmodel:
kind en laatste 10min met ouder
erbij want syteem hoort er ook bij.
Medische model
Niet alles op katrien duwen, niet dat ze niet goed eet en
jeProbleemgerichte
zegt alles is gwn opgelost
modelals ze goed
(Social
eet. Nee systeem speelt ook een rol, niet alle schuld op de client duwen.
Paradigma: casework)
Wisselwerkingsgericht denken is
circulaire causaliteit:
Systeemtheorie
Communicatietheorie
Structurele benadering (gezin als
structuur)
Contextuele benadering
Hoe kunnen we de vooruitgang meten, hoe kunnen wij
(intergenerationele
of je omgeving merken dat er verandering is. bv ik zou
verbondenheid)
dan rust in mn hoofd hebben, rust vinden in bv co -
ouderschap en kinderverzorging. (bepaalde doelen Oplossingsgerichte benadering
waar je naartoe wil werken)
3
, Casuïstiek
Eclectische integratieve benadering:
Beiden benaderingen zijn goed om naar een hulpvraag of situatie van een cliënt en zijn omgeving te kijken
- Heb ik alles in de kamer gekregen?
- De complexiteit van een situatie is niet altijd te vatten vanuit één theorie
Eclectisch integratief is vereist van de hulpverlener
- Eclectisch: systematisch integreren van elementen uit diverse theorieën
- Integratief: uw aanpak is een integratie van verschillende denkmodellen, werkwijzen, technieken
en strategieën
Systeemgerichte methoden in de hulpverlening
Uitgangspun Theoretische uitgangspunten AST
ten Systeemtheorie= uitgangspunten toegepast in verschillende
wetenschapsgebieden.
Gestaltpsychologie:
- Uitgaan van gehelen – geheel is meer dan de som van de delen
Cliënt zien in het geheel van al zijn systemen
- Onderscheid tussen voorgrond en achtergrond; als we waarnemen zien we altijd 1 figuur
scherp en een ander figuur minder scherp, je kan nooit beide figuren scherp zien
Hulpverlening richten op cliënt, gezin cliënt achtergrond daarna richten op gezin, leden van het
4