Deel 3: minderjarige
H1. Handelingsonbekwaamheid minderjarige
Handelingsonbekwaamheid – begrip
o Handelingsonbekwaam = volgens het recht niet in staat zijn
rechtshandelingen te stellen/ het niet mogen uitoefenen van eigen
rechten & plichten
Vb. rechtshandeling: het ondertekenen van een contract
Vb. onbekwaamheid: minderjarige persoon
o Wilsonbekwaam = niet in staat zijn in het nemen van beslissingen
Vb. demente persoon
Vormen handelingsonbekwaamheid
o Volledig = handeling wordt niet uitgevoerd door persoon zelf =
vertegenwoordiging
o Beperkte = delen van de handeling gebeuren niet door de persoon zelf =
toestemming
Volledige handelingsonbekwaamheid
o Algemeen principe
Minderjarige kunnen geen geldige rechtshandelingen stellen
De ouders/voogd treden op als wettelijke vertegenwoordigers
o Machtigingsvereiste
= voor dat ouders handelingen mogen doen voor hun kind volgens art.
378 oud BW. Moeten ze een machtiging krijgen van de vrederechter
Afhalen gelden?
• Spaar- of zichtrekening mag
• Onbeschikbare rekening mag niet
- Krachtens rechterlijke beslissing (379 oud BW)
- Op grond van nalatenschap (4.40 § 2 BW)
- Op grond van verzekeringsovereenkomst (68 Wet
Verzekeringen 4 april 2014)
Verkoop onroerend goed minderjarige?
• machtiging vrederechter + openbare verkoop (art. 1186 Ger.W.)
• verkoop uit de hand, bijkomende machtiging vrederechter
(art.1193 Ger.W.)
o Belangentegenstelling
met één ouder → andere ouder vertegenwoordigt
met beide ouders → voogd ad hoc aangesteld
o sancties bij het niet naleven van de regels:
Ouders handelen zonder vereiste machtiging absolute nietigheid
Minderjarige handelt zelfstandig relatieve nietigheid
Beperkte handelingsonbekwaamheid
o Minderjarige handelt zelf, maar niet zelfstandig
o Behoeft toestemming of bijstand van ouders
, Personen & familie recht
o 3 vormen:
Bijstand: Ouders treden mee op met de minderjarige
• Vb. huwelijkscontract sluiten, wijziging voornaam/gender
Instemming: Minderjarige handelt alleen, maar heeft toestemming
nodig
• Vb. huwelijk, arbeidsovereenkomst, euthanasie
Verzet: Minderjarige handelt zelfstandig, maar ouders kunnen
zich verzetten
• Vb. loon zelf ontvangen, geld afhalen van spaarrekening onder
125 euro/maand
H2. Ouderlijke rechten & plichten
2.1. Ouderlijk gezag art. 372 oud BW.
Bestanddelen:
1. Recht op persoonlijk contract
Wanneer ouders samenleven leeft kind samen in gezinsverband
Wanneer ouders niet samenleven:
• verdeeld verblijf verblijfsregeling
• exclusief verblijf contact- of omgangsregeling
- alleen weigeren om bijzonder ernstige redenen
2. gezag over het kind
Verblijfsrecht: Ouders hebben het recht om het kind bij zich te
hebben en te bepalen waar het kind verblijft
• Ouders mogen beslissen dat het kind bij hen woont
• Bij een echtscheiding of relatiebreuk wordt er
een verblijfsregeling vastgelegd (co-ouderschap, hoofdverblijf bij
één ouder, enz.)
Kind bij zich hebben & afgifte vorderen: Ouders mogen het kind fysiek
bij zich houden
• Indien het kind onrechtmatig door iemand anders wordt
vastgehouden, kunnen de ouders via de rechter de afgifte van het
kind vorderen
Zorgrecht: Ouders hebben het recht én de plicht om het kind dagelijks
te verzorgen en op te voeden
• Dit omvat onder meer voeding, kleding, hygiëne, veiligheid en
structuur
Dagelijkse opvoeding en zorg: Ouders mogen beslissingen nemen over
het dagelijkse leven van het kind
• Vb.: schoolactiviteiten, vrije tijd, eetgewoonten, bedtijd, gebruik
van gsm of sociale media
Belangrijke beslissingen (art. 374 § 1, tweede lid oud BW)
• Gezondheid: medische behandelingen, therapieën
• Opvoeding & opleiding: schoolkeuze, onderwijsrichting
• Ontspanning: sportclubs, vakanties, hobby’s met impact