(202000260)
De samenvatting is gebasseerd op de voorgeschreven literatuur + slides.
Key terms zijn in het Engels verwerkt en theorie in het Nederlands.
Lecture 2 - Modernist organization theory 1: early
modernist organization principles
Wat is Modernism?
Modernism is het geloof dat zowel de natuur als de sociale wereld
geordend, voorspelbaar en beheersbaar zijn door reason and science.
De moderne organisatie wordt gezien als een rational system dat
efficiënt kan worden ontworpen en bestuurd via objectieve kennis, analyse
en controle.
Doel: orde scheppen in chaos → organisaties als “machines”.
Kernidee: Orde, rationaliteit en stabiliteit zijn de sleutels om een steeds
veranderende wereld te beheersen.
Rationality
Het uitgangspunt van de modernistische organisatie is rational decision-
making: keuzes gebaseerd op logica, niet op emotie.
Het mensbeeld is dat van de Homo Economicus een individu dat
rationeel kosten en baten afweegt.
Doelen van rationaliteit in organisaties
Efficiënt gebruik van middelen
Consistente besluitvorming
Maximale productiviteit
Beperkingen (critique)
In werkelijkheid is rationaliteit beperkt (bounded rationality –
Simon): beslissers hebben niet alle informatie.
Te veel nadruk op rationaliteit kan menselijke factoren uitsluiten.
Bureaucracy (Max Weber)
Weber beschouwde bureaucracy als de meest rationele en efficiënte
organisatievorm in moderne samenlevingen.
Kenmerken (ideal type)
1. Division of labour – duidelijke taakverdeling en bevoegdheden.
2. Hierarchy of offices – duidelijke gezagsstructuur.
3. Rule-based decision making – regels bepalen gedrag.
4. Impersonality – beslissingen zonder persoonlijke voorkeur.
, 5. Written documents – archivering voor transparantie.
6. Merit system – selectie en promotie op basis van competentie.
Voordelen
Efficiëntie, duidelijkheid, voorspelbaarheid.
Controleerbaarheid (accountability).
Kritiek (“Iron Cage”)
Red tape & inefficiency: te veel regels.
Goal displacement: regels belangrijker dan doelen.
Dehumanization: mensen worden nummers.
Resistance to change: rigide en inflexibel.
Weber noemde dit de “iron cage of rationality”: orde wordt bereikt maar
tegen de prijs
van menselijkheid en vrijheid.
Exam Tip
Weber’s bureaucratie = rational, rule-based, hierarchical,
meritocratic, impersonal.
Niet = democratisch, flexibel, of participatief.
Scientific Management (Frederick W. Taylor)
Taylor wilde werk wetenschappelijk optimaliseren – Scientific
Management (1911).
Basisprincipes
1. Werk opsplitsen in eenvoudige, herhaalbare taken (division of
labour).
2. Voor elke taak bestaat één beste manier – the one best way.
3. Managers denken en plannen, arbeiders voeren uit.
4. Werknemers worden gemotiveerd door monetary incentives.
5. Samenwerking tussen management en arbeiders is essentieel.
Methoden
Time and Motion Studies: elke beweging meten → efficiëntste
werkwijze vinden.
Scientific observation: meten = weten → rationaliseren van
arbeid.
Effecten
Hogere productiviteit en lagere kosten.
Maar → vervreemding, verlies van autonomie, en “human robots”.
Mass Production (Henry Ford)
Fordism bouwt voort op Taylor.
Invoering van de assembly line (1913) → auto’s in 93 minuten
geproduceerd.
, Kenmerken
Standardization – identieke onderdelen en producten.
Integration – grondstoffen, arbeid en distributie in één systeem.
Coordination – continue stroom van productie.
Impact
Revolutie in industriële efficiëntie.
Maar werk werd repetitief, monotoon en vervreemdend
(alienation).
Taylorism Today – McDonaldization (Ritzer, 1993)
Taylorism leeft voort in moderne organisaties – vaak aangeduid
als McDonaldization:
Vier dimensies
1. Efficiency – de snelste manier om een doel te bereiken.
2. Calculability – focus op meetbare resultaten.
3. Predictability – standaardisatie van producten en processen.
4. Control – gedrag van werknemers via technologie en regels.
Ook wel Digital Taylorism: AI-gedreven surveillance en
prestatiemeting.
Voordelen vs. Nadelen van Taylorism
Voordelen
Hogere productiviteit.
Lagere kosten / hogere winsten.
Consistente kwaliteit.
Duidelijke taken en rollen.
Nadelen
Repetitieve, saaie arbeid.
Deskilling – verlies van creativiteit en inzet.
Burn-out door hoge controle.
Scheiding tussen denken (managers) en doen (werkers).
Samenvattend – de Essentie van Early Modernist Organization
Theory
Kernbegrip (Engels) Betekenis in context
Geloof in vooruitgang door rede,
Modernism
wetenschap, orde
Besluitvorming op basis van logica en
Rationality
efficiëntie
Geformaliseerd systeem voor orde en
Bureaucracy
controle
Taylorism Systematische optimalisatie van arbeid