Inspanningsfysiologie
Hoofdstuk 1: Brandstof voor de spieren
Bij het opnemen van voedsel worden er verschillende stoffen; eiwitten, vetten, koolhydraten
omgezet naar het bloed, hier in het bloed worden deze stoffen getransporteerd in een andere vorm
bv: glycogeen (opgeslagen als lever-/ spierglycogeen) → bloedglucose. Of de stoffen worden
opgeslagen in de cellen. Het ‘afval’ dat niet kan worden opgenomen in het bloed wordt verder
gestuurd en na een tijdje uit ons lichaam verwijderd.
, → Calorieën (cal) of Joules
→ 1 cal= hoeveelheid warmte (energie) nodig om 1gr H2O van
14.5°C op te warmen tot 15°C
I. Energie uit voeding opladen dmv ATP
Energie uit moleculaire binding in energierijke substraten voeding:
= vetten/ eiwitten/ koolhydraten
Niet direct bruikbaar en weinig energie (laag-energetische bindig)
Opslag in ATP (= vorming v ATP)
Adenosinetrifosfaat
(hoogenergetische binding)
In rust
- Door gelijktijdig afbraak van KH en vetten
Intensieve inspanning van korte duur
- Door vooral afbraak van KH en in mindere mate vetten
Intensieve inspanning van lange duur
- Door zowel KH als vetten
Koolhydraten= C6H12O6
Soorten
koolhydraten
enkelvoudige
meervoudige
en tweevoudige
KH
KH
verteerbaar = onverteerbaar=
zetmeel voedingsvezels
Dia 19!
, PRIMAIRE ENERGIEBRON (bloed, spiercellen, lever)
KH (polysachariden) → GLUCOSE (monosacharide)
TRANSPORT via BLOED > WEEFSELS (CELLEN)
OPSLAG in de vorm van GLYCOGEEN (dierlijk)
- Spieren (spierglycogeen) = cytoplasma
- Lever (leverglycogeen) = cytoplasma
GEBRUIK IN ACTIEF WEEFSEL
- In spiercel voor vormen ATP
- Vanuit lever → glucose → transport (door bloed) naar actieve weefsels
• Anabolisme/ assimilatie = aanmaak opbouw van glucose
• Katabolisme/ dissamilatie = afbreken van glucose
Leverglycogeen: 110gr
Spieren: 500gr
Bloedglucose: 15gr
1gr GLUCOSE = 4,1 Kcal
FOIE GRAS (vette lever)
➔ Vetafzetting in de lever → vette lever → cirrose
Verkleuring in hals en oksels
II. Vetten = FFA
Vetten >>> vrije vetzuren >>> ATP
- Grote voorraad potentiële energie
- Grote voorraad reserves op lichaam
1gram vet = 9,4 Kcal
1gram KH = 4,1 Kcal
(1 gram eiwit = 4,1 Kcal)
… MAAR…
Snelheid van vrijmaking energie uit vetten is te langzaam om voldoende
energie te leveren bij intensieve inspanningen.
Hoofdstuk 1: Brandstof voor de spieren
Bij het opnemen van voedsel worden er verschillende stoffen; eiwitten, vetten, koolhydraten
omgezet naar het bloed, hier in het bloed worden deze stoffen getransporteerd in een andere vorm
bv: glycogeen (opgeslagen als lever-/ spierglycogeen) → bloedglucose. Of de stoffen worden
opgeslagen in de cellen. Het ‘afval’ dat niet kan worden opgenomen in het bloed wordt verder
gestuurd en na een tijdje uit ons lichaam verwijderd.
, → Calorieën (cal) of Joules
→ 1 cal= hoeveelheid warmte (energie) nodig om 1gr H2O van
14.5°C op te warmen tot 15°C
I. Energie uit voeding opladen dmv ATP
Energie uit moleculaire binding in energierijke substraten voeding:
= vetten/ eiwitten/ koolhydraten
Niet direct bruikbaar en weinig energie (laag-energetische bindig)
Opslag in ATP (= vorming v ATP)
Adenosinetrifosfaat
(hoogenergetische binding)
In rust
- Door gelijktijdig afbraak van KH en vetten
Intensieve inspanning van korte duur
- Door vooral afbraak van KH en in mindere mate vetten
Intensieve inspanning van lange duur
- Door zowel KH als vetten
Koolhydraten= C6H12O6
Soorten
koolhydraten
enkelvoudige
meervoudige
en tweevoudige
KH
KH
verteerbaar = onverteerbaar=
zetmeel voedingsvezels
Dia 19!
, PRIMAIRE ENERGIEBRON (bloed, spiercellen, lever)
KH (polysachariden) → GLUCOSE (monosacharide)
TRANSPORT via BLOED > WEEFSELS (CELLEN)
OPSLAG in de vorm van GLYCOGEEN (dierlijk)
- Spieren (spierglycogeen) = cytoplasma
- Lever (leverglycogeen) = cytoplasma
GEBRUIK IN ACTIEF WEEFSEL
- In spiercel voor vormen ATP
- Vanuit lever → glucose → transport (door bloed) naar actieve weefsels
• Anabolisme/ assimilatie = aanmaak opbouw van glucose
• Katabolisme/ dissamilatie = afbreken van glucose
Leverglycogeen: 110gr
Spieren: 500gr
Bloedglucose: 15gr
1gr GLUCOSE = 4,1 Kcal
FOIE GRAS (vette lever)
➔ Vetafzetting in de lever → vette lever → cirrose
Verkleuring in hals en oksels
II. Vetten = FFA
Vetten >>> vrije vetzuren >>> ATP
- Grote voorraad potentiële energie
- Grote voorraad reserves op lichaam
1gram vet = 9,4 Kcal
1gram KH = 4,1 Kcal
(1 gram eiwit = 4,1 Kcal)
… MAAR…
Snelheid van vrijmaking energie uit vetten is te langzaam om voldoende
energie te leveren bij intensieve inspanningen.