100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting - Arbeidsrecht (PUB4014)

Rating
-
Sold
-
Pages
102
Uploaded on
27-10-2025
Written in
2025/2026

Deze zorgvuldig samengestelde samenvatting behandelt alle essentiële onderwerpen van Arbeidsrecht I.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
October 27, 2025
Number of pages
102
Written in
2025/2026
Type
Summary

Subjects

Content preview

Bijeenkomst 1

Argumentatietaak
Lees de volgende uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 26 mei 2023,
ECLI:NL:RBGEL:2023:3237. In deze zaak besliste de rechtbank Arnhem dat de sollicitant
nog voor de ingangsdatum van zijn arbeidscontract recht had op een schadevergoeding van
zijn werkgever.

Vraag: Hoe kan dat als er nog geen uitvoering is gegeven aan de arbeidsovereenkomst?

Feiten:
[verzoeker - werknemer] sloot op 25 januari 2023 een arbeidsovereenkomst met
[verweerster - bedrijf] voor zeven maanden, ingaand op 1 april 2023. In de
arbeidsovereenkomst was een proeftijd van één maand overeengekomen.

Tijdens sollicitatiegesprekken had [verzoeker - werknemer] uitdrukkelijk gemeld dat zijn zoon
bij [verweerster - bedrijf] werkte. Zowel de contactpersoon als de directeur Aftersales
bevestigden dat dit geen probleem was. Kort daarna (25 januari) tekende [verzoeker] de
arbeidsovereenkomst.

Op 16 februari 2023, dus nog vóór de ingangsdatum van de overeenkomst zegt
[verweerster] de overeenkomst op met een beroep op het interne familiebeleid (geen 1e-
graads familieleden in dienst)

 werknemer eist vernietiging van de opzegging en toelating tot werk, of subsidiair
schadevergoeding met
 Grondslag: [verweerster] wist vanaf het begin dat de zoon van [verzoeker] ook bij
haar werkte en heeft destijds aangegeven dat dit geen probleem was. Toch heeft
[verweerster] later, met een beroep op het interne familiebeleid, de
arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd beëindigd. Volgens [verzoeker] is dit in de
gegeven omstandigheden onaanvaardbaar en misbruik van recht. Daarom zou de
opzegging vernietigd moeten worden en geen rechtsgevolg hebben. Daarnaast stelt
[verzoeker] dat [verweerster] zich niet als goed werkgever heeft gedragen (art. 7:611
BW). Daardoor heeft hij schade geleden en moet [verweerster] hem een vergoeding
betalen van drie maandsalarissen (€ 12.600,00), plus de garantieprovisie.

Rechtbank:
 De proeftijd was rechtsgeldig overeengekomen (art. 7:652 BW).
 Een opzegging in de proeftijd kan plaatsvinden “zolang die tijd niet is verstreken” (art.
7:676 BW). De rechtbank oordeelde daarom dat ook opzegging vóór indiensttreding
en dus vóór feitelijke start van de proeftijd is toegestaan.
 De opzegging zelf was dus rechtsgeldig.
 Toch had [verweerster] onzorgvuldig gehandeld: [verzoeker] mocht op basis van de
duidelijke toezeggingen aannemen dat zijn familieband geen probleem was. Hij
beëindigde daardoor zijn vaste dienstverband bij zijn vorige werkgever.
 Dit levert een schending van goed werkgeverschap (art. 7:611 BW) op.
 de arbeidsovereenkomst eindigde rechtsgeldig op 16 februari 2023, maar [verweerster]
werd veroordeeld tot een schadevergoeding van € 5.000,00 wegens onzorgvuldig handelen.

,De rechter hield rekening met de WW-uitkering en de vergoeding die hij met ontslag heeft
meegekregen + hij werkt alweer bij een andere werkgever

Partijen dienen zich jegens elkaar te gedragen in overeenstemming met de eisen van
redelijkheid en billijkheid. Het Plas/Valburg-arrest bepaalt dat onderhandelingen over een
overeenkomst in een zodanig stadium zijn gekomen dat het afbreken van die
onderhandelingen door een van de partijen als in strijd met goede trouw moet worden geacht
omdat partijen over en weer mochten vertrouwen dat enigerlei contract in ieder geval uit de
onderhandelingen zou resulteren. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de mate
waarin en de wijze waarop de partij die de onderhandelingen afbreekt tot het ontstaan van
dat vertrouwen heeft bijgedragen en onvoorziene omstandigheden.

De sancties die kunnen worden verbonden aan het opblazen van onderhandelingen, 2
routes:
1. De rechter kan de partijen verplichten weer aan de onderhandeltafel te gaan zitten,
zonder zekerheid dat er een arbeidsovereenkomst zal ontstaan
2. De partij die de onderhandelingen heeft afgebroken kan worden verplicht tot het
betalen van een schadevergoeding (vergoeding gemaakte kosten bestaande uit
verlies van inkomsten door opzeggen andere baan en verlies aan extra inkomsten
dat met deze baan had kunnen worden verdiend

De arbeidsovereenkomst wordt tevens geregeld door het algemeen vermogensrecht: een
rechtsgevolg komt tot stand door een op een rechtsgevolg gerichte wil die door een
verklaring wordt geopenbaard (artikel 3:33 BW) tenzij er sprake is van gerechtvaardigd
vertrouwen (artikel 3:35 BW), dan kan er sprake zijn van een wilsgebrek:
1. Bedreiging
2. Bedrog  opzettelijk misleidend gedrag (bijvoorbeeld onjuiste CV)
3. Misbruik van omstandigheden
4. Dwaling  meestal dwaling = de werkgever/werknemer zou het contract bij een juist
voorstelling van zaken niet of niet op deze manier zijn aangegaan
a. Wp gaf verkeerde inlichting
b. Wp schondt haar spreekplicht
c. Wederzijdse dwaling waarbij beide partijen een onjuist voorstelling van zaken
hadden
Gevolg: arbeidsovereenkomst kan buitenrechtelijk worden vernietigd  hiervan is in de
casus geen sprake omdat de werknemer vanaf het begin heeft vermeld dat zijn zoon als
werkzaam is bij het bedrijf

Informatieverstrekking van werknemer houdt in dat de werknemer in sommige gevallen uit
zichzelf bepaalde informatie moet verstrekken
 Gewenste kwaliteiten: dit komt voor risico van de werkgever wanneer de werkgever
toch niet over de gewenste vaardigheden beschikt wanneer de werkgever hier geen
of geen goede vragen over heeft gesteld
 Diploma’s: in beginsel voor risico van werkgever tenzij er sprake is van een situatie
wanneer de werknemer weet dat hij zonder het diploma de bij de functie behorende
taken niet kan verrichten (bijvoorbeeld buschauffeur zonder goed rijbewijs)




1

,  Medische kwaliteiten: er is geen sprake van een op de sollicitant rustende
informatieplicht door het recht op privacy van artikel 10 Gw. Vragen of iemand
zwanger is mag ook niet omdat het verboden onderscheid naar geslacht oplevert.
 Strafrechtelijk verleden: de werkgever mag voor het aangaan van de
arbeidsovereenkomst onderzoek doen naar bepaalde feiten zoals VOG, wanneer hij
dit van te voren niet doet is hij na het aangaan van de arbeidsovereenkomst niet
meer bevoegd om dit te doen
 Hiervan is in de casus geen sprake

R.o. 3.4

Juridische bijzondere aspecten:
 HR doet een onjuiste mededeling waardoor de arbeidsovereenkomst werd opgezegd
op grond van artikel 7:676 BW
 Mochten zij dit argument gebruiken?
o R.o. 4.4
o Normaal mag je alleen een beroep doen op een dergelijk beding indien de
arbeidsovereenkomst ingang heeft gevonden
 Een dergelijke opzegging die reeds vóór de feitelijke indiensttreding heeft
plaatsgevonden dient in beginsel ook te worden gerespecteerd gelet op de
door de wetgever bewust gekozen formulering ‘zolang die tijd niet is
verstreken’ in artikel 7:676 lid 1 BW. Dat [verzoeker] geen reële kans heeft
gekregen om te laten zien of hij geschikt is voor de bedongen arbeid doet
aan het voorgaande in beginsel niet af.
 De rechter is hiermee de proeftijd eigenlijk aan het oprekken en is in strijd met de
ijzeren proeftijd
 De arbeidsovereenkomst is opgezegd dus hoe kun je nu na een opgezegde
overeenkomst een beroep doen op artikel 7:611 BW? Hier kun je vraagtekens bij
stellen
o Door een algemene verbintenis van artikel 6:2 en 6:248 BW

Casus I
Schildersbedrijf Paintbal BV in Maastricht heeft vanwege een goed gevulde
opdrachtenportefeuille werk voor 12 schilders. Om zo min mogelijk risico te lopen heeft
Paintbal BV 10 schilders die werken op basis van een arbeidsovereenkomst en worden 2
schilders ingehuurd als zelfstandige. Pieter Postma is één van de twee zelfstandigen die
wordt ingehuurd. Hij is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel als zelfstandig schilder,
hij heeft een BTW-nummer en voert een eigen administratie. Alle schilders krijgen per week
een overzicht van het werk, verdeeld per dag, en afwijken daarvan is niet mogelijk. Een
busje met schildersmateriaal wordt ter beschikking gesteld door Paintbal BV, maar daar staat
tegenover dat alle schilders ook de bedrijfskleding van dit bedrijf moeten dragen. Al het werk
wordt geregeld gecontroleerd door ploegleiders en vervanging kan alleen na toestemming
van de directeur. Na vijf jaar lopen de orders terug en wil Paintbal BV niet langer gebruik
maken van de diensten van Pieter en stopt de samenwerking. Pieter, die al die jaren keurig
zijn facturen heeft ingediend bij Paintbal BV, voelt zich aan de kant gezet en is niet blij met
dit nieuws. Hij is namelijk voor zijn inkomen voor een groot deel afhankelijk van Paintbal BV.
Pieter wendt zich tot jou met de vraag of de samenwerking zomaar beëindigd kan worden en
of er niet toch sprake is van een arbeidsovereenkomst.


2

, Vragen:
1. Kun jij aan de hand van de jurisprudentie bepalen of hier toch sprake is van een
arbeidsovereenkomst of niet?
Bij de beantwoording van de vraag of er sprake is van een arbeidsovereenkomst is artikel
7:610 BW van belang. Op grond van dit artikel is er sprake van een arbeidsovereenkomst
als de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever,
tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. De voorwaarden:
 Partijen moeten zich hebben verbonden (arbeidsovereenkomst)
o Een verbintenis in de zin van een overeenkomst
o Verbondenheid (Malhi-verweer): Malhi werkte bij Gast als schoonmaker maar
werk door Gast tewerkgesteld bij Bank. Na een tijd was Malhi in principe een
van de werknemers. Na een reorganisatie bij de bank miest Malhi weer terug
naar Gast. Malhi wou dit niet en stelde dat er sprake was van een
arbeidsovereenkomst tussen hem en Bank. HR oordeelde dat beslissend was
of Malhi en Bank zich jegens elkaar hadden verbonden, het stond immers niet
vast of er sprake was van een overeenkomst. Dit is afhankelijk van wat
partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaar verklaringen en
gedragingen redelijkerwijs mochten afleiden  een ingeleende werknemer
kan niet zomaar zeggen dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst jegens
de inlener. Daarvoor is meer nodig dan een lange periode van inlening.
Bijvoorbeeld afspraken die gemaakt worden tussen de ingeleende en de
inlener.
o Van Gorkum/LRV-arrest: een overeenkomst komt pas tot stand wanneer over
de essentialia van de arbeidsovereenkomst overeenstemming is bereikt, wat
dit zijn is afhankelijk van de bedoeling van partijen
 AUTEURS ZEGGEN DAT ARTIKEL 7:610 BW DWINGENDRECHTELIJK
IS EN DAT ER DOOR DEZE ARRESTEN ALLEEN MAAR MEER VEREISTEN
BIJKOMEN. HET IS NIET DE BEDOELING VAN DE WETGEVER GEWEEST
OM NOG MEER DISCUSSIE TOE TE STAAN.
 Er moet een verplichting bestaan tot het verrichten van arbeid (arbeid)
o Dat er arbeid moet worden verricht is meestal de aard van de prestatie. De
omvang en de precieze aard doen er niet toe.
o Stage: maatstaf is of de werkzaamheden van de stagiair zijn gericht op het
uitbreiden van eigen kennis en ervaring met het oog op het voltooien van zijn
opleiding waarmee er niet kan worden gesproken van het verrichten van
arbeid voor een ander.
o Het is van belang dat arbeid persoonlijk wordt verricht, dit blijkt ook uit artikel
7:610 BW met de woorden ‘de werknemer heeft zich verbonden’, en artikel
7:659 lid 1 BW (werknemer mag zich alleen laten vervangen met
toestemming van werkgever). Dit impliceert dat een rechtspersoon geen
werknemer kan zijn en dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst
wanneer een werknemer zich zonder toestemming kan laten vervangen.
o De arbeid moet een verplicht karakter hebben, het is een verbinding. Dit kan
worden afgeleid uit een aan de werkgever toekomende instructiebevoegdheid.
Als inhoudelijke instructies dan wel inhoudelijke aanwijzingen kunnen worden
gegevens in de organisatorische sfeer, kan dit een vermoeden opleveren dat
de werknemer verplicht is tot het verrichten van arbeid.


3

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
Bentephilippens Maastricht University
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
93
Member since
4 year
Number of followers
4
Documents
29
Last sold
4 days ago

3.4

9 reviews

5
2
4
4
3
1
2
0
1
2

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions