Kennisclip Chicago school
Niet de fysieke kenmerken van iemand maar de omgeving van iemand
maken iemand wie hij is.
Park en Burgess: founders
De wijk waar je woont heeft veel invloed op je gedrag. Een stad bestaat uit
verschillende zones en in de transitiezones vindt de meeste criminaliteit
plaats vanwege veranderingen en druk. Meer armoede, prostitutie,
kindersterfte
Shaw and mc Kay
Kenmerken van gedesorganiseerde buurten veroorzaken
jeugdcriminaliteit: bijv. armoede, zwakke sociale netwerken
sociale ontwrichting
Bij gebrek aan sociale organisatie overgeleverd aan “criminele”
straatcultuur
Criminaliteit gevolg van demografische en geografische aspecten
van een wijk
Criminaliteit werd als normaal beschouwd en doorgegeven
Empirische onderbouwing?
- Criminaliteitscijfers het hoogst in “instabiele” wijken waar het
economisch slecht gaat
- Causaliteit moeilijk aan te tonen
- Onderzoek naar sociale desorganisatie als geheel beperkt
Differentiële associatietheorie Sutherland
- Crimineel gedrag wordt aangeleerd in interactie binnen
vriendengroepen (leertheorie)
- “Differentiële associatie”: verbinding aan conventioneel vs. crimineel
waardesysteem
- Criminele technieken, motieven en rationalisaties aangeleerd in
groepen
Empirische onderbouwing?
- Ook toe te passen op “witteboordencriminaliteit”
- Geen verklaring voor waarom mensen positieve associaties hebben
met criminele anderen
- Binnen criminele groepen ook acceptatie van conventionele normen
en waarden
Kennisclip gelegenheidstheorieën
Terug naar het begin:
Scholen binnen de criminologie
- Klassieke school
o Vrije wil
o Rationeel handelen/ weldoordachte criminaliteit
o Verantwoordelijkheden dragen voor de gevolgen (straf krijgen)
1
, - Italiaanse school
o Aangeboren Uiterlijk
- Franse school/ milieuschool
o Omgeving/ sociaal milieu
o Dus juist niet aangeboren!
- Tegenwoordig: niet één school/ oorzaak van criminaliteit maar
combinatie ervan met verschillende invalshoeken
Klassieke school:
Conservatieve theorieën (Bell cruve en broken windows) en
gelegenheidstheorieën. Deze kennisclip gaat over gelegenheidstheorieën.
Keuze gelegenheidstheorieën – algemeen
- Focus: waarom criminaliteit plaatsvindt, niet waarom iemand
crimineel gedrag vertoont
- Gelegenheid wordt gezien als de bepalende factor. En uitgangspunt
dat de dader een keuze heeft
o Een keuze tussen plezier en pijn. Wordt voornamelijk in geld
uitgedrukt.
o Sociale ongelijkheid en armoede lijkt niet tot een hogere kans
op criminaliteit
- Beleid niet gericht op fundamentele oorzaken van crimineel gedrag
(= tevens kritiek), maar op situationele misdaadpreventie
Routine activiteiten theorie
- Theorie van Cohen & Felson:
- Voor criminele gebeurtenis drie elementen nodig: gemotiveerde
dader + geschikt/aantrekkelijk doel + afwezigheid van een guardian
(weinig toezicht);
- Deze moeten samen komen in zowel tijd als ruimte
- Samengaan van deze elementen bepaald door routine activity:
alledaagse bezigheden van gewone mensen;
- Beleidsimplicatie
o doelen minder aantrekkelijk/geschikt maken;
o Toezicht verhogen; (meer blauw op straat)
o Routine activiteiten aanpassen (bijvoorbeeld tijd van
hardlopen aanpassen om zo kans op slachtofferschap te
verminderen)
- Kritiek, o.a. gevaar van gedeeltelijk verplaatsingseffect
o Dader zoekt gewoon een ander slachtoffer
Rationele keuze theorie
Theorie van Cornish & Clarke:
- Criminaliteit is het resultaat van een individuele economische keuze
- Daders brengen achtergrondfactoren met zich mee die ze
gemotiveerd maken tot crimineel gedrag;
2